
Jessica werd op haar 37ste moeder: 'Een oude moeder zijn heeft ook vóórdelen'
Zweet op je voorhoofd na een potje overgooien, meedutten tussen de middag: als ‘oude moeder’ van een 1,5-jarige herkent Jessica Numann (39) al deze ongemakken. Maar op mentaal en sociaal vlak zijn er juist veel positieve kanten aan later starten.
Vrouwen steeds ouder moeder
Hoe ik het had aangepakt als ik op mijn 25ste voor het eerst moeder was geworden, zullen we nooit écht weten – ik was 37 toen mijn dochter Kiki werd geboren. Zelf was ik al 7 toen mijn moeder zo oud was. Ik was haar derde kind. Andere tijden natuurlijk, want in mijn geboortejaar kregen moeders gemiddeld op hun 25ste kind nummer één.In 2021 waren nieuwbakken moeders gemiddeld 30 jaar en vaders nog twee jaar ouder. En de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste baren loopt nog steeds op. Vooral hoogopgeleiden (vreselijk woord, maar oké) beginnen laat: vanwege hun carrière bijvoorbeeld, of omdat ze eerst meer financiële zekerheid willen. Want één ding is zeker: kinderen zijn niet gratis.
Lees ook: Zwanger op latere leeftijd: de voor- en nadelen
Ik was de eeuwige vrijgezel
Maar ondanks de stijgende cijfers was ik ook anno 2021 aan de late kant. Was dat bewust? In eerste instantie wel. Ik ben altijd erg gehecht geweest aan mijn vrijheid en leefde van etentje naar festival en via stedentrips naar de kroeg. Dat ik de eeuwige vrijgezel was, heeft natuurlijk meegespeeld, maar hoe dan ook had ik niet mijn twintiger jaren in de speeltuin willen slijten.
Rond mijn 32ste begon het een en ander te rammelen. En toen ik vier jaar later net mijn pijlen op eitjes zoekende homostellen had gericht, ontmoette ik De Vader. Een luttele vier maanden later bezorgde ik hem een rolberoerte met een positieve zwangerschapstest. Gelukkig kwam de kleur in zijn gezicht snel terug en waren we allebei enorm blij.
Lees ook: Zo lang duurt het ongeveer om zwanger te worden
Geriatische zwangerschap
Mij is het nooit verteld, maar blijkbaar stond mijn zwangerschap bij de verloskundige te boek als ‘geriatrisch’. Oftewel: ik was oud, op papier althans. De medische risico’s van zwanger worden na je 35ste zijn namelijk niet te ontkennen: een ouder lijf dat slechter functioneert, verminderde vruchtbaarheid, grotere kans op een miskraam en allerlei complicaties.
Bij mij was dit allemaal gelukkig niet aan de orde. En hoewel ik fysiek verre van olympisch materiaal ben, fietste ik door de zwangerschap heen. Dus tot zover geen ouderdomskwaaltjes. Zelfs de vroege, vrij heftige vorm van artrose die ik heb, gooide geen roet in het eten. Sterker: doordat kraakbeen verweekt tijdens de zwangerschap had ik er minder last van. Het herstel van de spoedkeizersnee vond ik wél pittig, ik heb een maand kromgelopen van ellende. Maar had dat überhaupt iets te maken met mijn leeftijd of gewoon met het feit dat ze je ingewanden hardhandig opzij duwen? We zullen het nooit weten.
Van uitstel komt (soms) afstel
Tot zover de medische risico’s. Minstens zo belangrijk vind ik de maatschappelijk-sociale impact van ouder moeder worden. Feit is dat we allemaal stervelingen zijn en je dat als oudere moeder vaker beseft: word ik ooit oma? Kan ik nog met Kiki mee naar een feestje? Ze gaat zeker niet in een familie à la Von Trapp opgroeien, dus zorg ik voor genoeg playdates met buurmeisjes en familie.
Oudere moeders krijgen minder kinderen en soms komt van uitstel zelfs afstel. Om de wereldbevolking in stand te houden, moet iedere vrouw gemiddeld iets meer dan twee kinderen krijgen, maar in West-Europa redden we dat bij lange na niet. In sommige landen gaat het hard richting de één. Goed voor de planeet, zou je zeggen, maar het heeft ook impact op de westerse samenleving, de economie en zorg voor ouderen, aldus hoogleraar voortplantingsgeneeskunde Bart Fauser: ‘Het betekent bijvoorbeeld ook minder toekomstige belastingbetalers. De balans raakt zoek.’
Sterk in je schoenen
Maar voordelen zijn er gelukkig ook genoeg, vooral mentaal en sociaal. ‘Oudere moeders kiezen vaak heel bewust voor het moederschap, wat dat betekent voor hun eigen leven en hoe ze het willen inrichten. Vaak hebben ze al carrière gemaakt en staan ze sterker in hun schoenen.’
Ik denk dat dit ook voor mij geldt. Sociale media staan nu nóg voller met tips over de zin en onzin van geboorteplannen, slaapjes, eten en motorische ontwikkeling. Ik ga daar erg lekker op, maar wel tot op zekere hoogte. Naar een baby spa? No way. Veel te duur. Verantwoord speelgoed? Geen denken aan. Ik denk dat ik vroeger veel beïnvloedbaarder zou zijn geweest als het gaat om dit soort dingen.
Lees ook: 97 procent van de ouders is onzeker over de opvoeding
Niet gek laten maken
Een van onze kraamcadeaus was een boek dat hier perfect op inspeelt: Hoe krijg je je tweede kind eerst van Kerry Colburn en Rob Sorensen. Strekking: zolang je er eten in stopt en zorgt dat het slaapt, komt het goed. Je hoeft spenen niet elke dag zes keer te steriliseren of billendoekjes eerst op te warmen (ja, dat is een ding).
En dat klopt. Ik was binnen al mijn vriendengroepen een van de laatsten en heb alles voorbij zien en horen komen. Daardoor heb ik een vrij goed beeld van wat ik wel of juist helemaal niet belangrijk vind. Borstvoeding was te veel gedoe, dus ik stopte. Uiteraard met enig schuldgevoel, maar ik liet me er zeker niet gek door maken. Ik vind het belangrijk dat ze goed slaapt en het liefst altijd in een bed, maar heb geen vast bedritueel uitgestippeld: de ene avond lees ik drie boeken voor, de andere keer geen.
De opvang krijgt geen kruisverhoor over het aantal poepluiers. De tv gaat ’s ochtends gewoon aan zodat ik alleen (en heet!) kan douchen, de oppas krijgt geen waslijst aan aanwijzingen. En die oppas komt regelmatig, want mijn sociale leven gaat gewoon door: iedereen heeft kinderen, dus vriendschappen onderhoud ik nu in de kroeg én in de ballenbak.
Jonge moeder
Mijn vriendin Jonah was binnen onze vriendinnengroep veruit de eerste die een kind kreeg. Ze was vijfentwintig en dus zeker geen tienermoeder, al vonden wij toen van wel. De overgang naar moederschap heeft ze anders beleefd dan ik. ‘Los van dolblij was ik soms ook wel eenzaam: gesprekken met vriendinnen gingen nooit over kinderen, en nu het wél over prakjes en slaapjes gaat, heb ik er niets meer aan. Hoewel ik het wel leuk vind om van alles over de kinderen te horen, hoor.’
Drie zoons verder is ze zelf degene die advies geeft en heeft ze op het schoolplein nieuwe vrienden gemaakt om grotekinderen-issues mee te bespreken. Die vrienden zijn wel allemaal tegen de vijftig (elke keer als ze daarbij stilstaat is ze weer in shock) maar hé: vijftig is het nieuwe veertig.
Slaapgebrek geen probleem
Aan de andere kant kon ze als jonge moeder prima functioneren op drie uur slaap en was ze overal heel relaxed over: ‘Ik was helemaal niet bezig met opvoeden en daarom ook niet onzeker.’ Ook zag ze nergens gevaar. Haar zou nooit iets overkomen, dus haar kinderen ook niet. ‘Toen ik op vakantie werd gewaarschuwd dat ik babyflesjes echt niet met kraanwater moest afspoelen, reageerde ik geïrriteerd: waar bemoeide die man zich mee?’ Wel is ze blij dat sociale media (en fotofilters) nog niet zo’n grote rol speelden: ‘Al die perfecte moeders zouden mij heel erg hebben beïnvloed.’
Achteraf had ze misschien in een kindvriendelijke omgeving moeten gaan wonen met alles op loopafstand, in plaats van koste wat kost in een klein huisje in de stad te blijven. ‘Maar nu ben ik juist blij dat de kinderen hun school en clubjes in de stad hebben.’ Sowieso zijn alleen de voordelen overgebleven: ‘Mijn jongste is nu zes, dus ik heb op relatief jonge leeftijd weer een hoop vrijheid terug.’
Hoe ouder, hoe angstiger
Voor mij geldt: hoe ouder, hoe angstiger. Ik merk het aan alles, dus Kiki’s eerste woordjes waren ‘pas op’, ‘kijk uit’ en ‘niet aankomen’. Mijn beschermende handen zitten altijd in haar aura als ze een trapje opklimt of van de glijbaan gaat. Curlingouderschap noemen ze dat, geloof ik. Ik ben er vrij zeker van dat dit een paar jaar geleden minder zou zijn geweest.
Lees ook: 5x wat je beter tegen je kind kunt zeggen dan ‘kijk uit’
En over de speeltuin gesproken: daar ben ik wél te oud voor. Fysiek welteverstaan. Ik wilde altijd zo’n actieve moeder worden die enthousiast haar mouwen opstroopt om zandkastelen te bouwen of boven op een klimrek gaat zitten. Maar ik heb artrose, hoogtevrees en hou niet van zand. Was dat altijd al zo? Nee. Daarnaast heb ik het gevoel dat ik een beetje achterloop op vriendinnen, die over basisscholen (soms zelfs middelbare) keuvelen. Gelukkig hebben sommigen nog een tweede of derde van Kiki’s leeftijd, dus valt er altijd wel wat te sparren.
Streng over suiker en zout
Ook over eten zit ik me vaak bovenmatig op te winden. Zo veel mogelijk volkorenproducten en het aantal stuks fruit en milliliters vocht worden nog net niet genoteerd. Ik ben veel strenger over suiker en zout dan ik dacht te worden. Zeer hypocriet overigens, want zelf werk ik alles naar binnen wat los- en vastzit (vaak letterlijk achter Kiki’s rug om). Maar nu ik erover nadenk: misschien is dit juist vanwege mijn leeftijd: hoe ouder je wordt, hoe meer onderzoek naar voeding en risico’s.
Lees ook: Hoeveel suiker mag je kind per dag?
Het gaat ook om grotere dingen, zoals een leefbare aardkloot. Ik weet dat een kind per definitie vervuilend is en probeer daarom wel een klein beetje na te denken over het eten van vlees en zuivel of het kopen van nieuwe kleren en spullen (stuk makkelijker als je de laatste bent, iedereen dumpt alles bij mij). Natuurlijk komt dat ook omdat klimaatverandering veel meer aan de oppervlakte ligt dan tien jaar geleden en staan veel jonge moeders van nu precies zo in het leven. Maar ik denk dat ik er als twintiger echt minder mee bezig zou zijn geweest.
Conclusie: medisch gezien zijn er weinig (lees: geen) voordelen, hoe je er sociaal en mentaal instaat is deels karakter, deels leeftijd en levenservaring. Over het algemeen ben ik tevreden met de manier waarop het is gelopen. In een ideale wereld was ik een paar jaar jonger begonnen, maar zeker geen tien.
Tekst: Jessica Numann – Beeld: GettyImages