Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 

Je kind groente laten eten: zo pakken ze het aan op het kinderdagverblijf

Kinderen en groente, het is vaak een lastige combinatie. Niet bij kinderopvangorganisatie Smallsteps: hier eet zelfs de meest lastige eter uiteindelijk zijn bordje leeg. Dit is het geheim.

Ouders van Nu samen met Partou

Samen op smaaksafari

Om peuters meer groente te laten eten, ontvangt bijna elke Smallsteps-locatie vier keer per jaar een Smaaksafari-koffer. Dit is een proef-, kook- en activiteitendoos met leuke dierenverhalen, waarbij steeds één bepaalde groente centraal staat. Dit stimuleert kinderen spelenderwijs om groente proeven. Sherida van der Ham, pedagogisch medewerker bij Smallsteps,  legt uit hoe het werkt.

Creatief met groente

‘Het begint met voelen, ruiken en ontdekken. We stellen de kinderen hierbij allemaal vragen en gaan samen op onderzoek uit. Hoe lang is de groente? Is het hard of zacht? En hoe ruikt het eigenlijk? Soms stoppen kinderen het dan al in hun mond. Ook knutselen we ermee en  lezen we een verhaaltje voor over de groente waarin de hoofdfiguren rups, molletje en lieveheersbeestje altijd een rol spelen. Dit zorgt voor herkenbaarheid.’

Spelletje doen?

‘Ook een spelletje doen met de groente is een vast onderdeel van de Smaaksafari-koffer. Zo hebben we kegels gemaakt van de zoete aardappelen door een stukje van de onderkant af te snijden. Met een balletje mochten de kinderen proberen er zo veel mogelijk omver te gooien. En met wortelen maakten we een wortelparcours.’

Op smaaksafari met baby's

Niet alleen op de peutergroepen wordt bij Smallsteps gewerkt met de Smaaksafari-koffer, ook op de babygroepen. ‘Het koken en knutselen doen we natuurlijk niet met baby’s, maar we laten ze wel voelen en ruiken, en lezen verhaaltjes voor. De kleintjes krijgen de groente ook als warme maaltijd, maar uiteraard aangepast aan hun leeftijd. Dus eerst fijn gepureerd en later wat grover met meerdere ingrediënten, zoals aardappeltjes.’

En daarna proeven!

‘Hebben de kinderen genoeg ontdekt, dan gaan we met z’n allen proeven. Van zoete aardappel hebben we bijvoorbeeld frietjes gemaakt. We serveren de groente dan bij de warme lunch om half twaalf. De meeste kinderen eten de groente dan ook echt op. Anderen gaan er een beetje aan voelen of het sorteren.’

Zien eten, doet eten

‘Natuurlijk zijn er altijd kinderen die bepaald voedsel weigeren. Toch bieden we ze het steeds weer aan. Dat helpt. Zo is er een jongetje bij ons op de groep die voorheen nooit een hap nam, maar inmiddels alles mee-eet.’