Kleine perfectionist in huis? Zo kun je je kind helpen

Vind jouw kind dat hij het altijd heel goed moet doen en loopt hij daardoor wel eens vast? Dan heb je misschien een kleine perfectionist in huis. En dat is niet altijd makkelijk, maar jij kunt helpen.

Het goed willen doen, daar is niets mis mee. Maar als je kind te veel van zichzelf eist en nooit tevreden is, is het niet leuk meer. Kinderen die hevige woede-aanvallen krijgen als iets fout gaat of urenlang bezig zijn om hun schoolopdracht nóg beter te maken, kunnen daar behoorlijk onder lijden. En als het wel lukt, kunnen ze daar niet eens van genieten. Het is namelijk nooit goed genoeg.

Perfectionist of niet?

Hoe je weet of je kind echt een perfectionist is? Dit zijn wat kenmerken:

Gevoelig voor kritiek
Krijgt werkjes niet af omdat het nooit goed genoeg is
Stelt moeilijke taken uit
Is zelf-kritisch en schaamt zich snel
Is kritisch op anderen
Kan moeilijk keuzes maken
Kan moeilijk met fouten omgaan
Wil koste wat kost niet falen

Hoe helpen?

Als volwassene kan perfectionisme verlammend werken, je veel stress bezorgen en je zelfs ongelukkig maken. Zie jij perfectionisme bij je kind? Dan kun je hem zo helpen:

Complimenten

Prijs je kind niet voor het resultaat, maar voor de inspanning. Geef complimenten voor de inzet, dus niet ‘wat goed dat je je die toren zo hoog hebt gebouwd’, maar ‘wat goed dat je zo je best hebt gedaan op die toren’ of ‘wat heb je lekker zitten bouwen’.
Advertentie

Tip van kinderpsycholoog Tischa Neve: je kind overladen met complimentjes heeft een keerzijde aan

Fouten

Laat zien dat jij ook fouten maakt. Vertel dat je voor geen meter kunt inparkeren of vroeger altijd onvoldoendes haalde voor rekenen. Laat zien dat niemand perfect is.
Teleurstellingen

Iets fout doen, is niet erg. Je kind moet leren omgaan met teleurstellingen. Leg je kind uit hoe hij iets kan verwerken dat fout ging, bijvoorbeeld door erover te praten, het in een dagboek op te schrijven of er een tekening over te maken.

Lees ook: Waarom teleurstellingen juist goed zijn voor je kind

Compassie

Vertel je kind hoe hij over zichzelf moet praten. Leer hem dat hij beter compassie met zichzelf kan hebben dan kritisch te zijn. Doe dat door het goede voorbeeld te geven. Dus als het eten mislukt, geef je jezelf er niet van langs maar zeg je hardop: ‘Jammer, maar kan gebeuren. We gaan lekker patat eten en de volgende keer weet ik dat het korter in de oven moet’.
Verwachtingen

Kijk kritisch naar de verwachtingen die jij hebt van je kind. Leg geen druk op je kind om het goed te doen. Denk na over wat je van je zoon of dochter verlangt en of dat wel realistisch is.
Controle

Op sommige dingen heb je invloed en op anderen niet. Vertel je kind dat hij alleen controle heeft over zijn inzet, maar niet over aanleg of omstandigheden.
Doelen

Help je kind om realistische doelen te stellen. Als je merkt dat je kind denkt meteen te kunnen schaatsen als hij voor het eerst de ijsbaan opgaat, is het goed om uit te leggen dat dat onmogelijk is. Schaatsen moet je leren.
Zelfvertrouwen

Probeer het zelfvertrouwen van je kind te vergroten. Zoek naar activiteiten die hem een goed gevoel over zichzelf geven en niet zozeer omdat hij er zo goed in is, maar gewoon omdat hij zijn ei erin kwijt kan.