
‘Ouders én docenten mogen meepraten over aantal leerlingen in klas’
Steeds meer kinderen komen terecht in een plofklas. Hoewel docenten en ouders al jaren klagen over dit fenomeen, hadden zij hier tot nu toe weinig over te zeggen. Maar als het aan minister Arie Slob ligt, komt daar binnenkort verandering in.
De minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media wil dat leerkrachten en ouders in het basisonderwijs het recht krijgen om mee te praten over het aantal leerlingen per klas. Al gaat een vetorecht over de groepsgrootte hem te ver.
Verlichting werkdruk
Dat de groepen op de meeste scholen overvol zitten, zal je niet ontgaan zijn. Zo’n 5% van de kinderen zit zelfs in een groep van meer dan dertig leerlingen. Niet alleen ouders, maar ook de Tweede Kamer zou graag zien dat het aantal erg volle klassen, de zogenoemde ‘plofklassen‘, wordt verminderd. Dat zou de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen en de werkdruk voor de leerkrachten verlichten.
Niet vrijblijvend
Er komt geen wettelijk maximum, als het aan de minister ligt. Maar hij zou wel graag zien dat schoolbesturen voortaan advies vragen aan hun leraren en ouders over de grootte van klassen. In de nieuwe wet waar hij aan werkt houden schoolbesturen de vrijheid om zelf te beslissen, maar toch is dit adviesrecht volgens Slob niet vrijblijvend. Als een bestuur er niet uitkomt met het personeel, kan een geschillencommissie een school tot de orde roepen.
Samenstelling en concept
Scholen moeten dus de ruimte houden hun onderwijs in te richten zoals ze willen, vindt Slob. Hij voegt eraan toe dat bijvoorbeeld ook de samenstelling van de klas belangrijk is, net als het concept van de school. Hij wijst ook op de relatieve betekenis van het begrip ‘groep’: sommige scholen werken met ‘units’ of bijvoorbeeld met een docent rekenen die lesgeeft aan alle kinderen van de school, dus niet aan één groep.
Bron: NOS. Beeld: Shutterstock