Kamer opruimen met kinderen
Als het hele huis een bende is, voelt het voor een volwassene als een flinke klus om dat allemaal in één keer op te ruimen. Voor een kind voelt het ook zo als zijn kamer bezaaid ligt met speelgoed. De opdracht 'ruim dit maar op' werkt dan vooral ontmoedigend. Begin met kleine, haalbare stappen. Dat geeft je kind overzicht en als het hem lukt, krijgt hij voldoening. Dat is een goede motivatie om ermee door te gaan.
Lees ook: 8 tips om je kind (beter) te leren helpen met opruimen
Opruimen moet je leren
Al spelend ontdekt een kind de wereld en zijn eigen vaardigheden. Dit doet hij spontaan: hij pakt wat hij interessant vindt. Voor een kind is het niet logisch om het speelgoed waar hij klaar mee is telkens weer op te ruimen voordat hij het volgende pakt. En zo kan de kamer na een uurtje spelen bezaaid met spullen liggen. Het is soms onbegrijpelijk dat je kind nog iets kan terugvinden in de chaos die hij heeft gecreëerd. Maar hij heeft blijkbaar toch een systeem, hoe rommelig dit ook mag lijken.
Hoe kun je kinderen leren opruimen?
Opruimen is iets wat een kind moet leren. Je kunt je kind helpen met een logische indeling, zodat heel helder voor hem is wat waar hoort. Bijvoorbeeld: de blokken in de blokkendoos, de poppen in de gele bak en de Duplo in de groene opbergkist.
Je kunt hiermee al vroeg beginnen door het voor te doen en te benoemen wat je aan het doen bent. Door te praten tijdens het opruimen betrek je je kind erbij en kan hij oppikken wat je doet en waarom. Als je kind wat ouder is, kun je hem vragen het speelgoed aan te geven of hem het zelf in de juiste kast of doos laten leggen.
Bekijk ook: 11x de handigste speelgoedopbergers volgens de redactie
Vanaf welke leeftijd kan je kind zijn kamer opruimen?
Van kinderen onder de vier jaar kun je nog niet verwachten dat ze zelfstandig hun kamer opruimen. Wel kunnen ze je al goed helpen. Dat kan ook bij andere huishoudelijke klusjes. Vaak vinden ze het leuk en gezellig om je te helpen: het geeft ze inzicht in hoe je dit doet en als het voelt als een spelletje, motiveert dit ze om het zelf te doen als ze ouder worden.
Dit kan een kind jonger dan 4 jaar opruimen:
Blokken in de blokkendoos doen, lego in de kist en poppen in de mand stoppen.
De planten water geven.
Met een eigen stofdoek helpen bij het stoffen.
Met een stoffer en blik helpen bij het vegen.
Bordjes en kopjes in de afwasmachine doen en plastic bekers afdrogen.
Knopjes indrukken van bijvoorbeeld de wasmachine of oven.
Theedoeken opvouwen of kleding aangeven die jij vervolgens opvouwt.
Dit kan een kind van 4 tot 8 jaar opruimen:
Vanaf ongeveer vier jaar kunnen kinderen zelf kleine klusjes doen. Verwacht niet dat je kind het doet zoals jij; je moet hem nog bijsturen. Vanaf zes jaar kan hij wel zijn eigen kamer opruimen.
Geef je kind een eigen taak. Bijvoorbeeld: laat hem de huisdieren eten geven of twee keer per week de planten water geven.
Laat hem helpen bij het schoonmaken: met een stofdoek de kast stoffen terwijl jij stofzuigt. Of hang samen de was op.
Laat je kind ook helpen bij dagelijkse taken als groenten snijden, de tafel dekken of afruimen, afwassen en afdrogen.
Laat je kind zijn speelgoed opruimen voordat hij weer met wat anders gaat spelen.
Breng samen oud papier, plastic of glas naar de container.
Hier kan een kind van 8 tot 12 jaar bij helpen:
Vanaf nu is het normaal dat je kind vaste taken heeft in het huishouden.
De hond uitlaten of de kattenbak/hamsterkooi verschonen. Ook de huisdieren te eten en drinken geven lukt best. Houd het wel goed in de gaten, want kinderen vergeten nog wel eens wat.
Laat je kind een paar keer per week (helpen met) afwassen of de vaatwasser in- en uitruimen. Een boodschap kan hij ook prima doen. Theezetten en zelf een ei koken of bakken is leuk en leerzaam. Blijf er wel altijd bij als je kind bij het fornuis in de buurt is.
Je kind kan zelf zijn vuile kleren in de wasmand doen.
Je kind kan zijn eigen kamer opruimen en eventueel stofzuigen.
Lees meer: Dit zijn geschikte huishoudelijke klusjes per leeftijd
Systeem voor speelgoed opbergen
Als je wilt dat je kind zijn eigen speelgoed of kamer opruimt, is het belangrijk om het hem makkelijk te maken door overzicht te bieden. Dit kun je bijvoorbeeld doen door duidelijk te maken waar het speelgoed hoort. Hou het dus eenvoudig: de autootjes bij de autootjes en de poppen bij de poppen.
Als de kamer er netjes uitziet, is het voor je kind al snel duidelijk dat alles een eigen plek heeft. Als jij alles netjes opruimt, zal je kind ook leren en begrijpen dat opruimen erbij hoort en handig is.
Wat als het opruimen bij je kind niet lukt?
Je kunt niet verwachten dat je kind al na een paar keer precies weet waar alles hoort of hoe hij alles schoonmaakt. Word niet boos, maar herinner hem eraan met geduld en grapjes, dan blijft het veel beter hangen. Zeg bijvoorbeeld: 'Die pop gaat er straks met jouw trein vandoor.' Ga het ook niet voor je kind oplossen door alsnog alles zelf op te ruimen. Dan denkt je kind een volgende keer dat jij het wel voor hem doet.
Tip: Zo werkt een beloningssysteem
5 tips om je kind zijn kamer te leren opruimen
Zo zorg je ervoor dat je kind zijn kamer opruimt:
Ruim samen op
Uiteindelijk wil je dat je kind zelf zijn speelgoed en andere spullen opruimt, maar dat kan hij niet in zijn eentje leren. Hij leert het ook niet als jij alles voor hem blijft opruimen, omdat dat nu eenmaal sneller gaat. Ruim daarom samen op. Dat is gezelliger en als het goed is, gaat het op een gegeven moment ook veel sneller.Begin als je kind klein is
Hoe eerder jij je kind leert dat opruimen er gewoon bij hoort, hoe minder strijd je erover hoeft te voeren. Een kind dat net kan lopen, kan je al helpen om bijvoorbeeld de blokken weer in de opbergkist te doen.Wees duidelijk
De instructie 'En nu alles opruimen!' heeft waarschijnlijk niet het gewenste effect. Dit is een veel te grote opdracht: het is voor je kind niet duidelijk wat precies de bedoeling is. Waar moet hij beginnen? Wat moet waar naartoe? Verdeel het in stappen en maak het concreet: 'Zet alle boekjes maar terug in de kast.' Of: 'Doe je sokken en ondergoed in de wasmand.' Geef daarna eventueel een volgende opdracht.Leg de lat niet te hoog
Voor kleine kinderen is het handig als je aparte opbergplekken hebt voor al het verschillende speelgoed. Denk bijvoorbeeld aan manden, dozen, opbergboxen en kasten. Geef die allemaal een vaste plek, zodat je kind precies weet waar hij de Duplo in kan stoppen, waar de puzzels moeten en waar de verkleedkleren.Geef een compliment
Geef je kind tijdens het opruimen complimentjes: 'Wat ben je goed bezig!' Of: 'Wat wordt het al netjes.' Dat geeft je kind zelfvertrouwen en een positief gevoel. Als hij dat koppelt aan opruimen, wordt het een leuk taakje in plaats van een vervelende strijd.
Minimaliseren, zo doe je dat
Als je kind jarig is geweest of als Sinterklaas of de Kerstman langs zijn geweest, is zijn speelgoedcollectie waarschijnlijk weer groter geworden. Met deze tips hou je de speelgoedkast goed opgeruimd:
Leren minderen: geef het goede voorbeeld door je kind te laten zien dat je spullen ook kunt weggeven. Leg je kind uit dat hij daardoor meer ruimte heeft om te spelen en dat hij andere kinderen blij maakt met zijn speelgoed.
Sorteren: leg al het speelgoed bij elkaar. Bedenk waar je kind graag mee speelt en wat nu bij zijn leeftijd past. Gooi wat kapot is weg en geef dubbel speelgoed weg.
Eén erin, één eruit: spreek met je kind af dat er bij nieuw speelgoed ook iets van zijn speelgoed de deur uitgaat. Zo leer je hem bewust met spullen om te gaan én voorkom je dat de speelgoedkast overstroomt. Vindt je kind het te lastig om iets van zijn bezittingen weg te doen, dan kun je het ook tijdelijk opbergen op een andere plek.
Beperk de ruimte: bewaar het speelgoed op één plek. Spreek met jezelf af dat wanneer de speelgoedkast vol dreigt te raken, je geen nieuwe kast aanschaft, maar dat je speelgoed wegdoet.
Praktische cadeaus: is je kind binnenkort jarig en wil je dat hij niet alleen maar speelgoed krijgt? Vraag dan om praktische cadeaus. Denk bijvoorbeeld aan een nieuwe rugzak, sloffen of een drinkbeker. Krijgt hij toch speelgoed en speelt hij er niet mee? Berg het op en haal het na een tijdje weer tevoorschijn.
Wat als je kind boos of verdrietig wordt bij het opruimen van zijn speelgoed?
Voor jou is opruimen waarschijnlijk heel fijn: de kamer ziet er daarna weer lekker schoon uit en dat voelt goed. Maar je kind voelt zich waarschijnlijk heel anders. Hij wil zijn speelgoed helemaal niet opruimen of weggooien. En ja, daar kan hij kwaad om worden. Hoe ga je daarmee om?
Erken zijn gevoelens. Zeg bijvoorbeeld: 'Ik zie dat het opruimen je verdrietig maakt' of 'Je bent er nog niet aan toe om afscheid te nemen van…?'
Parkeer ook even je eigen gevoelens. Opmerkingen als: 'Dat is toch troep' of: 'Je hebt hier al zo lang niet mee gespeeld, maak er niet zo'n drama van,' helpen je kind niet. Het kan hem alleen maar kwader of verdrietiger maken.
Vraag door: 'Wat zou je nog met (…) willen doen?' En beslis samen of het wegdoen van het speelgoed nu het juiste moment is.
Bedenk samen of je andere kinderen blij kunt maken met dit speelgoed. Iets weggeven is soms makkelijker dan het weggooien.
Bedenk een systeem waarin je meerdere bakken neerzet: bijvoorbeeld een bak voor nu en een bak voor speelgoed waar al een langere tijd niet mee gespeeld is en je eigenlijk weg wil doen. Zet dit achterin de kast. Wat hier over zes maanden nog in zit, gooi je weg zonder er nog een keer naar te kijken.
Lees meer: 'Van huishoudelijke klusjes wordt je kind later succesvol.'
Bron: DeMorgen