'Zullen we een terrasje pakken, mam?' Mijn dochter is een horecakind. We wonen in de binnenstad en gaan minstens twee keer per week ergens wat drinken of een hapje eten. Bij mooi weer is een terras ideaal: wij een cappuccino in de zon, terwijl zij rondjes stept om de fontein op het autovrije plein. In het winterseizoen weet ik precies welk restaurant een speelhoek heeft, welk café een 'cadeautje-op-een-broodje' en waar een goed gevulde spelletjeskast is voor als de verveling bij onze zevenjarige toeslaat.
Blauw van de rook
Onze dochter is geboren na het rookverbod in de horeca, dat scheelt. Ik had haar nooit zo vaak meegenomen voor een drankje, als de kroegen nog blauw van de rook hadden gestaan. Inmiddels kun je je bijna niet meer voorstellen dat er gerookt werd in een restaurant of café. En ik denk dat we straks ook niet meer kunnen geloven dat je rookte op een terras.
Nergens meer ongestoord roken
'Wat is dat voor een stank, mama?' Mijn dochter heeft haar neus opgetrokken in allemaal kleine rimpeltjes en kijkt met een vies gezicht om zich heen. De vrouw aan het tafeltje naast ons op het terras heeft een sigaret opgestoken. 'Ssst', zeg ik. 'Het is maar een sigaretje'. Ik vind het ook vies, maar ik vind het lullig als die mevrouw zich bezwaard voelt. Ze kan al bijna nergens meer ongestoord roken. En ik weet als geen ander hoe je die peuk soms nodig hebt.
Stoppen was de hel
Ik heb twaalf jaar gerookt. Roken hoorde bij stress, bij gezelligheid, bij alcohol, bij koffie, bij telefoongesprekken, bij überhaupt gesprekken, bij autorijden, bij het begin van de dag, bij het einde van de dag… Bij alles dus. Stoppen was de hel, twee maanden lang was ik niet toerekeningsvatbaar, maar daarna was ik er vanaf. Wat is het chill om niet altijd bezig te zijn met hoeveel sigaretten je nog hebt en of je ergens wel mag roken. En scheelt enorm veel geld! Ik ben nu bijna tien jaar gestopt, maar heb twee jaar geleden nog een zwakke periode gehad. Ik was een beetje overspannen en begon weer. 'Af en toe eentje kan wel', meende ik. Nou dat kan dus niet. Hoewel ik er inderdaad maar af en toe een rookte, dacht ik weer 24/7 aan mijn volgende sigaret.
Caballero zonder filter
Ze zeggen dat ex-rokers de ergste antirokers zijn. Dat weet ik niet. Maar ik weet wel dat ik nu niet meer snap dat ik geen last had van de stank. Die rookgeur die in je haar, je kleren en op je vingers zit. Als ik het huis van mijn ouders binnenkom, bedenk ik me vol afschuw dat zij altijd in die walm zitten. Zelfs op hun slaapkamer puilt de asbak uit! Mijn vader en moeder zijn verstokte rokers. Vroeger staken ze de ene na de andere sigaret op (Caballero zonder filter, getver!) in de auto met mijn broertje en mij op de achterbank, terwijl ze luidkeels Wishing well van Terence Trent d'Arby meezongen. Het zijn hele goede ouders hoor! Ter hun verdediging: het waren de jaren tachtig. Mensen toupeerden hun haar en droegen fluoriserende kleding. Met beenwarmers.
'Wil nou dat z'n kind gaat roken?'
Maar de tijden veranderen en rokers zitten inmiddels in het verdomhoekje. Hoewel ik met ze meevoel is dat natuurlijk een uitstekende ontwikkeling. Roken moet veel minder normaal worden. Wie wil nou dat z'n kind gaat roken later? Kinderen doen na wat ze zien. Vrienden van ons rookten niet in huis, maar staken altijd een sigaret op bij het naar buiten gaan. Op een gegeven moment ging hun peuter hetzelfde gebaar maken. Zodra ze in haar buggy zat, maakte ze zuiggebaren aan haar kleurpotloodje en blies de 'rook' met een gelukzalige glimlach uit.
Nooit meer beginnen
Roken moet abnormaal worden, vind ik. Wat mij hielp om te stoppen bijna tien jaar geleden? Het verbod op roken in de horeca. Ik ging nergens meer heen. Waarom zou ik naar de kroeg gaan als ik niet lekker mocht paffen tijdens het wijn drinken? Waarom uiteten als ik geen sigaretje kon opsteken bij de koffie? Toen ik me realiseerde hoe die verslaving mij beperkte, vond ik de motivatie om te stoppen. En dat zal voor anderen ook zo werken. Als je nergens meer kunt roken, zullen meer mensen stoppen. En hopelijk kom ik dan ook nooit meer in de verleiding om weer te beginnen.