Ik hou van zwemles. Omdat ik in de warmte drie kwartier kan zitten doezelen, terwijl mijn kinderen zichzelf zonder mijn hulp uitputten, dat ook. Maar vooral vanwege meester Arie, een grote man in een knalgeel zwemshirt.
Lees ook: Op welke leeftijd beginnen met zwemles?
Dartelende puppy's
Kalmpjes schrijdt hij door het water, maakt hier een grapje, geeft daar een aanwijzing terwijl de kinderen van badje twee om hem heen dartelen als natte puppy's. Hij leidt moeiteloos, zij volgen met plezier. Meester Arie is precies hoe ik me het ouderschap ooit had voorgesteld.
In werkelijkheid ben ík meestal degene die om mijn kinderen heen dartelt (in het beste geval). Het lijkt soms of zij richting aangeven in plaats van ik: naar de ijsboer, naar hun kamer voor dat ene verkleedpak waar ze niet zelf bij kunnen, nóg een keer beneden iets onduidelijks doen terwijl ik boven in de badkamer al met hun tandenborstel sta te wachten.
Wie is hier eigenlijk de baas?
En op het grotere geheel: naar de speeltuin terwijl ik naar de stad wil, naar de stad terwijl ik thuis wil blijven, naar huis terwijl ik naar het terras wil. Wie is hier eigenlijk de baas? vraag ik me weleens af.
'Papa en mama,' antwoorden ze braaf als ik het vraag. Maar de praktijk is dat ik op mijn beste dagen hoogstens meewerkend voorman ben, en op andere dagen niet meer dan een snuffelstagiaire. Ja maar ho eens, ík zou bepalen wat we gingen doen als er eenmaal nageslacht was.
Niets ergers dan ouders die in de supermarkt onderdanig: 'Wat wil je vanavond eten, lieverd?' aan hun peuter vragen, en daarna omslachtig in discussie gaan over het antwoord. Zo'n moeder zou ik nooit worden, had ik altijd gedacht, en toch ben ik niet overtuigend in the lead. Misschien is het daarom zo aangenaam om naar meester Arie te kijken: de grote gele pedagoog laat in z'n eentje zien hoe het óók kan.
Lees ook: Onderzoek bewijst: kinderen zijn te veel de baas in huis
Leren van meester Arie
Toen ik vorige week na afloop van de zwemles mijn vochtige kinderen weer in hun kleren had gehesen, kwam hij net langsgelopen. 'Meester Arie!' riep ik snel (juffen en meesters mogen door iedereen juf en meester worden genoemd), 'Luisteren jouw kinderen thuis ook zo goed?'
Hij dacht erover na. 'Nou, nee,' zei hij toen met een lachje. 'Daarom heb ik ze weggestuurd. Maar ze waren ook al bijna dertig.' Aan de ene kant was ik een beetje teleurgesteld: geen gratis opvoedadvies. Aan de andere kant is mijn jongste pas net begonnen met zwemles. Dat betekent nog heel lang kijken naar én leren van meester Arie, niet alleen voor mijn kinderen, maar vooral ook voor mij. 'Jongens, jullie gaan allebei door voor je C-diploma,' zei ik.