Voor oudersPersoonlijke verhalen

Pia: 'Ik ben dankbaar dat ik mijn dochter de laatste dagen van haar leven zoveel liefde heb kunnen geven'

BNN/VARA
BNN/VARA
Leestijd 7 minuten
Lees verder onder de advertentie

'Als ik zeven weken zwanger ben, krijg ik plots enorm veel buikpijn. Ik bel het ziekenhuis en mag langskomen voor een echo, om uit te sluiten dat de zwangerschap buitenbaarmoederlijk is. Het is onze eerste echo, en we vinden het enorm spannend.

Al snel wordt het hartje gevonden, en zijn we ontzettend opgelucht. Dan is de echoscopist even stil. Ze ziet niet één, maar twee hartjes. Over een tweeling hebben we nooit nagedacht, dus we zijn enorm verbaasd. Als het nieuws eenmaal is geland, vinden we het heel bijzonder. Dubbel feest.

Lees ook: Zo groot is de kans om zwanger te raken van een tweeling of meerling

Lees verder onder de advertentie

Verkorte baarmoederhals

Tijdens mijn zwangerschap ben ik soms onzeker, en wil ik vaker een echo dan normaal is, zodat ik zeker weet dat alles goed gaat. Als ik 26 weken zwanger ben en heb afgesproken te gaan borrelen met een vriendin, wil ik toch van tevoren nog even ter check een echo.

Eenmaal in het ziekenhuis blijkt dat mijn baarmoederhals verkort is, en dat ik moet blijven. Ik had misschien een voorgevoel dat er iets niet goed was, maar met dit scenario had ik geen rekening gehouden. Ik bel Woes dat ik in het ziekenhuis moet blijven, en krijg longrijpingsprikken en weeënremmers toegediend. Volledige bedrust is vereist.

Het ziekenhuis in

Ze doen er alles aan om de kindjes zo lang mogelijk te laten zitten. Ik word op een kamer gelegd met een andere zwangere vrouw, die er al een tijd ligt. Al snel raken we bevriend, en ik ga ervan uit dat ik de komende weken in het ziekenhuis blijf liggen. Elke middag komt Woes uit zijn werk met eten naar het ziekenhuis, en is de man van mijn kamergenote er ook. Samen kijken we naar het WK. Het is eigenlijk best gezellig. Ik vind het niet zo erg om hier te zijn, en neem lekker mijn rust.

Lees verder onder de advertentie

Als ik 27 weken zwanger ben, komt mijn zus langs in het ziekenhuis. Ik ben wat onrustig, en kan geen houding vinden waarin ik lekker zit. Ik heb enorm veel last van mijn onderrug, maar dat is niet zo gek, want ik lig al een week in een bed. 's Nachts wordt de pijn heviger. Er komt ziekenhuispersoneel met warme handdoeken die ze op mijn rug leggen, maar er gaan bij niemand alarmbellen rinkelen.

Lees ook: Voortekenen bevalling: wanneer begint het?

Wat is de overlevingskans?

Als ik met veel pijn naar het toilet ga, en na een tijd om hulp vraag, komt er een verpleegkundige die aangeeft dat ik nog maar even op het toilet moet blijven zitten. Even later wordt het toilet afgeblokt voor de andere vrouwen in op mijn afdeling, om te voorkomen dat iemand wordt aangestoken met een eventueel buikvirus.

Lees verder onder de advertentie

Inmiddels is Woes er ook, en steekt mijn kamergenote haar gezicht om het gordijn heen om tegen Woes te zeggen dat ze denkt dat ik ga bevallen. De artsen worden er eindelijk bij geroepen, en dan blijkt dat ik al 10 centimeter ontsluiting heb.

De kinderarts en gynaecoloog maken zich klaar en kort daarna worden Boet en Pup snel geboren. Het eerste wat ik vraag aan de gynaecoloog is: 'Wat is eigenlijk de overlevingskans?' De gynaecoloog geeft aan dat dit rond de 70 procent ligt.

Lees ook: Dit staat je te wachten als je baby te vroeg wordt geboren

Lees verder onder de advertentie

Toeters en bellen

Ik blijf de eerste drie dagen in het ziekenhuis en mag dan naar huis. Pup en Boet liggen in een couveuse op de nicu (neonatale intensive care unit) en worden 24/7 in de gaten gehouden. Er liggen meerdere baby's in dezelfde kamer en er gaan continu bellen af. Het is een gepiep van jewelste. Dat geeft een heel stressvol gevoel. Tijdens een van onze bezoekjes moeten we een tijdje op de gang wachten. Er is een incident met een van de baby's op de afdeling. Daar schrikken we enorm van, want het besef dat het plots anders kan gaan is ineens groot.

Als we niet in het ziekenhuis zijn kunnen we elk moment gebeld worden dat er iets speelt. Zo worden we bijvoorbeeld gebeld voor een bloedtransfusie en moet ik snel komen om bloed af te geven. Elke dag krijgen we een verslag vol ziekenhuisjargon. We vragen ons vooral af wat normaal is, met een tweeling die geboren is bij zoveel weken. Hoort dit erbij?

Zijn we er bijna?

We staan inmiddels al maanden in de overlevingsstand, net als onze kinderen. We lijken de meest cruciale periode uit te zijn met Boet en Pup, maar dan gaat het toch mis en krijgt Pup een complicatie. Dit wordt veroorzaakt door een infectie, waardoor ze zo snel mogelijk weer aan de beademingsapparatuur moet.

Lees verder onder de advertentie

Helaas hebben de artsen erg lang de tijd nodig en heeft dit impact op de zuurstofbehoefte van Pup. Na vijf uur is het eindelijk gelukt. We zijn opgelucht, en krijgen te horen dat Pup weer terug naar de nicu moet. Daar moet ze de infectie uitzitten.

Lees ook: Marcella werkt op de nicu: 'Baby's zweven hier tussen leven en dood. Daar wen je nooit aan'

Hersenbeschadiging

Twee weken later wordt er een hersenscan gemaakt en krijgen we te horen dat Pup hersenbeschadiging heeft opgelopen door het zuurstoftekort. Pup zou daardoor spastisch zijn en moeilijk kunnen gaan lopen. Als het nieuws is geland, denken we: 'Oké, als dat het is, dan komt het wel goed'.

Lees verder onder de advertentie

Na een paar weken blijkt dat de hersenbeschadiging veel ernstiger is. Hebben ze het echt goed gezien? Is er nog hoop? We vragen een second opinion aan. We reizen af naar Groningen, hebben een gesprek met een bevriende kinderarts uit Amerika en spreken mensen die iets soortgelijks hebben meegemaakt.

Na meerdere onderzoeken krijgen we te horen dat het eigenlijk niet erger kan. Ze zal zwaar gehandicapt zijn, geen emoties voelen en geen contact kunnen leggen.

Hebben ze het wel juist?

Dit nieuws komt zo rauw op ons dak. Bovendien is het maar moeilijk te geloven. Als ik naar haar kijk zie ik geen verschil met Boet. Wat als ze het mis hebben? Er zijn ook momenten waarbij ik haar in mijn armen heb, en ze naar me lacht. Terwijl ze aan hebben gegeven dat ze geen emotie zou kennen. Daardoor blijf ik me afvragen of ze het wel juist hebben. Dan wordt er tegen ons verteld dat als er epilepsie bij komt in het eerste jaar, het echt foute boel is. Niet veel later krijgt ze epileptische aanvallen.

Lees verder onder de advertentie

Als Pup 5,5 maand oud is en we weer op de ic belanden, krijgen we een gesprek in een familiekamer met het hoofd van de ic. Ze geven aan dat ze afraden naar de ic te komen wanneer dit weer nodig is, omdat er eigenlijk niks meer is dat ze voor haar kunnen doen. Het kan eigenlijk alleen nog maar erger worden. We kunnen alleen nog monitoren of Pup comfortabel is en geen pijn heeft.

Lees ook: Rilana's pasgeboren dochter kwam op de ic: 'De verpleging zei: 'Geniet van elkaar, zolang het kan'.'

Pup sterft in mijn armen

Thuis krijgen we palliatieve zorg van verpleegkundige Lies, wie we eeuwig dankbaar zijn. Als Lies na een aantal dagen aangeeft dat ze denkt dat dit het moment is, begeleidt ze ons naar de bank en niet veel later sterft Pup in mijn armen.

Lees verder onder de advertentie

Ondanks dat ik alles zo graag anders had gewild voor Pup, ben ik dankbaar dat we haar de laatste dagen van haar leven zoveel liefde hebben kunnen geven. En dat ze in mijn armen is overleden.

Broederliefde

Pup zou in juni 10 jaar worden, en ondanks dat ze is overleden, is ze altijd onderdeel van het gezin. Haar broers Boet (9) en Bos (7) noemen haar nog elke dag, en als iemand vraagt naar onze gezinssamenstelling noemen ze hun zusje altijd. Elk jaar vieren we haar leven op haar sterfdag. Ze is altijd bij ons.'

Meer weten over het verhaal Pia en Woes, of andere ouders die een kind zijn verloren? Ze delen hun verhaal in de documentairereeks Leven naast de dood. De eerste aflevering is te zien zijn op dinsdag 14 mei op NPO1.

Lees verder onder de advertentie