Het is vrijdag en vandaag sta ik de hele dag alleen op een groep met vier peuters. Helemaal alleen ben ik natuurlijk niet, want naast me op de andere groep zijn twee collega's aan het werk. Als er iets is, hoef ik maar een seintje te geven.
Onverwacht bezoek
Tegenwoordig komt het bijna nooit voor dat er zo weinig kinderen zijn en ik merk dat ik het wel fijn vind. 'Vandaag zal het een rustige dag worden,' denk ik. De kinderen zijn heel zoet aan het spelen. Ik haal het fruit uit de koelkast en begin het in stukjes te snijden.
Lees ook: Welke kinderopvang kies je, en hoe ziet een dag daar er eigenlijk uit?
Dan hoor ik de voordeurbel gaan. Een van mijn collega's doet open en een vrouw stapt mijn groep binnen. Ze geeft me een hand. 'Hallo, ik ben Carlijn van de GGD.'
Ingewikkelde vragen
'Oh nee, de GGD,' schiet er door mijn hoofd. Ieder jaar komt er iemand langs voor een inspectie, maar waarom juist nu? Waarom als ik helemaal alleen ben? Ik weet dat ze gewoon komt kijken hoe het er hier aan toe gaat en of we ons aan alle gestelde eisen houden.
Toch krijg ik er altijd de zenuwen van. Wat als ze ingewikkelde vragen gaat stellen waar ik geen antwoord op weet? Of wat als ze vindt dat ik mijn werk niet goed doe? Ik heb geen idee waar ze een op- of aanmerking over zou kunnen hebben, maar ik krijg er klamme handen van.
Leestip: Hier vind je alle informatie over de kosten van de kinderopvang voor dit jaar
Auto op je hoofd
Carlijn heeft zich intussen op de bank geïnstalleerd met een notitieblok. Ze begint driftig allerlei dingen te noteren. 'Nu al?' denk ik. Wat is je in die luttele seconden dat je hierbinnen bent al opgevallen? Ik slik en ga verder waar ik mee bezig was: fruit snijden.
Net als Carlijn haar mond opendoet om een vraag te stellen, geef ik een schreeuw. Achter haar is namelijk een vechtpartij uitgebroken. Simon slaat met een auto hardhandig op het hoofd van Thirza. Die is daar niet van gediend en bijt in zijn arm.
Lees ook: Je peuter bijt: wat te doen?
In tranen
Verschrikt ren ik naar de twee kinderen toe en haal ze uit elkaar. Die proberen mij te negeren, zodat ze elkaar weer in de haren kunnen vliegen. De kleintjes zijn woest en in tranen. Rustig probeer ik ze tot bedaren te brengen, maar dat duurt best lang.
Terwijl ik de ogen van Carlijn in mijn rug voel prikken, zet ik Thirza aan tafel met een puzzel en neem ik Simon op schoot. Als de rust weer is wedergekeerd heb ik de moed om Carlijn weer aan te kijken. 'I-ik weet niet wat er gebeurde,' stamel ik. 'Dit heb ik met hen nog nooit meegemaakt.'
Een heel relaxte dag
Dit zeg ik niet omdat Carlijn van de GGD is, want het is gewoon waar: Ik heb deze kinderen nog nooit zo tegen elkaar zien doen.
Carlijn lacht en zegt: 'Nou, ik zie dat je het goed hebt opgelost.' Ze staat op en zegt: 'Ik heb het wel gezien hoor! Je bent heel lief tegen de kinderen.' Opgelucht laat ik Carlijn naar buiten.
Als de ouders aan het eind van de middag hun kinderen komen ophalen, zegt de moeder van Amir: 'Je had zeker een heel relaxte dag? Zo fijn dat je er maar vier had!' Ik knik wazig en denk ondertussen: 'Gelukkig sta ik maandag weer met een collega.'