Het is zomer en wij staan met vrienden op een camping. Ons kampement is een soort Pinterestplaatje: oude Amerikaanse busjes, een lange eettafel vol slingerlampjes, een tent, een BBQ. Er slingeren slippers in het gras, kinderen rennen met natte haren en smeltende ijsjes, het ruikt er naar houtskool en de zon begint nét onder te gaan.
Midden op ons veld staat een elektrische bakfiets zonder trappers, maar mét gashendel aan het stuur. Die is van onze goede vriend, die na een vreselijk motorongeluk zijn benen nooit meer écht kan gebruiken. Het is een logge, indrukwekkende bakfiets, waarmee je in theorie een klein dorp zou kunnen verplaatsen.
Lees ook: Dááág bakfiets: dit zijn 3 slimme en snelle alternatieven
Formule 1-wagen
Ik zit aan de eettafel, schenk nog maar een wijntje in, en speel wat met mijn 2-jarige zoon Louis. Hij vraagt om melk. Ik loop de bus in, op weg naar de koelkast. En dan gebeurt het. In mijn ooghoek zie ik hem: mijn peuter. Op die bakfiets. Vroem!
Hij geeft vol gas. Ik schat zo'n 25 kilometer per uur. Op een camping voelt dat alsof er een formule 1-wagen door het veld jaagt. Hij scheurt scheef over het gras, rakelings langs tenten, op een haar na langs sissende BBQ's.
Lees ook: Barbecueën als je zwanger bent: hier moet je op letten (plus 5 recepten)
Op hoge espadrilles
Een man met een satéstokje halverwege zijn mond blijft stokstijf staan. Iemand met een wc-rol onder zijn arm springt snel naar achteren. Een meisje met een ijsje in haar hand staart hem perplex na, haar Cornetto zachtjes kantelend.
Ik gil: 'Ho! Louis! Stop! Iemand trek hem eráf!' - terwijl ik, op mijn hoge espadrilles (je weet wel, schoenen die bij de minste beweging besluiten je enkels te verraden), achter hem aan ren. Maar voor iemand snapt wat er aan de hand is, is hij al vijf tenten verder.
Hard op het gras
Dan stuift hij recht op een brandende vuurkorf af. Dit was het, denk ik. Maar daar is hij: de held van de camping. Een grote man sprint naar voren en tilt mijn zoon in één soepele beweging van de fiets. Louis landt hard op het gras, huilend en met grote ogen. 'Mamaaa!', is het enige dat eruit komt.
De fiets zoeft nog even door en botst tegen een vreemde camper aan. Ik pak mijn zoon op, voel zijn snelle hartslag tegen me aan. 'Mama schrok zich dooood', fluister ik, terwijl ik zijn tranen weg kus.
Lees ook: EHBO bij kinderen en baby's: dit moet iedere ouder weten
Als een havik
De hele vakantie had ik als een havik opgelet. Altijd reddingsvest aan bij het water, camperdeur op slot, nooit verloor ik hem uit het oog. En toch ... vijf seconden melk pakken, en je kind vliegt over de camping op een elektrische bakfiets.
Soms komt gevaar uit een hoek die je écht niet verwacht. Of in ons geval: recht van het veld, met 25 kilometer per uur, van een peuter zonder énig besef van remmen, richting of gezond verstand. Maar die stiekem wél had gekeken hoe die fiets werkt.
Meer columns van Lauren lezen? Dat kan hier.