Ik word niet zoals mijn ouders op vakantie… Ik word niet zoals mijn ouders op vakantie… IK WORD NIET ZOALS MIJN OUDERS OP VAKANTIE. Deze mantra heb ik veelvuldig tegen mezelf gezegd vlak voor het aanbreken van een lange reis met mijn gezin.
Weinig voorpret
Ik neem je even mee 35 jaar terug in de tijd. Ik hou van mijn familie, maar niet als het om vakantie gaat. Vlak voor vertrek naar een zonovergoten bestemming, was er bij de Meerendonkies nou niet bepaald voorpret. Als we met de auto gingen, was er gedoe over inpakken, waren de paspoorten altijd spoorloos en werd er onderweg eindeloos geruzied over de route.
Maar het allerergste vond ik een vliegvakantie. Dat was alles wat hiervoor is beschreven plus nog eens acht uur van tevoren aanwezig zijn op Schiphol. Om je vervolgens als kind stierlijk te vervelen. Dat uren eerder aanwezig zijn is misschien een generatieding van onze ouders. Mijn schoonmoeder en -vader boeken een dag voor vertrek een hotel bij het vliegveld zodat ze zeker weten dat ze op tijd zijn. Conclusie: ik wil niet zo zijn.
Lees ook: Vakantie met jonge kinderen, waar let je op?
Dertig jurkjes per dochter
Vorig jaar kon ik dat meteen in praktijk brengen. Vlak na COVID besluiten we een lange reis te maken. Het inpakken gaat al niet vlekkeloos. Ik heb voor beide dochters dertig jurkjes ingepakt. Let wel: per kind. En een drievoud van dit aantal in luiers.
Mijn vriendin besluit, na een hoop gesputter van mijn kant, de helft te lozen aangezien wij tweeën alleen nog een boxershort en een jurkje kunnen meenemen. Hoe dan ook besluit ik rustig te blijven, want: Ik. Word. Niet. Zoals. Mijn. Ouders.
Om dat kracht bij te zetten, wil ik slechts 2,5 uur van tevoren op het vliegveld zijn. Tot ongenoegen van mijn wederhelft. De security komen we makkelijk door, maar het wordt vervelend als we bij de marechaussee komen. De man in het hokje kijkt ons streng aan en wijst naar mijn vriendin. 'Waarom draagt deze vrouw een andere naam dan u en uw kinderen?' 'Eh, omdat we niet getrouwd zijn,' antwoord ik schaapachtig.
Lees ook: Stressvrij vliegen met kinderen
Mee naar achteren
Mijn nerveuze houding wekt argwaan. Met nog dertig minuten voor boarding moeten we mee naar achteren. Ze willen checken of ik mijn eigen kinderen niet ontvoer samen met een vreemde vrouw. 'Ik zei toch dat we hadden moeten trouwen. Dan waren we van dit gezeur af,' sneer ik zachtjes naar mijn vriendin, die huwen maar ouderwets vindt.
Na koortsachtig overleg tussen de marechaussee en onze gemeente komt er groen licht: we mogen op reis. Eén probleem: de gate is aan de andere kant van Schiphol. We zetten een sprint in waar Usain Bolt jaloers op zou zijn. En dat terwijl ik ook nog mijn dochters draag. Totaal bezweet komen we aan, net voor het sluiten van de deuren. 'Zie je wel dat we eerder van huis hadden gemoeten,' bromt mijn vriendin terwijl we een plekje zoeken in het vliegtuig. Ondertussen probeer ik twee huilende kinderen rustig te krijgen. Ik zucht diep. Ik ben mijn ouders geworden.
Lees ook: Niet getrouwd maar wel kinderen? Dit moet je regelen