Het is belangrijk dat grootouders zich bewust zijn van hoe ze communiceren met hun kleinkinderen. ,,Soms kunnen onbedoelde of zelfs goed bedoelde opmerkingen van opa of oma een sfeer creëren waarin kleinkinderen zich ongemakkelijk of onzeker voelen", vertelt Ann-Louise Lockhart, kinderpsycholoog en voorzitter van A New Day Pediatric Psychology in San Antonio, tegen HuffPost.
,,Ze moeten zich realiseren hoezeer hun woorden invloed kunnen hebben op de manier waarop hun kleinkinderen over zichzelf en hun relatie met hun (groot)ouders denken," aldus Lockhart. En waar het voor grootouders niet altijd makkelijk is om te weten wat ze beter wel en niet kunnen zeggen, is het voor hun (veelal Millennial) kinderen niet altijd eenvoudig om aan te geven wat nou wel en niet gepast is.
Lees ook: De grote waarde van grootouders: 'Opa en oma bewaken de continuïteit in het leven van je kind'
Uitspraken
Wij hebben daarom een lijstje uitspraken samengesteld die grootouders misschien beter niet meer tegen hun kleinkinderen kunnen zeggen. Op basis van input van verschillende ouders, en mét uitleg waarom.
-
'Wie vind je liever: opa of oma?'
Een kind is helemaal niet bezig met wie er liever is: een kind wil gewoon liefde en aandacht van alle opa's en oma's die er zijn. Een grootouder die op zoek is naar bevestiging, moet die vooral niet zoeken bij het kleinkind zelf. -
'Niet tegen je ouders zeggen...'
Als je ergens niet in moet willen stoken, is het wel in de vertrouwensband tussen ouder en kind. Een kind moet alles tegen zijn of haar ouders durven zeggen. Als het dan van opa of oma de boodschap krijgt dat er dingen zijn die ze niet moeten delen, is dat heel verwarrend. -
'Pas op, dat is heel duur'
Een peuter heeft geen idee wat de waarde is van een item - een plastic speelgoedtelefoon is wat hem betreft waarschijnlijk waardevoller dan een dure vaas. Het is goed om kinderen te leren soms voorzichtig te zijn. Maar dat het om iets 'duurs' gaat, zou daarbij niet uit moeten maken. -
'Geef me een kus'
Natuurlijk is het leuk als opa of oma een kus of knuffel krijgt van zijn of haar kleinkind, maar dat 'eisen' gaat wat ver. Het is juist heel goed wanneer kinderen leren hun eigen behoeftes aan te voelen en daarin grenzen aan te geven. -
'Als je dat niet doet, word ik heel verdrietig...'
Wat is dit, chantage van een minderjarige? -
'Heb je al een vriendje/vriendinnetje?'
Ehm, sinds wanneer gaan kleine kinderen romantische relaties aan? -
'Hoezo heb je nog geen oorbellen?'
Waarschijnlijk heeft een kind geen oorbellen, omdat de ouders dat niet willen. En dat zijn ook geen beslissingen die een baby, peuter of kleuter zelf kan maken, dus er is ook geen reden om daarnaar te vragen. -
Je lijkt wel een ...'
Een vergelijking kan grappig zijn, maar ook verwarrend. Een kind kent vooral zichzelf, en kan het heel ingewikkeld vinden om met iets of iemand anders vergeleken te worden. -
'Wat een dikke buik heb jij!'
Waarom zou je een jong kind een complex aanpraten over zijn of haar eigen lichaam? En waarom zou je jouw eigen onzekerheden projecteren op je kleinkind? -
'Wat dom van jou.'
Een kind dom noemen, is simpelweg erg onaardig. Ook als het grappend bedoeld is: een kind snapt dat niet altijd, en gaat twijfelen aan zijn eigen vaardigheden. Onzekerheid aanpraten is nergens voor nodig. -
'Hier, probeer maar.'
Niet iedere ouder vindt het fijn als zijn of haar kind ongevraagd lekkers toegestopt krijgt. -
'Dat zeggen je ouders, máár...'
De basisregel: ouders hebben altijd gelijk. Maar dat betekent niet dat grootouders hun eigen kinderen kunnen passeren in de keuzes die ze maken of regels die ze opleggen.
Het klinkt misschien allemaal zwaar en ingewikkeld of overdreven, maar uiteindelijk gaat het om niets anders dan respect hebben voor de manier waarop ouders hun eigen kind(eren) opvoeden. Kleinkinderen zijn vaak dol op hun opa en oma, en om die relatie zo goed mogelijk te houden, kan het echt geen kwaad als grootouders soms iets langer stilstaan bij hun woordkeuze.
Lees ook: Rol van opa en oma in de opvoeding