Hoe druk het ook is, bij zwemles is er één vrouw naast wie ik nooit ga zitten. Niet omdat ze onaardig is of voortdurend op de luidspreker belt. Nee, omdat ze een baby heeft. Zijn zachte, mollige beentjes die uit de draagzak bungelen, zijn genoeg om mij als moeder van een grote kleuter en een nog grotere jongen elke keer te overspoelen met een adembenemende mix van verlangen, verdriet en vertwijfeling: zal er dan nooit meer zo'n warm minimensje op mijn buik liggen?
Hunkerend op de babyafdeling
Babyheimwee. Haast iedere moeder die ik erover spreek, voelt het weleens. Van hunkerend over de babyafdeling van de Hema lopen, tot een steek van jaloezie bij het zien van zwangere vrouwen. 'Ik vond het heel erg dat ik nooit meer zwanger zou zijn, nooit meer zou bevallen, nooit meer borstvoeding zou geven.' Myrthe (38) en haar man zouden het bij twee kinderen houden, dat wisten ze zeker. Al hun babyspullen hadden ze weggedaan.
Maar toen de jongste naar de basisschool ging, voelde ze ineens: ik wil dit allemaal nog een keer meemaken. Enige probleem: haar man wilde pertinent niet. 'Daar werd ik verdrietig van. "Omdat jij geen derde wil, gebeurt het niet," zei ik tegen hem. "Dat vind ik oneerlijk. Want het is niet zo dat omdat ik het wel wil, het wél gebeurt. Op die manier kunnen we er niet over discussiëren."
Toen is hij gaan nadenken, en een klein jaar verder zei hij: oké, als het komt, dan komt het. Vlak daarna bleek ik zwanger.' Inmiddels is hun dochter vier maanden oud en alles gaat voorbeeldig. Alle nieuwe babyspullen konden ze huren, overnemen of lenen. En hun puberzoon? Die smelt bij de aanblik van zijn kleine zusje.
Lees ook: Als je partner geen kinderen wil, maar jij wél
Nu het nog kan
Hoe mooi ook, dit soort verhalen maken me onrustig. 'Een nieuwe baby wordt ook weer groot hoor,' zegt mijn moeder dan waarschuwend. Ze ziet wat ik ook heus wel weet: we zijn moe, het geld is op, ons huis is vol. Ik ben 39 jaar en prijs me elke dag gelukkig met onze twee gezonde jongens. Bovendien: toen ik er nog middenin zat, vond ik de babytijd niet eens zo leuk.
Eigenlijk is er geen enkele goede reden voor nóg een. Zoals een vriendin met drie kinderen zegt: 'Als ik nu nog zwanger zou raken, zit ik negen maanden later met alle kinderen gescheiden op een flatje.' Maar waarom zou ik op sommige dagen dan toch mijn linkerpink geven voor een derde, nu het nog kan?
Laatstekanskind
Dat is natuurlijk het lastige aan baby's krijgen: het kan maar zo kort. En dat is in ons moderne leven best lastig te accepteren, denkt GZ-psycholoog Merith Cohen de Lara, moeder van drie en gespecialiseerd in psyche en zwangerschap. Ga maar na: op je vijftigste kun je nog prima aan een nieuwe studie beginnen, op je zeventigste een nieuwe relatie is ook prima, maar baby's? Die fase is zo rond de veertig onontkoombaar voorbij. En juist dat gevoel kan het verlangen naar een laatstekanskind aanwakkeren, denkt de psycholoog.
Helemaal als je hoort van vrouwen als Sharon Dijksma, de burgemeester van Utrecht die op haar 48e nog een kind heeft gekregen. Zie je, het kan wel, denk je dan. Geldt dat zelfs voor vrouwen die de babytijd niet zo geweldig vonden? Cohen de Lara denkt van wel. 'Hoe heftig het ook kan zijn, nieuw leven is toch een bijzondere periode, waarin je je als gezin vaak heel verbonden voelt.'
Kidlifecrisis
En wat moet je als uitgebaarde moeder dan met dat brandende babyverlangen? 'Niets,' zegt ze droogjes. 'Babyheimwee ontstaat vaak als je kinderen een nieuwe fase ingaan en weer wat zelfstandiger worden. Het betekent dat je leven verandert, dat je moederschap verandert. Laat het een mooie herinnering zijn.'
Oude fases afsluiten, dat herken ik. Misschien niet alleen de fase van de eerste lachjes en geromperde lichaampjes, maar ook wie ik toen zélf was: jong, energiek, vruchtbaar en aan het begin van een spannende nieuwe fase. Het leven lag nog niet zo vast als nu.
Wacht even, is mijn babyheimwee gewoon een verborgen midlifecrisis? Of, zoals een moeder in de Engelse krant The Guardian schrijft: een kidlifecrisis? 'Precies zoals een man een cabrio zou kopen of met zijn secretaresse flirt. Het gaat over weerstand bieden aan het onvermijdelijke: ouder worden.'
Zie verlangen los van je besluit
Toch stelt het me niet gerust. Ja, ik word ouder en binnenkort gaan mijn eierstokken met pensioen. Dan moet ik nu toch zéker weten dat ik echt geen baby meer wil? (Vooropgesteld dat het al zou lukken.) Maar hoe kom ik daar dan achter? En hop, daar gaat de mentale achtbaan weer. 'Kindertwijfel kan voelen als het oog van de orkaan,' zegt Evelien de Jong, kinderwenscoach en moeder van één. 'Op een gegeven moment neemt dat verlangen je helemaal over. Terwijl, wat je beter kunt doen, is even stilzitten en achterover leunen.'
Neem een pauze voor jezelf om na te denken, bedoelt ze, hoeveel druk je misschien ook voelt. 'Mensen met babyheimwee proberen namelijk twee dingen tegelijk te doen: duidelijk krijgen wat hun verlangen hen vertelt én de beslissing nemen. Maar het werkt veel beter om die twee los van elkaar te zien. Probeer om eerst te onderzoeken: oké, ik heb al twee kinderen en best een volle agenda, wat wil ik nou eigenlijk echt voor mezelf? Welke impact heeft een nieuwe baby op mijn relatie en mijn gezin?'
Die baby wordt natuurlijk ook weer een peuter, een puber en uiteindelijk volwassen. Mis je puur die eerste fase, zegt de kinderwenscoach, dan krijg je over vier jaar waarschijnlijk wéér zin in een baby. En al bestaan er vrouwen die eeuwig doorbaren (een kennis vertelde over haar oma die zes kinderen had gekregen, maar de rest van haar leven bleef verlangen naar de zevende, een roodharig jongetje dat Jobje had geheten): 'Een baby krijgen is eigenlijk geen antwoord op je babyheimwee.'
Lees ook: Journalist Jantine Jongebloed vraagt zich af: hoe weet je of je (nog) een kind wilt?
Vul je verlangen anders in
De meest gemaakte fout is bovendien dat je blijft hangen in wensdromen, denkt De Jong. 'Ik wil het zo graag, ik wil het zo graag. Maar dwing jezelf te onderzoeken: wát wil je dan zo graag? Waarin zit dat verlangen? Mis je het knuffelen en je hoofd in dat kleine nekje steken? Verlang je naar het gevoel van nodig zijn? Of komt de babyheimwee misschien voort uit het gevoel dat je niet genoeg van je eerste hebt genoten?'
Ga zitten en schrijf dat een paar maanden heel precies maar oordeelloos op. Noteer niet alleen wat je voelt, maar ook wanneer. Dat maakt het makkelijker om je verlangens te begrijpen. En ze misschien op een andere manier in je leven in te passen. Parttime bij een kinderdagverblijf gaan werken? Waarom niet. En mis je het knuffelen? Dan zou je best een puppy kunnen overwegen. Of, minder voor de hand liggend: gaan boetseren, in de tuin werken of iets anders fysieks doen dat je weghaalt achter die eeuwige computer.
En mijn eigen verlangen naar de mollige baby in het zwembad? 'Het doet me denken aan eten. Normaal verlang ik niet naar chips, maar als ik ergens voorbijloop en ik zie een schaaltje staan, dan wil ik het. Meteen.' Ze snapt dat ik niet naast die baby wil zitten, want dan kun je niks met die hunkering. 'Maar als je nou denkt: ik wil toch iets doen met dat verlangen, kun je misschien kijken of je iemand kunt helpen. Er zijn genoeg solomoeders die een buddy nodig hebben.'
Heimwee hoort erbij
Zelf herkent de kinderwenscoach het fenomeen babyheimwee maar al te goed. 'Ik heb altijd meer kinderen gewild, maar ik was bijna 41 toen ik na een ivf-traject en een keizersnee beviel van mijn dochter. Toen heb ik een tijdje heel hijgerig gedacht: ik moet nú voor de tweede gaan, maar wanneer kan ik daaraan beginnen? En hoe doe ik dat zonder de juiste woonruimte en financiële middelen? Gelukkig sprak ik met een wijze vrouw die me aankeek en zei: "O, ik dacht dat je van déze ging genieten."' Waarmee ze maar wil zeggen: vergeet je bestaande nakomelingen niet.
Ook Leah (39) had last van babyheimwee. Zó veel dat er na twee jongens en veel goede gesprekken met haar man toch nog een meisje kwam, de kers op de taart. Inmiddels is dat meisje 1 jaar. En nu dan? Nu heeft ze nog steeds babyheimwee. 'En misschien nog wel heviger, omdat ik zeker weet dat er nooit meer een baby in ons gezin zal komen. Een vierde wil ik echt niet, dat is gewoon te onpraktisch. Dus nu zit ik in een soort afscheidsproces. Alles is echt voor de laatste keer.'
Ze gaat ermee om door nóg bewuster te genieten van elke fase, extra veel vast te leggen in tekst en foto's en vooral: te accepteren dat die gevoelens er mogen zijn. 'Ik mag er sip van worden. Babyheimwee is iets wat bij het moederschap hoort en wat ik te verdragen heb, weet ik inmiddels, niet iets wat zou moeten aanzetten tot actie.'
Iets om naar uit te kijken
Het wordt me langzaam duidelijk: mijn verlangen naar een baby is niet hetzelfde als nog een kind op de wereld willen zetten. Het is vooral terugverlangen naar een bijzondere tijd, zoals ik ook kan verlangen naar de beginfase van onze relatie toen we nog zoenend in elk gangpad van de supermarkt stonden. En ja: natúúrlijk romantiseer ik die tijden.
Intussen weet ik dat er ook veel moois is om naar uit te kijken. Mijn kinderen hebben nog een heel leven voor zich, hopelijk ben ik daar een groot gedeelte bij. Wie weet word ik zelfs lekker jong oma. En die baby bij zwemles, mijn mentale bakje chips? Die blijf ik lekker negeren.
Carina maakt een verschil als pleegmoeder voor baby's
Carina (36): 'Na mijn tweede keizersnee en een zwaar ivf-traject wist ik: nu is het voor mij biologisch klaar. Maar ik was nog steeds gek op baby's. Toen we op tv een meisje zagen dat vertelde dat haar grootste wens was om met een echt gezin Funniest Home Videos te kijken, kwam alles bij elkaar. Ik dacht: hoe kan het dat niemand dit meisje opneemt?
Sindsdien ben ik pleegmoeder. In ons huis staat altijd een babykamer klaar, en zie ik een schattig knuffeltje in een babywinkel, dan koop ik het gewoon. Pleegouderschap helpt absoluut tegen de babyheimwee. Lekker met een draagzak boodschapjes doen, leven op het ritme van de baby, heerlijk. En gebroken nachten zijn een stuk minder zwaar zonder de zwangerschapshormonen.
Natuurlijk, als we weer afscheid moeten nemen, komt de heimwee terug, maar er komt altijd weer een nieuwe baby voor in de plaats. Hoe tragisch hun achtergrond ook is, dat ik daar juist een verschil in kan maken, is iets heel moois.'