Ze groeide zelf op in Australië, kwam als backpacker naar Europa en bleef hangen in Ter Apel. 'Niet de plek die ik ooit voor mezelf bedacht had', zegt ze met een lach. Tijdens haar opleiding liep ze stage bij de enige verloskundige van het dorp. 'Zij deed het azc er toen bij, al sinds 1994. We hadden een klik, en het was de bedoeling dat ik haar zou opvolgen. Vier jaar later was het zover.' Sindsdien is Rebecca een vaste waarde in de zorg aan zwangere vluchtelingen.
De praktijk waarin ze werkt heet New Life en heeft een vestiging op het terrein van het azc. Daar deelt ze de gang met de huisarts, doktersassistent en POH GGZ. 'Dat maakt de lijnen kort. Als er iets is, staan we samen in de kamer. En geloof me, er is váák iets.'
Eén of twee keer zien
'Vorig jaar hebben wij 478 nieuwe zwangeren gezien, alleen op het azc in Ter Apel', zegt Rebecca. 'Daarvan zijn er 70 ook bij ons bevallen. De andere 408 waren op doorreis naar een ander azc of vertrokken met onbekende bestemming, vaak naar een ander Europees land. Dat betekent dat je iemand één of twee keer ziet. Je legt dingen uit, doet de risicoselectie, en dan zijn ze weer weg. Elke keer opnieuw een intake, een overdracht. En elke keer ook het risico dat iemand uit beeld verdwijnt.'
Daarom hanteert haar praktijk een strak protocol: elke zwangere wordt binnen 24 uur gezien. 'Boven de 34 weken zelfs dezelfde dag. Heb je net pauze, denk je: ik ga een broodje eten. En dan worden er vier nieuwe patiënten aangemeld die die ochtend door de huisarts zijn gezien. Dan moet ik toch weer op pad, want het zijn wel gewoon mijn patiënten.'
Lees ook: Laura (38) en haar gezin namen een vluchteling in huis: 'Ik zag hem als mijn derde kind'
Veel meer kans op afwijkingen
De cijfers zijn hard. De perinatale sterfte onder asielzoekersvrouwen in Ter Apel is zeven keer hoger dan onder de Nederlandse populatie. Oorzaken: stress, slechte leefomstandigheden, tienerzwangerschappen, familiebanden tussen ouders. Bijna alle vrouwen komen hier zonder papieren, en soms al met gebroken vliezen.
Veel hebben onderweg seksueel geweld meegemaakt. 'Dat vragen we standaard uit. Het is helaas té gebruikelijk. En dan moet je je voorstellen dat iemand dat in een tweede intake bij een nieuwe verloskundige weer moet vertellen. Daarom is dat verhuizen zo schadelijk.'
Ook is er veel meer kans op afwijkingen: hartafwijkingen, open ruggetjes, schisis. Uitgebreide bloedonderzoeken brengen vaak hiv, hepatitis B of sikkelcelziekte aan het licht. 'Dat maakt het vak voor mij inhoudelijk rijk', zegt Rebecca. 'Elke dag is een test van je expertise. Maar het is ook zwaar. Je voelt je verantwoordelijk. En je weet: je kunt niet elk kind redden.'
Rauw eerlijk
Ze vertelt over een vrouw die 28 weken zwanger was en moeder van twee kleine kinderen. De reis uit Afrika had ze gemaakt op een overvolle boot. 'Toen ze binnenkwam, rook ik het meteen: vruchtwater. Ze vertelde dat ze sinds de boottocht druppelsgewijs vocht verloor. Het kind bleek overleden.
Ze zei: 'Dit kind heb ik moeten opofferen om mijn andere twee kinderen te redden'. Voor haar was dat de beredenering. Voor mij was het heftig, maar ook rauw eerlijk. Mensen maken zulke keuzes niet vrijwillig. Je moet zó wanhopig zijn om überhaupt op die boot te stappen.'
Als eerste ter plaatse
Andere momenten blijven ook hangen. Ze herinnert zich de vrouw die al bijna volledige ontsluiting had toen ze bij de ambulance aankwam. 'Ik woon als enige in Ter Apel, dus ik ben vaak als eerste ter plaatse. De ambulance stond al klaar, de vrouw lag op de brancard, had veel vruchtwater verloren en er zat meconium bij.
Ik zag haar buik en dacht meteen: dit klopt niet. Het kind lag in stuit, ze had 10 centimeter ontsluiting. Dus ik sprong in de ambulance en zei: we gaan rijden. We haalden maar nét het ziekenhuis. Ik keek de gynaecoloog aan en dacht: godzijdank, we hebben het gered. Dan denk je achteraf: wat is hier eigenlijk gebeurd?'
Bloedverlies
Een ander beeld dat haar bijblijft komt uit een tent die was opgezet als noodopvang. 'Een vrouw met wat bloedverlies, het leek weinig, maar de harttonen van het kind waren rond de 80. Ik was er binnen vijf minuten, we zijn meteen gaan rijden, het ziekenhuis gebeld dat we onderweg waren. Maar toen we aankwamen was het kind overleden, het bleek een placenta-loslating. We konden niets meer doen.' Ze is even stil. 'Dat soort momenten draag je mee.'
Meer lezen over de placenta (moederkoek): wat is haar functie?
Schaar onder het kussen
Niet alles is ellende, er is ook verwondering. 'Ik was bij een bevalling van een vrouw uit een Afrikaans land. Een andere moeder kwam de kamer binnen, pakte de baby aan, gaf hem een klap op de billen, waste hem ritueel en poetste de hele kamer.
De dag erna was het kind kaalgeschoren en lag er een schaar onder het kussen om boze geesten weg te jagen. Dat soort gebruiken vind ik prachtig. Je leert zo veel van andere culturen. En je wordt er nuchter van: wat is nu echt belangrijk in het leven?'
Bij kraamvisites wordt ze vaak ontvangen alsof ze familie is. 'De mensen hebben helemaal niks, maar toch staat er dan ineens een feestmaal voor je op tafel. En dan kom ik thuis, waar mijn kinderen klagen dat ze een nieuwe winterjas willen terwijl er al een prima exemplaar in de kast hangt. Die contrasten, die vergeet je niet. Nooit.'
Stoppen met verhuizen
De grootste boosdoener blijft het vele verhuizen. Uit de landelijke egaliteitsstudie, waarin zestig aanbevelingen zijn gedaan, staat dit bovenaan. Zwangere vrouwen verhuizen gemiddeld één tot negen keer tijdens hun zwangerschap. Het gevolg: verlies van kennis, verlies van vertrouwen, soms zorgmijding.
Volgens de regels mogen vrouwen vanaf 34 weken tot zes weken na de bevalling niet meer verplaatst worden, maar in de praktijk gebeurt dat wel. Rebecca en haar collega's pleiten voor centralisatie: vier of vijf opvanglocaties in Nederland waar zwangeren tot na de bevalling kunnen blijven. 'Dan kun je groepsvoorlichting geven, continuïteit bieden, en vrouwen bouwen een netwerk op. Dat is wat ze nodig hebben. Stabiliteit.'
Knuffels voor de kinderen
Jarenlang organiseerde de praktijk groepsvoorlichting in meerdere talen, zonder tekst, alleen met foto's en pictogrammen. 'Heel effectief. Vrouwen leerden elkaar kennen, begrepen beter wat er aan de hand was. Maar door geldgebrek is dat gestopt. Zonde.'
Andere kleine initiatieven houden ze zelf in stand. 'We hebben knuffelacties gehouden. Elk kind dat hier komt, mag een knuffel uitzoeken. Dan hebben ze tenminste één stukje speelgoed. We zamelen ook babykleertjes en dekens in. Het lijkt klein, maar het doet veel.'
Tropenarts in eigen land
Ze zegt dat ze zich soms een tropenarts voelt in Nederland. Niet omdat ze exotisch werk doet, maar omdat ze dagelijks geconfronteerd wordt met omstandigheden die voor de meeste zorgverleners onvoorstelbaar zijn. 'Een vrouw die negen maanden zwanger blijkt te zijn, maar je weet verder niks. Geen papieren, geen echo, geen idee. En dan ga je tóch samen die bevalling in. Het is verrassend, intens en vaak mooi. Maar ook loodzwaar.'
Elke slechte uitkomst wordt geëvalueerd: 'Had ik iets anders kunnen doen? Had ik sneller moeten handelen? Je voelt die verantwoordelijkheid, keer op keer. Je weet ook: je kunt niet elk kind redden. Maar toch knaagt het. Het houdt je scherp.'
Ze zegt het zonder pathos, maar met overtuiging: 'Je kunt dit werk niet doen als het je niet ligt. Het is te zwaar, vooral psychisch. Je moet passie en liefde voor het vak hebben. En gelukkig heb ik dat nog steeds'. In 2010 werd ze verkozen tot Verloskundige van het Jaar. 'Een eeuwigheid geleden,' zegt ze, 'maar het voelt nog steeds als erkenning dat ik dit werk doe met heel mijn hart.'