''Weet je dat nou wel zeker? Zo'n man uit het Midden-Oosten in je huis, bij je kinderen?' Er waren wat buren nogal sceptisch toen we vertelden dat we ons huis wilden delen met iemand uit een asielzoekerscentrum. 'Dat doe je toch niet?'
Het goede voorbeeld
Wij deden het wel. We hebben het goed, zijn gelukkig en waarom zou je iemand die het moeilijk heeft dan niet ook een zetje in de goede richting geven? Voor mijn kinderen vind ik het een goed voorbeeld: dat als je hulp kúnt bieden, dat je dat ook doet. Via de organisatie takecarebnb werden we gematcht aan Ҫetin.
Hij was onze eerste gast, een Koerdische alleenstaande man uit Turkije. Hij had nog geen voet bij ons binnen gezet, toen overal vandaan mensen hun hulp al aanboden. De een had nog wel een fiets voor hem staan, de ander wilde elke week wel een rondje met hem wandelen en Nederlands oefenen. Ja, ook de buren die er in eerste instantie hun twijfels bij hadden.
Lees ook: Wendy zorgt voor haar 54e pleegkind: 'Ik wilde niet nog een kind hebben, maar wel helpen'
Teruggetrokken
In een asielzoekerscentrum slapen ze soms wel met zes man op een kamer. Hoofdeindes tegen elkaar, dat is echt heel krap. Voor een vluchteling is het dus heel fijn om in een gezin, een huishouden, mee te kunnen draaien. Ҫetin heeft vijf maanden bij ons gewoond, maar bleef een beetje een gast. Hij was wat ouder dan ik, vrij teruggetrokken en introvert.
Na hem kwam Denai bij ons. Een jongen van 22, op zijn 14e is hij gevlucht vanuit Eritrea. Hij komt uit een gezin met twaalf broers en zussen, maar kwam hier alleen aan. Zijn moeder is overleden. In Eritrea werd hij een jaar lang met honderd anderen in een ondergrondse cel vastgehouden, alleen omdat hij het land probeerde te ontvluchten.
Levensgevaarlijke overtocht
In dat land is een dictator aan de macht; veel jongeren proberen het land uit te komen vanwege de dienstplicht. Officieel duurt die achttien maanden, maar er zijn mannen die er wel achttien jaar moeten blijven. Het is een soort dwangarbeid.
Denai heeft in een bootje de levensgevaarlijke overtocht gemaakt naar Italië en is toen in Nederland terechtgekomen. Hij komt van het platteland, waar hij als kleine jongen geiten hoedde. Dan is wonen in Nederland, zonder familie, natuurlijk heel ingewikkeld.
Lees ook: Pleegouder worden: wat houdt het in?
Een gezin nodig
Denai had al acht jaar geen thuis meer, hij woonde op een begeleidwonengroep toen wij hem in huis namen. Hij had gewoon een gezin nodig, dat zag ik zo duidelijk. De kinderen (toen 3 en 5 jaar) waren meteen dol op hem. Denai kookt graag, dat kan hij ook geweldig, en de jongens zijn helemaal gek op zijn Eritrese spaghetti. We hebben hem kunnen helpen met zijn financiën en administratie.
Hij wilde graag weer contact met zijn familie, maar vond dat moeilijk. Daar heb ik hem bij geholpen wat uitmondde in een videocall met bijna al zijn broers en zussen die over de hele wereld terechtgekomen zijn. Een van zijn broers is hier bij hem op bezoek geweest en we hebben ervoor gezorgd dat hij een andere broer in Duitsland kon opzoeken. Samen hebben we hard geoefend voor zijn laatste inburgeringsexamen, wat hij gehaald heeft.
Boer zoekt vrouw kijken
In het weekend gingen we naar de dierentuin of hij ging mee naar de markt of de bieb, 's avonds keken we op de bank naar Boer zoekt vrouw. Hij is heel romantisch ingesteld, dus daar zat hij helemaal in. Tegelijk was het voor hem een grappig inkijkje in de Nederlandse cultuur.
Denai had nog best veel hulp nodig, logisch want als je op je 14e al van je familie wordt gescheiden, heb je ook niet de kans gehad om echt op te groeien. Ik zag hem als mijn derde kind. Denai heeft een groot verantwoordelijksgevoel. Uit zichzelf maakte hij één keer per week het huis schoon, beter dan ik zou kunnen. Ik heb dat nooit van hem gevraagd, maar hij wilde graag bijdragen.
We hebben heel mooie, waardevolle gesprekken met hem gevoerd over wat hij heeft meegemaakt. Voor hem ook een manier van verwerken. Toen mijn man en ik uit elkaar gingen, is hij op zichzelf gaan wonen. Dat was zijn keuze. We misten hem echt in het begin, maar zien hem gelukkig nog regelmatig. Als de kinderen jarig zijn of er is iets anders in de familie, nodigen we hem altijd uit. Hij hoort er gewoon bij.
High five
Na Denai hebben we nog twee jongens tijdelijk kunnen opvangen. Het is echt een toegevoegde waarde aan ons gezin. We wonen vlak bij een groot plein waar vaak Eritrese jongeren staan, veel Nederlanders lopen daar met een grote boog omheen, maar mijn jongste loopt recht op ze af om ze allemaal een high five te geven. Hij ziet alleen maar jongens die lijken op Denai en daar zat hij laatst nog bij op schoot. Dát is integratie.
Een stoel over?
Natuurlijk heeft niet iedereen een extra kamer, zoals wij hadden. Maar al heb je maar een stoel over aan je tafel, dan kun je nog steeds veel voor iemand betekenen. Helpen met de administratieve ellende. Of je netwerk openstellen. Als we dat allemaal zouden doen, ons bekommeren om één vluchteling, zou er denk ik helemaal geen vluchtelingenprobleem zijn in ons land.'