Wat is een placenta precies?
Het woord 'placenta' komt uit het Latijn en betekent 'koek'. In Nederland noemen we de placenta daarom ook wel moederkoek. De placenta is een orgaan, dat zich tijdens de zwangerschap in de baarmoeder vormt. Het is van levensbelang voor je ongeboren baby. Alle zwangere zoogdieren hebben een placenta en het is het enige orgaan dat in een ander orgaan (de baarmoeder) groeit.
Belangrijk om te weten is dat de meeste dingen die jij eet en drinkt via je bloed en de placenta bij je baby terecht kunnen komen. Sommige stoffen kunnen zelfs via je longen en bloed je baby bereiken, zoals sigarettenrook. Omdat dit schadelijk is voor je baby, is het belangrijk om tijdens je zwangerschap niet te roken, en je bewust te zijn van wat je inademt, eet en drinkt.
Lees ook: Wat is belangrijk om (niet) te eten als je zwanger bent?
Ontwikkeling van de placenta
Aan de ene kant zit de placenta vast aan de baarmoederwand en aan de andere kant is hij via de navelstreng verbonden met je baby. De placenta zit op de plek waar het embryo zich aan het begin van de zwangerschap heeft ingenesteld. De placenta en de navelstreng ontwikkelen zich uit cellen van het embryo. In de eerste weken van de zwangerschap krijgt het embryo voedingsstoffen en zuurstofgas uit kliercellen in de baarmoederwand. Al voor de twaalfde week van de zwangerschap functioneert de placenta en met 22 weken is hij volgroeid.
Hoe ziet een placenta eruit?
De placenta lijkt op een dikke, donkerrode pannenkoek. Het is een goed doorbloed orgaan en je ziet de bloedvaten erop zitten en doorheen lopen. In het midden (meestal) en aan de kant van de baby zit de navelstreng. Aan het einde van een zwangerschap weegt de placenta ongeveer een halve kilo. Het orgaan is dan ongeveer twintig centimeter in doorsnee en zo'n tweeënhalve centimeter dik.
Wat doet de placenta?
De placenta heeft verschillende functies. We leggen ze hieronder uit.
- 01.
Scheiden bloedsomloop moeder en kind
Jij en je baby hebben ieder een eigen bloedsomloop, die vlak langs elkaar lopen in het overgangsgebied tussen baarmoederwand en placenta. Tussen deze bloedstromen is een dunne scheiding, waarover de uitwisseling van stoffen plaatsvindt. Er zit een scheiding tussen, omdat jouw bloedgroep en die van je baby kunnen verschillen. Als jij bijvoorbeeld bloedgroep A hebt en je man AB, kan je baby bloedgroep B hebben. Als bloedgroep A en B met elkaar in contact zouden komen, kan dit gezondheidsproblemen opleveren. - 02.
Aanvoer van 'goede stoffen'
Jouw bloed stroomt naar het moederlijke deel van de placenta, dat zuurstof, antistoffen, hormonen en voedingsstoffen door de tussenscheiding naar het kinderlijke deel van de placenta verplaatst. Via de navelstreng komen al deze goede stoffen bij je baby terecht, waardoor hij kan groeien en zich kan ontwikkelen. - 03.
Afvoer van afvalstoffen
Het bloed van je baby gaat ook via de navelstreng terug naar de placenta. De placenta filtert de afvalstoffen en het koolzuur eruit en geeft dit via de tussenscheiding door aan jouw bloedstroom. De afvalstoffen verlaten jouw lichaam vervolgens via jouw nieren en je longen. - 04.
Productie van hormonen
De placenta maakt verschillende hormonen aan: oestrogeen, progesteron, hCG en HPL (Humaan Placentair Lactogeen). Die werken onderling samen voor een gezonde zwangerschap en om je lichaam klaar te maken voor de bevalling en de borstvoeding. HCG zorgt voor een positieve zwangerschapstest en voor de meeste bekende zwangerschapskwalen, maar stimuleert ook de groei van het embryo. Progesteron zorgt ervoor dat de baarmoeder niet gaat samentrekken. Oestrogeen stimuleert de groei van de baarmoeder, bereidt de baarmoeder voor op de bevalling en stimuleert de melkklieren in je borsten. HPL zorgt ervoor dat je lichaam je baby niet afstoot omdat het het DNA van zijn vader niet herkent.
Doorlaten van schadelijke stoffen
Hoewel de placenta dus afvalstoffen van de baby afvoert, kunnen er via de placenta ook schadelijke stoffen uit jouw bloed bij de baby terechtkomen. Behalve nicotine, alcohol en drugs, kun je hierbij ook denken aan sommige medicijnen, bacteriën en parasieten. Bij koorts kun je daarom het beste contact opnemen met je verloskundige of gynaecoloog. Daarnaast is het belangrijk om goed te kijken welke medicijnen je mag gebruiken tijdens de zwangerschap.
Lees ook: Alles over toxoplasmose tijdens de zwangerschap
Placenta problemen
Een behoorlijk ingenieus orgaan dus, de placenta. En hoewel de placenta meestal goed zorg draagt voor alle verschillende functies, kunnen er in sommige gevallen problemen optreden:
Placenta praevia
Bij iedere zwangere vrouw zit de placenta op een andere plek in de baarmoeder. De placenta groeit immers op de plek waar het embryo is ingenesteld. Het kan problemen opleveren als de placenta minder dan een centimeter bij de baarmoedermond vandaan ligt, of de baarmoedermond gedeeltelijk of helemaal afsluit. Dit wordt ook wel een laagliggende of voorliggende placenta (placenta praevia) genoemd. Als de placenta helemaal over de baarmoedermond ligt, kan de baby alleen met een keizersnede geboren worden. Overigens kan een placenta die eerst dichtbij de baarmoedermond ligt, gedurende de zwangerschap verder naar boven 'opschuiven' doordat de baarmoeder groeit. Als de placenta uiteindelijk meer dan een centimeter bij de baarmoedermond vandaan ligt, is een vaginale bevalling meestal wel mogelijk.
Lees meer: alles over placenta praevia
Placenta bloeding
De placenta kan soms een bloeding veroorzaken. Meestal is dit bloed van de moeder en het is vaak onschuldig, maar soms kan het zorgen voor (vroege) weeën. De meeste zwangere vrouwen worden daarom kort opgenomen in het ziekenhuis als ze bloedverlies hebben, om te kijken of de bevalling niet op gang komt.
Placenta loslating
Een placenta loslating is een zeldzame, levensgevaarlijke situatie voor moeder en baby. Je krijgt dan plotseling veel bloedverlies en vaak heftige buikpijn. Een placenta loslating kan worden veroorzaakt door een gescheurd bloedvaatje tussen de placenta en de baarmoederwand, bijvoorbeeld na een val of klap op je buik. Het bloed hoopt zich dan op achter de placenta, waardoor die deels of zelfs helemaal kan loslaten. Je baby krijgt dan opeens veel minder zuurstof en voedingsstoffen en moet met spoed geboren worden, meestal door middel van een keizersnede. Gelukkig komt een placenta loslating in Nederland bijna niet voor.
Incomplete placenta
Nadat je baby is geboren, komt (met nog een paar milde weeën) je placenta eruit. Vaak wacht de verloskundige of gynaecoloog af tot de placenta vanzelf komt, soms met wat druk op je buik. Als de placenta eruit is, bekijkt de verloskundige of de placenta compleet is. Dat is belangrijk, want als er restjes van de placenta achterblijven kan je baarmoeder niet goed samenknijpen. Je kunt dan blijven bloeden. Soms is dit bloedverlies ernstig, dit heet een fluxus postpartum. Ook heb je een grotere kans op een infectie in de baarmoeder wanneer er placentaresten achterblijven.
Vastzittende placenta
Soms komt de placenta er na de bevalling niet vanzelf uit of duurt dit te lang. Bijvoorbeeld omdat je baarmoeder moe is na een lange bevalling, en niet meer genoeg kracht heeft om de placenta eruit te duwen. De verloskundige of gynaecoloog zal dan proberen met medicijnen (oxytocine) de placenta geboren te laten worden.
Als de placenta na een uur nog niet is geboren of als je te veel bloed verliest, zal de gynaecoloog de placenta op de operatiekamer geboren laten worden. Dit gebeurt onder narcose.
Placenta werkt niet goed
Bij sommige vrouwen werkt de placenta tijdens de zwangerschap niet goed. Zuurstof, voedingsstoffen, antistoffen en hormonen kunnen dan niet goed bij de baby komen. De baby groeit dan minder goed en kan op de lange termijn mogelijk wat zuurstoftekort krijgen. De verloskundige merkt vaak aan de buik dat de groei achterblijft. Je wordt dan naar het ziekenhuis verwezen, waar ze met echo-onderzoek kunnen inschatten hoeveel last je baby ervan heeft. Dit kan door de hoeveelheid vruchtwater en de doorbloeding van de navelstreng te bekijken. Als blijkt dat de placenta onvoldoende werkt en de baby daar veel last van heeft, betekent dat waarschijnlijk dat de bevalling wordt ingeleid. In sommige gevallen wordt een keizersnede besproken.
Doorbloeding van de placenta verbeteren
Je kunt niets doen om de doorbloeding van de placenta blijvend te verbeteren. Wel kan de verloskundige of gynaecoloog je tijdens de bevalling adviseren om op je linkerzij te gaan liggen. In die positie is de bloedtoevoer naar de placenta optimaal. Heeft je baby het tijdens de bevalling even zwaar, dan kan liggen op je linkerzij hem net een beetje helpen.
Vrouwen die al weten dat ze een hoger risico hebben op placentaproblemen, krijgen vaak het advies om vroeg in de zwangerschap te starten met pillen aspirine en calcium. Dit verbetert de placenta-ontwikkeling, maar heeft alleen zin als je er vroeg in de zwangerschap mee begint. Je verloskundige of gynaecoloog zal met je bespreken of dit voor jou zinvol is.
De geboorte van de placenta
Als je baby is geboren, zijn de taken van de placenta volbracht. Zo'n tien tot twintig minuten na de geboorte van je baby stoot je lichaam de placenta af, dit heet ook wel de nageboorte. Je krijgt nog wat weeën, waarmee de baarmoeder de placenta naar buiten duwt. Deze weeën voelen minder krachtig dan de persweeën die je achter de rug hebt. Soms helpt de verloskundige of gynaecoloog de placenta naar buiten door op je onderbuik te drukken en aan de navelstreng te trekken. Het kan ook helpen om rechtop te komen zitten, bijvoorbeeld op de baarkruk. Op de plek waar de placenta in je baarmoeder zat, zit een wond die moet genezen. Daarom heb je nog een paar dagen tot weken na de bevalling bloedverlies.
Lees ook: Alles over de navelstreng doorknippen
Lotusbevalling
Bij een lotusbevalling wachten de ouders na de geboorte van hun baby een aantal uur met het doorknippen van de navelstreng, of ze laten de placenta aan de baby vastzitten tot de navelstreng vanzelf loslaat. Dit duurt een aantal dagen. De placenta ligt dan in doeken gewikkeld in een mandje of bakje, en wordt met de baby mee gedragen. Meer weten over hoe dat in z'n werk gaat, waarom ouders hiervoor kiezen en of er risico's zijn? Lees hier meer over de lotusbevalling.
Wat kun je met de placenta doen?
De verloskundige bekijkt de placenta om te controleren of er geen afwijkingen te zien zijn. Dit is belangrijke informatie over de zwangerschap en eventueel voor een volgende zwangerschap. De meeste ouders willen de placenta ook nog even zien. Het is bijzonder om te zien hoe de placenta heeft gewerkt en hoe de baby al die maanden in de vliezen heeft gezeten. Na de uitleg en controles gaat de placenta meestal mee met het medisch afval, maar je mag hem ook bewaren. In sommige culturen is het de gewoonte om de placenta te eren met een ritueel, te begraven of te verbranden. Het is tenslotte best bijzonder dat de placenta zo belangrijk is geweest voor de groei van je baby.
Wil je de placenta liever niet zomaar weggooien? Je kunt hem bijvoorbeeld op een mooie plek in de tuin begraven en er een geboorteroos op planten. Ook kun je er een verfafdruk van laten maken. Een foto maken voordat de placenta bij het afval gaat, kan ook. Maar het is ook niet gek als je de placenta liever helemaal niet meer wilt zien. Doe ermee wat bij je past, dat is helemaal aan jou.
Lees ook: De placenta opeten of er capsules van laten maken, goed idee of niet?
Bronnen: De Verloskundige, Degynaecoloog.nl