Foto boven artikel: Ton (nu 74) met zoon René in 1982.
Veel bonje
'Liesbeth en ik waren nog maar net samen toen we op reis gingen door Frankrijk. Ik voelde me thuis bij haar. Bij ons thuis was er vroeger veel bonje tussen m'n pa en moe. Het was niet gezellig. Van m'n moeder heb ik nog nooit een knuffel gehad. Gelukkig was ik hecht met een paar broers en zussen, dat scheelde.
Met m'n vader was ik ook goed, maar hij overleed toen ik negentien was. Ik werkte toen al vijf jaar op de binnenvaart. Daar had ik ome Hein, een oudere man die zich over me ontfermde. Maar ook hij stierf, een jaar na m'n vader. Iedereen van wie ik hou gaat dood, dacht ik. Een ding wist ik zeker: op een dag heb ik een gezin. En ik ga mijn kinderen een fijne jeugd geven.
Lief kind
Niet lang na die eerste reis met Liesbeth zei ik: "Moet je luisteren lieverd, ik ben tien jaar ouder, en ik wil niet met kinderen wachten totdat je 25 bent." Negen maanden later zat ik 's avonds laat alleen op een bankje. Ik was zojuist vader geworden. Dat gevoel dat dan op je neerdaalt: ik heb een zoon! Zo groots. Ik kan er nog om huilen.
René was een lief kind, met af en toe een buitje. We hadden het niet altijd even makkelijk thuis. Mijn vrouw, die een verschrikkelijke jeugd heeft gehad, heeft last van depressies. Met de juiste medicatie is dat onder controle, maar de gevoeligheid blijft. Je leert ermee leven. Dit gezin zal mij niet ontglippen, heb ik altijd gedacht. Ik wil mijn kinderen een basis meegeven. En dat is me toch aardig gelukt.
Wat softer
Ik werkte zes dagen per week, maar zodra ik thuis was, ging ik met René paardjerijden. Hoe moe ik ook was. Ik wilde zo veel mogelijk plezier met mijn kinderen hebben. Maar als je zo veel werkt, mis je toch een hoop. Wat dat betreft ben ik jaloers op deze generatie. Al heb ik soms wel moeite met dat softe van tegenwoordig. Als een kind echt vervelend is, mag je hem best een beetje aanpakken, vind ik. Ik was denk ik een rechtvaardige vader: nee is nee en ja is ja.
René is ook wat softer, maar het hoort bij deze tijd. Ik vind hem een goede vader. Hij heeft moeilijke jaren achter de rug, dat wel. Maar hij werkt hard aan zichzelf. En IJsbrand en Simeon zijn zulke leuke binkies. Als ze hier met René komen, zie ik: die zijn gek op elkaar. Die voelen zich veilig bij hem. Dan zie ik weer mezelf van vroeger. Zo was ik ook met René.'
Zoon
René (42) werkt bij een groothandel en heeft een relatie met Loïse. Samen hebben ze twee zoons: IJsbrand (3,5) en Simeon (1,5).
Foto: René (42) en zoon IJsbrand (3,5).
Vader worden
'Ik wist altijd al dat ik vader wilde worden. Dan zag ik een beeld voor me van een baby op je arm, met je hand zo onder die billetjes. Dat je zo'n leven dan letterlijk mag dragen, sturen en begeleiden. Ik kon helemaal vol zijn van die gedachte.
Ik kende Loïse nog maar driekwart jaar toen ze zwanger werd. Het was totaal niet gepland, maar we besloten ervoor te gaan. Ik zag al helemaal voor me hoe we onze eerste kerst gingen vieren als gezin. Kaarsjes aan, met z'n allen rond de tafel: een soort idyllisch jarenvijftigbeeld. Maar daar kon ik niet verder naast zitten.
Oude trauma's
Naarmate de zwangerschap vorderde, begon er iets te verschuiven in mijn gedrag. Ik had geen idee waarom. Ja, nu zeg ik dat het aanstaande vaderschap van alles in me triggerde. Oude trauma's, angsten, mijn minderwaardigheidscomplex. Ik rende er altijd voor weg.
Ik heb het vroeger niet makkelijk gehad, heb mijn moeder vaak gemist. Ze was mentaal afwezig door haar ziekte. Door haar Joodse achtergrond heeft ze verschrikkelijke dingen meegemaakt. Ze is een tweede generatie oorlogsslachtoffer. En waarschijnlijk heb ik haar psychische gevoeligheid geërfd. Ik begon vluchtgedrag te vertonen, verdoofde mezelf steeds vaker met drank en drugs. Ondertussen was ik vaak niet te genieten thuis.
Vluchten
In december, net voor kerst, kwam IJsbrand ter wereld via een spoedkeizersnee. Loïse lag nog op de operatiekamer en ik zat in een donkere kamer met een pasgeboren baby tegen mijn ontblote bovenlijf. Heel sereen. Tegelijkertijd voelde ik een enorme kracht in me opwellen. Ik ga dit goed doen. Dit is mijn zoon!
De eerste maand teerde ik op adrenaline. Ik deed alles, en wilde alles. Maar daarna moest ik weer werken. En ging om zeven uur de wekker, terwijl ik nauwelijks geslapen had door de nachtvoedingen. Het gekrijs ging door merg en been. Ik zonderde mezelf volledig af, ging nog meer vluchten in verdovende middelen. De interventie, georganiseerd door familie en vrienden, was een godsgeschenk.
Ik ben nu al ruim drie jaar clean en volg een stevig therapietraject. Ik ben er trots op dat ik aan mezelf werk. Maar dat ik er de eerste periode niet voor mijn zoon ben geweest, grijpt me nog altijd aan. In de kliniek hing zijn rompertje voor mijn raam. Gelukkig heb ik het na de geboorte van Simeon een beetje kunnen goedmaken. Ik heb die periode heel bewust beleefd, en probeerde extra attent voor mijn vriendin te zijn.
Duidelijke grenzen
Ik ben veel bij mijn zoons. We gaan er altijd op uit, en dan ben zo bewust mogelijk met ze bezig. Ik zit nooit op mijn telefoon als ze aan het spelen zijn. Ja, ik geniet van het vaderschap. Natuurlijk niet altijd. Net zoals mijn herstel niet in een rechte lijn omhoog gaat. Ik voel het ongeduld soms in me opwellen als er voor de zoveelste keer een beker over tafel gaat.
Ik doe mijn best om een liefdevolle vader te zijn bij wie ze altijd terecht kunnen, maar die ook duidelijke grenzen afbakent. Die consequent is, en als het antwoord op iets 'nee' is, ook duidelijk uitlegt waarom dat zo is. Dat hebben kinderen nodig, en zeker die jongens van mij.'
Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine – Interview: Fleur Meijer, Beeld: privé
Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.