
Aanwakkerend vlammetje
Daar zit ik dan. In mijn droomhuis op het platteland. Helemaal alleen. Rinke woont op kamers, Simcha gaat naar de kleuterschool en Peter zie ik nauwelijks. Wat heb ik uitgekeken naar iets meer rust in mijn leven, maar op dit moment is het een beetje té rustig.
Enorme dip
Peter is voor de files de deur uit en als wij onze ogen opendoen, zit hij al in Amsterdam achter zijn laptop. Vaak komt hij ’s avonds na de files pas weer thuis. Om ons ’s ochtends vroeg niet wakker te maken, slaapt hij dan op de hooizolder. Vaak merk ik niet eens of hij wel thuis is geweest. Ik zit in een enorme dip.Ik ben op weg naar Ermelo. Ik had natuurlijk ook in de buurt kunnen zoeken, maar ik kon niet langer wachten. Achterin de auto staat een draagmand. Zo’n ding waar je poezen mee naar de dierenarts brengt en waaruit ze klagelijk mauwen omdat ze de bui al voelen hangen. Ik vond ’m in de hooiberg en het leek me verstandig om ’m mee te nemen.
Moederkloek
Als ik na eindeloos in de file staan weer ons erf oprij, is het donker buiten. Peter zit aan het einde van de oprit op me te wachten met een glas in zijn hand. Ik knipper vrolijk met mijn lichten. Nog nooit was ik zo opgetogen na zo’n lange rit. Fluisterend en vol verwachting doen we de kofferbak open. Uit de poezenmand klinkt zacht gepiep. We pakken elkaars hand en lopen ontroerd door de boomgaard naar het hok. Het lijkt wel op die keer dat we Simcha voor het eerst mee naar huis namen in haar maxicosi. Dat trotse gevoel van samen een nestje bouwen. Als ik het deurtje van de draagmand opendoe, steekt moederkip nieuwsgierig haar kopje naar buiten. Meteen gevolgd door haar een, twee, drie, vier… zeven kuikentjes. Terwijl de kloek haar nieuwe verblijf onderzoekt, blijven de kleintjes dicht onder haar rokken. Als moeder wat drinkt uit de drinkbak, doen ze haar na. Ze steken hun snaveltjes in het water en gooien hun kopjes naar achteren. Als moeder van de graantjes pikt die voor ze klaar staan, pikken ook zij een hapje. Bij een waarschuwend geluid kruipen ze dicht tegen elkaar aan. Ze lijken wel één.Puur leven
Het doet me denken aan toen Simcha nog zo klein was. Dat je zo op elkaar bent ingespeeld dat het lijkt alsof je samen één adem hebt. Het is wonderschoon om naar te kijken. Als de moederkip in een van de legnesten stapt, fladderen al haar kuikens onder haar vleugels of bovenop haar rug. Ineens is het muisstil. Dicht tegen de vertrouwde warme veren van moeder houdt het piepen op. Allebei voelen we dat het zo bedoeld is. Het pure leven dat de boerderij hier voor ons schetst, wakkert een vlammetje in ons aan dat al een tijdje stilletjes brandt. We vertellen elkaar over een kindje dat hier in de boomgaard zijn eerste stapjes zet. Dat in onze armen vredig slaapt naast zijn grote zus.
Een nestje bouwen
Zachtjes doen we het kippenhok dicht. We beseffen ons dat het niet zo vanzelfsprekend is als het voelt. Los van de hele ziekenhuispolonaise die er weer nodig is om zwanger te kunnen worden. Als het dit keer lukt, zou het ook erg op mijn schouders terechtkomen door het drukke leven van Peter. Maar het verlangen naar weer een nestje van ons samen voelt als een prachtige en oh zo welkome liefdesbetuiging naar elkaar.