'Nou, ik ga even boodschappen doen', zeg ik zo luchtig mogelijk, alsof ik alleen maar even een vuilniszak buiten ga zetten. Maar mijn nét 3-jarige heeft een ingebouwd alarm voor dit soort zinnen.
Zelfs als hij verdiept is in een puzzel, een LEGO-blokje of zijn eigen sok, hoort hij het tóch. 'Ik ga mee!', roept hij. Dag 'even snel'. We gaan samen.
Plakkerige vingertjes
In de supermarkt begint onze vaste choreografie. Hij ín het karretje. Hij uit het karretje. Hij hangend aan de zijkant van het karretje, terwijl ik duw. Ondertussen vult hij onze kar met alles wat ritselt, knippert en suiker ademt. Ik haal het eruit, hij doet het er weer terug in; een stille herhaling die we allebei inmiddels kennen.
Bij de croissants staan zijn plakkerige vingertjes alweer in het deeg. Ik probeer hem subtiel weg te leiden, maar subtiliteit is een opvoedmethode die alleen werkt bij kinderen die niet bestaan. Hij vindt het simpelweg interessant - en dat is precies wat het ingewikkeld maakt.
Lees ook: Kindermarketing: hoe ga je ermee om?
Geplette donuts
En dan komen we bij de gebaksafdeling. Daar gebeurt het. Hij ziet ze. Ik zie ze. De donuts. Tien felgekleurde stuks in een harde plastic koker: glazuur in alle kleuren, suikerspikkels die bijna fluorescerend oplichten. Hij is direct verliefd.
'Deze!', roept hij enthousiast, terwijl hij de rol vasthoudt. Ik probeer de rol voorzichtig uit zijn handen te trekken, maar hij trekt terug met de kracht van een peuter met een missie. Hij klemt zijn kleine plakkerige vingertjes stevig om de plastic koker. Ik zie de verpakking vervormen. Ik zie ook mijn toekomst waarin ik tien geplette donuts moet afrekenen en ons hele uitje nóg langer duurt.
Snackcultuur
Hij trekt nog harder. Zet zijn hele gewicht erin, inclusief drama. Mensen kijken. Ik win uiteindelijk, maar niet glansrijk. Hij krijst, ik zweet.
En ergens tussen de koekjes en de kassa komt weer die opvoedvraag: hoe laat ik eten geen issue worden, zonder ze vrij spel te geven in deze snackcultuur? Want als het aan mijn kinderen ligt, eten ze 's ochtends poffertjes, 's middags donuts en 's avonds patat. Zonder overwegen. Gewoon: lekker.
Lees ook: Dit zijn gezonde tussendoortjes voor je (school)kind
Elke hap een gedachte
En ondertussen leven we in een maatschappij die kinderen – veel te vroeg – al confronteert met perfecte lichamen, gezondheidseisen, filters, fitspiratie, clean eating, sportlijven en boodschappen over voeding en balans waar zelfs volwassenen zenuwachtig van worden.
Ik wil niet dat eten 'een ding' wordt in hun leven. Ik wil niet dat elke hap een gedachte oproept. Maar volledige vrijheid betekent bij hen: nul vitamines, honderd procent kleurstoffen en koolhydraten.
Lees ook: Voedingsschema dreumes en peuter: handige dagmenu's
Genoten
Daar zit mijn worsteling als ouder: hoe geef ik ze vrijheid, terwijl ik ondertussen vooral 'nee' moet zeggen?
We lopen inmiddels weer naar buiten. Mijn zoon is de donuts alweer vergeten. 'Leuk hè, boodschappen?', zegt hij. Ik denk: hij heeft in ieder geval genoten. En de lucht buiten voelt ineens heerlijk simpel na al dat suikergeweld.
Meer columns van Lauren lezen? Dat kan hier.