De vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs hebben het afgelopen schooljaar 2317 dossiers behandeld. Dat zijn er 165 meer dan in het schooljaar daarvoor en zelfs 574 meer dan in 2021-2022, een forse stijging. Ruim de helft van de dossiers ging over vormen van psychisch geweld.
De inspectie ziet dat de ernst en de duur hiervan toenemen. 'Soms is er zelfs gedurende vier of vijf schooljaren sprake van ernstig en langdurig pesten', schrijven de vertrouwenspersonen, die kunnen worden ingeschakeld door iedereen die misstanden ziet of meemaakt in het onderwijs. Dat kunnen ouders en leerlingen zijn, maar ook docenten of directies.
Lees ook: Een pedagoog over wat je kunt doen als je kind gepest wordt
De gevolgen zijn aanzienlijk
Zowel op basis- als middelbare scholen had meer dan de helft van de dossiers over psychisch geweld betrekking op ernstig pesten. Scholen waar sprake is van psychisch geweld, zoals pesten, lukt het onvoldoende om de verstoorde groepsdynamiek door dit psychisch geweld te stoppen.
Zorgelijk, vindt de inspectie, want 'de gevolgen van pesten zijn aanzienlijk voor kinderen die dit overkomt'. De ernst van het psychische geweld neemt toe en verschuift naar bedreiging, 'al dan niet met fysiek geweld en/of een wapen'.
Seksuele intimidatie
Dat het niet bij bedreiging blijft, zien de vertrouwenspersonen ook. Het aantal dossiers dat zij op hun bureau krijgen waarin het gaat om fysiek geweld blijft toenemen. Zo zijn dit schooljaar zijn 623 dossiers geregistreerd, waaronder 185 gevallen van (zware) mishandeling, soms met blijvend letsel als gevolg. Dat heeft een 'zorgwekkend verband' met pesten, want als dat niet tijdig wordt herkend, erkend en aangepakt, dan kan dat leiden tot escalaties, zoals vechtpartijen en in sommige gevallen zelfs mishandelingen.
Wat verder opvalt is dat het aantal dossiers over seksueel misbruik en seksuele intimidatie is afgenomen, van 470 op 2152 dossiers in schooljaar 2022-2023 naar 377 op 2317 in het afgelopen schooljaar. Wel was in het geval van seksueel misbruik de beklaagde relatief vaker een 'met taken belast persoon' zoals een leraar of conciërge, namelijk in 62 van de 96 dossiers. In 48 gevallen werd een redelijk vermoeden van een strafbaar feit vastgesteld en is de melder verwezen naar de zedenpolitie om een melding te maken of aangifte te doen.
Lees ook: Seksueel weerbaar maken van je kind: zo zorg je dat je kind het jou vertelt als er iets is
'Ernstige stijging'
Minister Eppo Bruins en staatssecretaris Mariëlle Paul van Onderwijs noemen de stijging van het aantal dossiers in een brief aan de Tweede Kamer 'ernstig, want elk geval van onveiligheid is er één te veel'. Zij merken daarbij op dat de toename ook kan komen 'doordat melders de vertrouwensinspecteurs beter weten te vinden, door de toegenomen aandacht voor sociale veiligheid of doordat er meer vertrouwen is om te melden'.
Niettemin zetten de cijfers de minister en staatssecretaris 'op scherp' en voelen ze de 'zware verantwoordelijkheid' om alle leerlingen en studenten een veilige leeromgeving te bieden. 'Het kabinet blijft dus onverminderd en met grote inzet doorgaan om de veiligheid in het onderwijs te versterken.' Zo wordt er gewerkt aan een wetsvoorstel waarmee scholen onder andere verplicht worden om een vertrouwenspersoon te hebben.