Lees ook: Zangeres Elske DeWall: 'Ik zou zenuwvlekken krijgen van een vast ritme'
Het leven is goed op IJburg, vertelt Jo van Egmond – bijna verbaasd over haar eigen enthousiasme. Rust, ruimte, een huis met een tuin, maar dit alles ook op fietsafstand van het Amsterdamse centrum.
Toen ze hier twee jaar geleden samen met haar vriend Martijn naartoe verhuisde, was het nog even wennen, maar inmiddels vindt Jo IJburg 'the best of both worlds'. Of haar behoeften zijn veranderd door de komst van haar dochter Jula, in september 2020, weet ze niet precies. 'Dat kan, maar misschien ben ik ruimte, natuur en het buitenleven wel meer gaan waarderen door corona. Of gewoon omdat ik ouder word.'
Zo'n verandering komt volgens jou niet puur en alleen door het moederschap?
'Nee, net zoals een kind krijgen niet betekent dat je sociale leven ineens ophoudt of je ambities overboord gaan. Natuurlijk, je moet beter plannen, je tijd opnieuw verdelen, maar er is nog altijd veel mogelijk, als je maar wilt.
Sterker nog: sinds die kleine er is, zijn mijn ambities juist diverser geworden. Ik wil bijvoorbeeld meer kinderentertainment doen, zoals voice-overwerk voor kinderprogramma's, een podcast maken of een kinderboek schrijven. Eigenlijk nemen mijn ambities en de mogelijkheden alleen maar toe door het moederschap.'
Lees ook: Deze podcasts zijn speciaal voor kinderen
Wat een positiviteit!
'Inmiddels wel ja. Maar daar had ik wel een jaar voor nodig, hoor. Als ik nu terugkijk naar die eerste foto waarop we Jula vasthouden: mijn vriend huilt tranen van geluk en ik zit in shock naast hem. Hier gaan we dan, dacht ik alleen maar.
Tijdens mijn zwangerschap wist ik wel dat het leven zou veranderen, dat het aanpoten zou worden, maar eigenlijk had ik natuurlijk geen idee. Je kunt je ook niet écht voorbereiden. Ik focuste me op de bevalling en had mijn vriezer vol met eten en bananenbroden, maar dat was het dan ook.
Op Instagram zie je de heftige bevallingsverhalen óf het zoetsappige genieten, en niks daartussenin. Ook het hebben van een kind wordt best zwart-wit gesteld: of je zit op een roze wolk of je krijgt een postnatale depressie. Terwijl daar een mix van gevoelens en emoties tussen zit.'
Hoe bedoel je?
'Nou, ons eerste halfjaar was best wel pittig. Jula huilde veel en sliep niet overdag. Uiteindelijk bleek dat ze moeilijk dronk door een te kort tongriempje, maar toen waren we al maanden onderweg.
Ook borstvoeding geven ging niet zonder hindernissen: ik had veel ontstekingen die ook nog eens resulteerden in een abces dat weggesneden moest worden. Ik was er letterlijk ziek van.
Dat weet je van tevoren allemaal niet. Ik dacht: je hebt je kind op de borst, je kunt alleen maar blij zijn, hoewel ik heus wel begreep dat die roze wolk niet 24/7 aanwezig kon zijn. Tóch vond ik het lastig te beseffen dat die verscheidenheid aan heftige emoties heel normaal is, en dat ze ook prima naast elkaar kunnen bestaan.'
Lees ook: Waarom een postnatale depressie bij mannen nog vrij onbekend is
Wat had je vooraf stiekem wel willen weten?
'Ik hou enorm van praktische oplossingen. Als een kind huilt, of niet goed slaapt, dan wil ik simpelweg weten hoe je dat oplost. Ik ging ervanuit dat een huisarts of een kinderexpert dan wel een kant-en-klare oplossing zou aandragen.
Maar in de praktijk komt het uiteindelijk toch meer neer op aanmodderen en dingen blijven proberen. Dus het is goed te weten dat, als het gaat om kinderen, er vaak geen pasklaar antwoord is. Nu Jula anderhalf jaar is, begrijp ik steeds beter wat ze nodig heeft of wat er speelt, waardoor ik steeds beter kan genieten van het ouderschap.'
Hoe gingen jij en Martijn hiermee om?
'Veel, heel veel praten. Normaal gesproken ben ik niet zo goed in het bespreken van mijn emoties en delen van mijn gevoelswereld, maar in dit geval had ik geen keus: er kwamen zo veel gevoelens vrij, het was zo pittig allemaal, ik móést wel praten.
Dat we dit op deze manier samen konden delen, is absoluut de mooiste les van het afgelopen jaar geweest. Het emotioneert me wel als ik daaraan denk. Wat ook echt hielp is dat we een geweldig vangnet van opa's en oma's hebben, waardoor we regelmatig een nachtje konden bijtanken. Gelukkig vind ik het niet moeilijk om hulp te vragen.'
Lees ook: Samen sterk door de tropenjaren: 'Zet je relatie niet in de spaarstand'
Doe je dat nog steeds?
'Ik vraag te pas en te onpas tips, ervaringen en advies aan andere ouders. Waarom niet? We zitten toch allemaal in hetzelfde schuitje, ook al doen we op Instagram misschien alsof het elke dag weer helemaal geweldig gaat. Iedereen weet dat die ene perfecte foto een uitzondering is.
Jula weet heel goed wat ze wel of niet wil. Laatst lag ze voor het eerst gillend op de grond. We zouden samen boodschappen doen, en daarna naar de speeltuin. Jula dacht daar anders over: ze wilde meteen naar de speeltuin. Dus hup, daar lag ze. Ik wist niet goed wat ik moest doen en schaamde me enorm zo midden op straat.
De ene ouder gaat misschien met een boek naast zijn schreeuwende kind zitten en laat haar uitrazen, ík besloot instant om toch maar eerst naar de speeltuin te gaan. Tja. Later dacht ik: dat kan niet de bedoeling zijn en vroeg aan mijn collega Sander Lantinga – vader van vier jonge kinderen – hoe hij hiermee omgaat.
Sander was duidelijk: oppakken, vasthouden, kijken hoe lang ze nog blijft gillen, maar zeker niet toegeven, want dan geef je haar de macht. Een week later gebeurde het weer en volgde ik Sanders advies: na dertig seconden gaf Jula zich over. Aha, wist ik toen, ze heeft duidelijk behoefte aan grenzen. Maar het blijft elke keer weer zoeken.'
Wat vind je het moeilijkst?
'Streng zijn. Dat ben ik nu echt aan het leren. Wanneer trek je een grens en wanneer laat je het gebeuren? Hierin heeft iedereen zijn eigen opvoedstijl. Sommige ouders laten hun kinderen bewust met handen en voeten eten aan tafel, omdat dit goed zou zijn voor de fijne motoriek. Dat kan. Maar ík heb geen zin om elke avond het huis te soppen, dus ik wil liever geen spaghetti aan de muur. Met andere woorden: hier in huis wordt niet geklooid met eten.'
Lees ook: Opvoedcoach Steven Pont over kort houden of loslaten
Zit je qua opvoeding op één lijn met Martijn?
'Gelukkig wel, dat verbaast me ook niet, we denken over veel zaken hetzelfde. Het verbaasde me wel hoe hij zich tijdens de bevalling ontpopte tot een soort doula. Ik had nota bene een echte doula onder de knop zitten, maar dat bleek helemaal niet nodig. Vanaf de rand van het bad pufte Martijn mee en coachte me behendig door alle weeën heen. Ongelooflijk. We doen dit echt samen. Omdat ik elke dag tot begin van de avond werk, neemt Martijn elke avondspits voor zijn rekening. Dat hebben we van tevoren goed doorgesproken. We zijn nu een gezin.
Laatst zaten we samen bij de bakker op de hoek, met een croissantje en een kop koffie, kijkend naar het verkeer, Jula zwaaiend naar elke voorbijgaande tram. Dan kijk ik naar ons drieën en denk: echt mooi dat we hier nu staan.'
Het was bijna niet gebeurd toch?
'Inderdaad! Ik was namelijk best wel lang 'anti' kinderen, het leek me gewoon helemaal niks. Totdat op vakantie een keer mijn slippers kapotgingen en, tijdens de zoektocht naar nieuwe, mijn aandacht zomaar ineens uitging naar Bert en Ernie-schoentjes.
Normaal had ik daar nooit oog voor, maar ineens zag ik helemaal voor me hoe leuk het zou zijn om die twee schoentjes, aan de voeten van je kind, met elkaar te laten kletsen. Huh. Wat gebeurt hier nou? Juist omdat ik nooit iets met kinderen had, was dit signaal voor mij kraakhelder. En voordat ik het wist was ik zwanger.'
Verliep de zwangerschap ook voorspoedig?
'Zeker, al kreeg ik vrij snel last van bekkeninstabiliteit – ik kon niet langer dan een kwartier wandelen. Terwijl in de pandemie wandelen eigenlijk nog ons enige uitje was. Op zulke momenten ben ik blij met mijn optimisme: ik kijk altijd naar wat er wél is of wat wel kan. Bij mij is het glas altijd halfvol. Oké, er is veel aan de hand, we zitten in een pandemie, de zwangerschap gaat niet top, wat kunnen we wél doen?
Dus kocht ik een naaimachine en ging bij mijn moeder op naailes: als we dan toch veel binnen moeten zitten en bewegen is geen optie meer, dan ga ik wel kinderkleding maken. Ook omdat ik kinderkleren schreeuwend duur vind en daarbij supervervuilend voor het milieu. Van mijn eigen oude kleding maak ik kinderkleertjes. Dat deed mijn moeder ook altijd. Het zit blijkbaar in mijn genen.'
Lees ook: 16x tips bij bekkenpijn tijdens de zwangerschap
Bleek het een blijvende hobby?
'Absoluut. Ik vind het heerlijk om te doen en als ik Jula in een zelfgemaakt pakje zie, ben ik echt apetrots. Dan is ze écht helemaal mijn dochter, ik vind dat zo'n geluksmoment. Bovendien is het goed om een hobby te hebben, dat zeg ik ook altijd tegen mijn vriendinnen, anders plof je elke avond op de bank met je telefoon in je handen. Het is fijn om iets voor jezelf te hebben.
Ze noemen het niet voor niets tropenjaren: je moet ook lief zijn voor jezelf en tijd maken voor dingen die je belangrijk of leuk vindt. Zoals mijn werk, stevig sporten of af en toe lekker een boek lezen in een café. Je moet blijven onderzoeken wat je gelukkig maakt, buiten je werk en gezin om, anders verzand je in het stramien van de weekplanning en raak je – denk ik – jezelf een beetje kwijt. Volgens mij is het heel gezond om na te gaan wat je echt leuk vindt om te doen en daar dan ook echt tijd voor vrij te maken.'
Wat wil je Jula meegeven?
'Dat je in het leven misschien niet alles in de hand hebt, maar dat je er altijd iets van kunt maken. Jula vindt het gelukkig heel leuk om op straat onbekende mensen te groeten – meestal krijgt ze dan een vriendelijke lach of groet terug, dat is toch mooi?
Ik heb van mijn eigen moeder geleerd om optimistisch te zijn, van de nood een deugd te maken, van elke drol een gebakje. Dus in die periode dat Jula niet sliep, liep ik maar gewoon urenlang achter de kinderwagen rondjes door de buurt, ook in de regen.
Ik vond het eigenlijk wel leuk: overal stond grofvuil langs de weg, wat tijdens de pandemie als een soort winkelen voelde. Elke keer nam ik iets mee naar huis om op te knappen.
Dus inderdaad, je hebt niet overal controle op, maar hoe je met de situatie omgaat is uiterst bepalend: je kunt in de regen lopen en chagrijnig zijn, of je kunt in de regen lopen en kansen zien bij het grofvuil. Voor mij geldt altijd dat laatste.'
Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine