Onderzoekers van het UT Southwestern Medical Center ontdekten dat dankzij de eiwitten SRC-1 en SRC- 2 genen in de longen van de foetus worden geactiveerd, die ervoor zorgen dat er 2 stofjes worden geproduceerd. Die stofjes (SP-A en PAF) stellen de baby in staat om, eenmaal buiten de baarmoeder, adem te halen. Bovendien belanden de stofjes in het vruchtwater en veroorzaken ze een reactie in de baarmoeder die de bevalling in gang zet.
Muizen
Uit experimenten met muizen blijkt dat een tekort aan de eiwitten SRC-1 en SRC-2 ertoe leidt dat er aanzienlijk minder SP-A en PAF wordt geproduceerd. Muizen met zo'n tekort bevielen 1 tot 2 dagen later dan gepland, wat vergelijkbaar is met een menselijke bevalling die 3 tot 4 weken later dan gepland op gang komt. Wanneer onderzoekers de muizen met een tekort aan SP-A en PAF de stofjes toedienden, bevielen deze wel op tijd.
Voorkomen van vroeggeboortes
Het onderzoek wijst er dan ook op dat de stofjes een belangrijke rol spelen bij het op gang brengen van de bevalling. Onderzoekers hopen dat de bevindingen gebruikt kunnen worden om vroeggeboortes in de toekomst te voorkomen.
Auteur: Erandi Godinez – Bron: Scientias.nl – Foto: 123rf
Lees ook:
