Hoe is Agora-onderwijs ontstaan?
Agora-onderwijs ontstond ruim tien jaar geleden in Nederland als reactie op het bestaande onderwijssysteem. De oprichters Sjef Drummen, Jan Fasen, Bert Martens en Bert Sterken wilden onderwijs creëren dat kinderen niet in hokjes plaatst, maar hen laat ontdekken wat ze willen leren. Zo ontstond het eerste Agora-programma waarin leerlingen hun eigen leerroute bepaalden, begeleid door een coach.
Agora groeide snel uit tot een succes. Binnen enkele jaren wilden andere scholen de aanpak overnemen. Inmiddels telt Nederland meer dan dertig Agora-scholen, vooral in het voortgezet onderwijs, en het aantal basisscholen groeit. Voor volgend jaar staan zes nieuwe scholen gepland.
Vrijheid, verantwoordelijkheid en vertrouwen vormen nog steeds de kern. Leerlingen kiezen wat ze leren, nemen verantwoordelijkheid voor hun keuzes en krijgen vertrouwen van hun coach om te groeien. Agora richt zich op ontwikkelingsgericht leren: niet op kennisoverdracht, maar op de ontwikkeling van de mens. Het is regulier, bekostigd onderwijs dat voldoet aan de eisen van de overheid, maar het ziet er anders uit dan de gemiddelde school.
Wat is de Agora-methode?
Op een Agora-school bestaan geen vaste vakken of klassen. Leerlingen van verschillende leeftijden werken samen aan persoonlijke projecten die ze zelf kiezen: van een robot bouwen tot kleding ontwerpen of een documentaire maken. Deze projecten heten challenges.
Wendy Mazer van de Vereniging Agora-onderwijs legt uit: "Leerlingen kiezen zelf hun thema's of projecten, wij noemen dat challenges, en werken daar op hun eigen manier aan. Maar die vrijheid staat nooit op zichzelf". Elke leerling heeft een persoonlijke coach, een bevoegd docent met een extra opleiding tot coach.
De coach helpt doelen stellen, plannen maken en reflecteren. "Een coach loopt naast de leerling, stelt vragen, biedt structuur, helpt reflecteren en daagt uit om verder te denken. Zo leren kinderen niet alleen wat ze willen weten, maar ook hoe ze kunnen leren, plannen en omgaan met grenzen". De nadruk ligt op intrinsieke motivatie: leren omdat je iets echt wilt weten. De coach zorgt dat projecten niet alleen leuk zijn, maar ook leiden tot groei en verdieping.
Hoe werkt Agora-onderwijs in de praktijk?
Een Agora-leerling raakte gefascineerd door sushi-treintjes in een Japans restaurant. Hij besloot er zelf een te bouwen en stelde dit als leervraag bij zijn coach. Wat begon als een simpel idee, groeide uit tot een compleet project.
Hij berekende de lengte van de spoorbaan, de kosten van de ingrediënten, hoeveel porties hij kon verkopen en of hij winst kon maken. Hij hield een begroting bij, maakte plannen en presenteerde zijn resultaten. "Bij dat sushi-treintje moest hij rekenen, schrijven, plannen en samenwerken, zonder dat het voelde als schoolwerk. Dat is eigenlijk verborgen groente: kinderen leren zonder dat ze het doorhebben".
Zo ontdekte hij wiskunde, economie, taal en ondernemerschap. Precies dat is de kern van Agora-onderwijs: leren vanuit betekenis en nieuwsgierigheid.
Lees ook: Mijn kind vindt het moeilijk om lang stil te zitten
Wat zijn de kernprincipes van Agora-onderwijs?
De drie pijlers van Agora-onderwijs zijn vrijheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid. Het uitgangspunt is dat ieder kind van nature nieuwsgierig is en wil leren. De school creëert omstandigheden waarin die nieuwsgierigheid kan groeien. Jan Fasen zegt: "Vrijheid zonder verantwoordelijkheid is leeg en zelfs gevaarlijk".
Leerlingen hebben vaste momenten met hun coach om doelen te stellen, plannen te maken en te reflecteren. Zo leren ze verantwoordelijkheid nemen binnen duidelijke kaders. De vrijheid van Agora bestaat dus altijd binnen een dagstructuur en onder begeleiding van een coach die bewaakt dat leerlingen blijven groeien. "Vrijheid en verantwoordelijkheid zijn bij Agora altijd twee kanten van dezelfde medaille", aldus Fasen.
Lees ook: Welke soorten basisscholen zijn er?
Hoe worden leerlingen beoordeeld?
Er zijn geen cijfers of standaardtoetsen, maar de voortgang wordt zorgvuldig gevolgd. Coaches bespreken regelmatig de persoonlijke ontwikkeling en leerdoelen. Leerlingen krijgen voortdurend feedback. In het voortgezet onderwijs werken ze toe naar een diploma op vmbo-, havo- of vwo-niveau. Basisvaardigheden zoals taal en rekenen zijn verweven in de projecten.
"Kinderen kunnen vakken op verschillende niveaus doen", legt Wendy uit. "Sommigen halen wiskunde op mavo-niveau en Engels op vwo-niveau. Dat is veel realistischer dan iedereen in één hokje plaatsen." Het diploma wordt volgens de regels op het 'laagste' niveau uitgereikt.
De Onderwijsinspectie ziet toe op gelijkwaardige examenprocedures. Leerlingen kunnen dus zonder beperkingen doorstromen naar mbo, hbo of universiteit.
Waarin verschilt Agora van andere onderwijsvormen?
Agora wordt vaak vergeleken met Montessori- of Daltononderwijs, omdat ook daar zelfstandigheid en eigen tempo belangrijk zijn. Waar die onderwijsvormen werken met een voorbereide leeromgeving, vertrekt Agora juist vanuit de vragen van de leerling zelf. Zo ontstaat leren van binnenuit, met begeleiding van een coach.
Daarnaast werken Agora-scholen met gemengde leeftijdsgroepen. Jongere leerlingen leren van oudere en andersom. De focus ligt op samenwerking en respect voor verschillen. "Niemand hoeft meer door dezelfde hoepel te springen", zegt Wendy.
Lees ook: Ontdek hier hoe montessorionderwijs werkt en of het bij jouw kind past.
Voor wie is Agora-onderwijs geschikt?
Agora is bedoeld voor alle kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs, maar is niet voor ieder kind de beste keuze. Net als bij andere onderwijsvormen past het niet automatisch bij iedereen. De grote vrijheid binnen Agora vraagt om zelfsturing, nieuwsgierigheid en zelfstandigheid. Sommige leerlingen vinden die ruimte in het begin lastig, daarom krijgen ze intensieve begeleiding. Coaches helpen hen om structuur aan te brengen en planningsvaardigheden te ontwikkelen.
Tegelijkertijd bloeien juist leerlingen die zijn vastgelopen in het traditionele systeem vaak weer op. "Elk kind wil leren, het is aan ons om de juiste omgeving te bieden". Onderzoek en inspectierapporten laten zien dat Agora-leerlingen gemiddeld even goed of beter presteren dan het landelijk gemiddelde.
Hoewel er kritiek klinkt op de doorstroom naar het vervolgonderwijs, met vragen over de mate van voorbereiding, laten de resultaten een positief beeld zien. Tien procent meer leerlingen behaalt een hoger diploma dan hun basisschooladvies voorspelde. Oud-leerlingen noemen zelfstandigheid, zelfvertrouwen en leerstrategieën als hun grootste winst. De inspectie prijst de coaching en kwaliteit van begeleiding.
Wat is de toekomst van Agora-onderwijs?
De belangstelling voor Agora groeit. Steeds meer ouders en leraren zoeken onderwijs dat beter aansluit bij de diversiteit van leerlingen. "De maatschappij is als een marktplein, een plek waar mensen elkaar ontmoeten, samenwerken en ideeën uitwisselen", aldus Wendy. Precies dat oefenen kinderen op een Agora-school, in een veilige omgeving waarin ze leren omgaan met diversiteit en verantwoordelijkheid."
Agora-scholen vormen daarmee een inspiratiebron voor de toekomst van onderwijs, waar leren niet begint bij toetsen of methodes, maar bij nieuwsgierigheid en vertrouwen dat ieder kind kan groeien op zijn eigen manier.
Leestip: Dit moet je weten als je wil veranderen van basisschool
Bron: Vereniging Agora Onderwijs