
U of je: zo worden opa en oma graag aangesproken
De meeste etiquetteboeken adviseren om de aanspreektitel ‘u’ te gebruiken bij mensen die ouder zijn dan jezelf en bij mensen die je niet kent, maar in de praktijk gaat die regel niet altijd op.
Het is eerder een kwestie van sociale betrokkenheid, iets wat je moet aanvoelen en niet per se leeftijdsgebonden is. Zo hoeven kleinkinderen geen ‘u’ meer te zeggen tegen hun opa’s en oma’s. Althans, dat vinden de grootouders zelf, zo blijkt uit onderzoek uit 2016 naar tutoyeren door ANBO, de belangenorganisatie voor senioren in Nederland.
Lees ook: Rol van opa en oma in de opvoeding
Zeg maar ‘je’
67% van de 1500 ondervraagden geeft aan dat kleinkinderen ze gewoon met ‘je’ mogen aanspreken. 13% van de opa’s en oma’s heeft liever dat er nog wel ‘u’ gezegd wordt.
Meer lezen? Oppasoma en -opa: zo wordt het een succes
Leeftijd doorslaggevende factor
Senioren zelf blijven liever wél ‘u’ zeggen. ‘Ze laten dit voornamelijk afhangen van de persoon en welke relatie ze met die persoon hebben. Voor bijna de helft is iemands leeftijd de doorslaggevende factor om diegene wel of niet met ‘u’ aan te spreken,’ vertelt directeur-bestuurder Liane den Haan van de ANBO.
Ook leuk: 15x cadeaus om opa en oma te bedanken voor alles wat ze doen
Negatieve termen
Hoewel een meerderheid van de senioren het geen probleem vindt dat hun (klein)kinderen tutoyeren, hebben ze er wel moeite mee om aangesproken te worden met ‘oudjes’, ‘krasse knar’ en ‘bejaarde’. Deze termen vinden ze het meest negatief.
Auteur: Richt Kooistra – Bron: ANBO – Beeld: GettyImages