- 01.
'Goed gedaan'
Is iets simpels als 'Goed gedaan' slecht om tegen je kind te zeggen, zul je je misschien afvragen. Wel als je dit élke keer zegt als je kind iets goed doet. Dit zorgt er namelijk voor dat je kind alleen nog dingen doet om jou te pleasen in plaats van uit intrinsieke motivatie, zeggen kinderpsychologen.
Hoe dan wel?
Bewaar je complimenten voor échte prestaties, en wees zo specifiek mogelijk. In plaats van 'Goed gedaan', zeg je liever: 'Wat goed dat je je speelgoed aan je vriendje hebt gegeven'.
Lees ook: Complimenten geven aan je kind, zo doe je dat - 02.
'Oefening baart kunst'
Hoe meer tijd je ergens aan besteedt, hoe beter je erin wordt. Dat is een waarheid als een koe. Maar door dit vaak te benadrukken, kan je kind het gevoel krijgen dat er van hem wordt verwacht om te winnen of ergens in uit te blinken. Het geeft namelijk de boodschap dat als je fouten maakt, je je niet goed genoeg hebt voorbereid.
Hoe dan wel?
Moedig je kind aan om te oefenen, maar overdrijf het niet. Hij zal vanzelf beter worden en trots zijn op zijn vooruitgang.
Ook voor ouders is het een kwestie van oefenen! Meer tips vind je in een van deze leuke opvoedboeken - 03.
'Niks aan de hand'
Als je kind valt en in tranen uitbarst of verdrietig is om een ruzietje met een vriendje, kan het je eerste reactie zijn om hem gerust te stellen en te zeggen dat er niks aan de hand is of dat het allemaal wel meevalt. Goed bedoeld maar op die manier krijgt je kind het idee dat je zijn pijn en verdriet niet serieus neemt. Je kind huilt tenslotte omdat er wél iets aan de hand is.
Hoe dan wel?
Het is belangrijk om je kind te helpen om zijn emoties te begrijpen en ermee om te leren gaan. Geef hem dus een kus of een knuffel en erken zijn gevoel door iets te zeggen als 'Dat was schrikken hè' of 'Wat naar dat je je zo voelt'.
Lees ook: 6x wat je als ouder beter niet tegen je dochter kunt zeggen - 04.
'Schiet op!'
Terwijl jij probeert je kind op tijd op het kinderdagverblijf of school te krijgen, treuzelt hij met zijn ontbijt, wil hij zelf zijn schoenen strikken en moet hij nog naar de wc. Een reactie als 'Schiet op!' is dan natuurlijk heel logisch, maar helaas helpt het niet en zorgt het zelfs alleen maar voor meer stress.
Hoe dan wel?
Verzacht je toon door iets als 'Laten we opschieten' te zeggen. Hierdoor lijkt het alsof jullie beiden in hetzelfde 'team' zitten. Wat ook kan helpen is om er een spelletje van te maken: 'Wie is er het eerst aangekleed!'
Handig! 5 tips voor een relaxt ochtendritueel - 05.
'Ik ben aan de lijn'
Ben je aan het diëten of wil je een paar kilo kwijt? Zeg hier dan niets over tegen je kind en zorg dat je kind niet ziet dat jij elke dag op de weegschaal staat. Neem al helemaal geen woorden in je mond als 'dik' of 'lelijk'. Dit kan namelijk voor een vertekend en ongezond lichaamsbeeld bij je kind zorgen.
Hoe dan wel?
Het is beter om te zeggen: 'Ik eet gezond omdat ik me daardoor beter voel.' Dit geldt ook voor sporten. Zeg niet 'ik moet sporten', maar 'Ik ga even lekker bewegen'. - 06.
'Dat kunnen we niet betalen'
Het is een makkelijk om 'Dat kunnen we niet betalen' als standaardantwoord te gebruiken als je kind om nieuw speelgoed smeekt. Zeg dit toch liever niet. Ook niet als dit daadwerkelijk het geval is. Je kind kan onzeker worden van de gedachte dat er niet genoeg geld is of mama en papa zorgen hebben.
Hoe dan wel?
Kies liever voor een andere manier om hetzelfde idee over te brengen, zoals 'We gaan dat niet kopen omdat we sparen voor belangrijkere dingen'. Bovendien geeft het aanleiding voor een goed gesprek over geld sparen en budgetteren.
Lees ook: Nee zeggen tegen je kind: waarom het niet werkt - 07.
'Praat niet tegen vreemden'
'Een vreemde' is nogal een moeilijk concept voor een jong kind. Bovendien is het de bedoeling dat je kind op een gegeven moment wél tegen onbekenden gaan praten: bijvoorbeeld bij de kassa van de supermarkt of als hij de weg wil vragen. Ook kan hij deze regel verkeerd opvatten en hierdoor hulp weigeren op momenten dat het belangrijk is.
Hoe dan wel?
In plaats van je kind te waarschuwen voor vreemden, kun je een aantal scenario's bespreken. 'Wat zou je doen als iemand die je niet kent je snoep en een lift naar huis aanbiedt?' Of ga voor het veiligheidsmantra 'als iemand je verdrietig, bang of verward laat voelen, moet je het me meteen vertellen'. - 08.
'Wees voorzichtig'
Hoe goed bedoeld ook, als je dit te vaak zegt kan je kind er onzeker van worden. Want wat hij gaat doen, is blijkbaar gevaarlijker dan hij dacht. En roep je dit terwijl hij op het klimrek balanceert, dan is de kans juist groter dat hij valt. Je woorden leiden af, waardoor hij niet meer gefocust is.
Hoe dan wel?
Als je het eng vindt, ga dan dichterbij staan, zeg niks en vang hem op als het nodig is. - 09.
'Geen toetje tenzij je je avondeten opeet'
Door dit te zeggen, zal je kind zijn avondeten niet meer gaan waarderen, integendeel. Hij zal het toetje nóg meer als een traktatie gaan zien en zijn avondeten als een 'straf'.
Hoe dan wel?
Zeg daarom: 'Eerst eten we ons avondeten en daarna krijgen we een toetje.' Op de lange termijn heeft dit een veel positievere invloed op (de eetlust van) je kind.
Goed om te weten: Zo ga je om met een lastige eter - 010.
'Ik help je wel'
Als je kind moeite heeft om een toren van blokken te bouwen of een puzzel te maken, is het logisch dat je hem een handje wilt helpen. Maar doe dit vooral niet te vaak. Geef hem de kans om het zelf te proberen en het opnieuw te proberen als het niet meteen lukt. Zo leert hij van zijn 'fouten'.
Hoe dan wel?
Stel in plaats daarvan vragen om hem te helpen zelf het probleem op te lossen: 'Denk je dat het grote blokje of het kleine blokje onderop moet? Probeer het maar eens.'
Bron: Parents – beeld: Shutterstock