Voor oudersColumns & rubrieken

Dilemma: 'Help! Moeten we ons gezin 'gelijk trekken' met een vierde kind?'

Dilemma Sophie Siemerink
Sophie Siemerink
Leestijd 3 minuten
Lees verder onder de advertentie

Vraag: 'We hebben een kind (5) en een tweeling van (3). We merken dat de tweeling voornamelijk erg naar elkaar toe trekt en de vijfjarige veel wordt buitengesloten. We vinden het erg sneu dat hij thuis geen speelmaatje heeft zoals de tweeling. Nu vragen we ons af of een vierde kind de boel 'gelijk zal trekken'. Wat denken jullie? En hebben jullie tips?'

Geen garantie

Antwoord 1: 'Het is geen garantie dat ze goed met elkaar zullen opschieten, zeker niet met een leeftijdsverschil. Een vierde kind moet je willen omwille van het kind zelf, niet om een probleem op te lossen. Het krijgen van een kind lost nooit problemen op—eerder het tegenovergestelde.

Wat kan helpen, is af en toe één van de tweeling even uit huis laten gaan (bijvoorbeeld met de andere ouder of een grootouder op stap), zodat de oudste en de andere tweeling samen tijd kunnen doorbrengen.'

Lees verder onder de advertentie

Andere oplossingen

A2: 'Er zijn zoveel andere dingen om te doen. Onze tweeling is nu bijna 6 en de oudste is 8. Ze spelen steeds meer samen, omdat ze qua ontwikkeling en spel beter op elkaar aansluiten. Je kunt bewust tijd doorbrengen met de oudste en één van de tweeling, en kijken wat twee van hen samen leuk vinden. Ook samen spelletjes spelen is een mooie optie, waarbij de oudste een helpende rol kan hebben.

Met nog een kindje erbij ben je zo 1,5 jaar verder, en duurt het 2,5 tot 3 jaar voordat die echt kan meespelen. Dan is het nog afwachten of ze goed met elkaar overweg kunnen. En dan maar hopen dat het geen tweeling is… (Tweelingen zijn geweldig, maar als je een even aantal kinderen in je gezin wilt, schiet dat natuurlijk niet op!).'

Lees ook: Hoe weet je of je (nog) een kind wilt?

Lees verder onder de advertentie

Contact en spelen verandert door de jaren

A3: 'Ik ben zelf deel van een tweeling, en door de jaren heen is ons contact en samenspel steeds veranderd. Soms speelde ik veel met mijn tweelingzus, dan weer met mijn oudere zus, en op andere momenten trokken mijn tweelingzus en oudere zus juist veel samen op. Op de basisschool werden we bewust in verschillende klassen geplaatst, zodat we onze eigen vrienden konden maken.

Het leven is nu eenmaal niet maakbaar, en een extra kind is geen garantie voor een hechte onderlinge band. Ik heb inmiddels vijf kinderen, en eerlijk gezegd verloopt dat ook minder liefdevol dan ik had gehoopt, haha. Maar wie weet, misschien verandert dat nog!'

Voor- en nadelen

A4: 'Ik ben de oudere zus van een tweeling (twee jongens). Dat had zowel voor- als nadelen. Ja, ze speelden vaak samen, maar in bijvoorbeeld een pretpark zat ik daardoor vaker alleen. Of ik moest in de auto tussen hen in zitten. Aan de andere kant hadden ze onderling vaker ruzie dan met mij, wat dan weer een voordeel was. Daardoor speelde ik zelf vaker met een vriendinnetje.'

Lees verder onder de advertentie

Lees ook: Eeneiige tweeling of twee-eiige tweeling

Leeftijdsverschil te groot

A5: 'Gezien het leeftijdsverschil zou ik geen vierde kind krijgen, om te voorkomen dat het zich buitengesloten voelt. De kans is groot dat ze niet zo met elkaar optrekken als jij hoopt.

Tegen de tijd dat je vierde kind in de kleuterklas zit, gaat je oudste al naar de middelbare school. Denk daar eens over na. Vanaf een jaar of 20 kan dat weer anders zijn, en is de kans groter dat ze elkaar opzoeken. Maar tot die tijd zitten ze in compleet verschillende fases met hele andere interesses.'

Lees verder onder de advertentie