'Twee jongens van 4 en 7 jaar rennen met open armen en een brede lach op hun gezicht op me af. Van de broers krijg ik heel aandoenlijk een dikke knuffel en die geef ik ze terug. Dan pakken ze mijn hand vast en begeleiden me naar binnen.
In de keuken van het appartement staat een man te koken. Zonder iets te zeggen, wijst hij naar de bank. Daar zit ze: een jonge moeder uit Somalië met de baby aan haar borst. Ik zie meteen dat borstvoeding geven haar goed afgaat.
Ze lacht vriendelijk naar me, maar zegt niets omdat ze geen Nederlands of Engels spreekt. Haar twee oudste kinderen, de jongens die me eerder zo warm verwelkomden, zitten op de grond en kijken naar een tekenfilm terwijl ze af en toe een hap nemen van hun boterham.
Lees ook: Borstvoeding in het openbaar: maak het jezelf makkelijk met deze kleding en accessoires
Geur van frisse was
Door de twee volle wasrekken in de woonkamer hangt er een aangename geur van schone was en het is er lekker warm. Oké, de woonkamer is misschien wat rommelig, maar na al die jaren ervaring als kraamverzorgende ben ik wel wat gewend. Ik zie hier vooralsnog niets dat me zorgen baart.
En dat terwijl me juist werd verteld dat ik mogelijk in een zorgelijke situatie terecht zou komen. Kort voordat ik de flat binnenstapte, werd ik namelijk gebeld door mijn collega's van de planning. Er was extra specifieke informatie over de cliënte waarbij ik zou gaan kramen.
Opdracht van maatschappelijk werk
Zo werd me verteld dat mevrouw al moeder is van twee zoons, een laag IQ heeft, met haar kinderen en baby in een kamertje woont in een appartement met alleen maar mannelijke medebewoners. Maar vooral: dat de baby, een jongetje, is geboren uit verkrachting.
Vanuit maatschappelijk werk kreeg ik de opdracht mee om te kijken of de moeder de zorg voor haar drie kinderen aankan. Ik vind het heftig, maar probeer tegelijkertijd zo onbevooroordeeld en open-minded mogelijk binnen te komen.
Lees ook: Dit zijn de bevallingstrends voor 2025
Schok in slaapkamer
Ik moet wel even slikken als ik met mevrouw naar de slaapkamer loop voor haar lichamelijke controles. De kamer is klein en vol. De moeder slaapt met de twee jongens in de twijfelaar, naast het bed staat een wiegje voor de baby.
Maar wat ik het meest schrikbarend vind, is de grote dikke verwarmingsbuis in de hoek van de kamer die door alle appartementen van de flat loopt. Die buis is echt gloeiendheet. Wat gevaarlijk voor de kinderen! De moeder ziet mijn zorgelijke blik en schudt haar hoofd. 'Nee, ze komen echt niet aan de buis', zo maakt ze me duidelijk.
Alles zelf doen
Moeder herstelt goed. Misschien wel té goed, want ze wil zo veel mogelijk zelf doen. Zodra ik kleren heb gevouwen, legt zij ze meteen in de kast. Wil ik de afwas doen, dan rent ze nog niet naar de gootsteen om me tegen te houden.
We schrikken op als de deurbel gaat. Het is de maatschappelijk werker die onaangekondigd op de stoep staat. Maar eigenlijk vind ik het wel fijn dat ze er is, want ik wil aan het einde van mijn dag hier graag met haar bespreken wat ik heb gezien en ervaren.
Tante in de buurt
'Wat vind je van de situatie?', vraagt ze uit zichzelf als we samen weer buiten staan. Ik vertel haar dat ik onder de indruk ben van de moeder. 'Ondanks de weinige middelen die ze heeft, doet ze het heel goed. De kinderen worden goed verzorgd, komen niets tekort en maken een gelukkige indruk', zeg ik.
De moeder heeft het geluk dat ze er niet helemaal alleen voor staat. Ze heeft een tante in de buurt wonen die haar af en toe komt helpen: koken, boodschappen doen, oppassen op de zoons. Mijn advies voor de maatschappelijk werker: 'Help deze moeder bij het vinden van andere en geschiktere woonruimte en zorg voor opvoedondersteuning, op welke manier dan ook. Dan kan deze vrouw veel bereiken'.
Vastberaden
Omdat de moeder na de bevalling nog een paar dagen in het ziekenhuis moest blijven en daar veel zorg kreeg, kraam ik hier maar twee dagen. Ik laat de cliënt en haar kinderen met een beladen gevoel achter.
Ik hoop met heel mijn hart dat het goed met ze blijft gaan. Aan de andere kant: het kán bijna niet verkeerd gaan. Hoewel de situatie verre van ideaal is, is ze geen verdrietige vrouw. Ik zag het in haar ogen: een soort vastberadenheid, een dit-ga-ik-doenblik. Alsof ze wilde zeggen: ik moet roeien met de riemen die ik heb. Dat vind ik heel bijzonder.'
Deze moeder heeft me opnieuw doen beseffen in welke schrijnende situaties je als kraamverzorgende kunt terechtkomen. Maar ze heeft me ook een heel belangrijke les geleerd: hoe belangrijk het is om ergens zonder oordeel binnen te komen, zeker als maatschappelijk werk erbij betrokken is. Er kan makkelijk ruis ontstaan in rapportages en overdrachten en dat kan weer grote gevolgen hebben voor moeder en kind.'
Meer uit de rubriek Kraamwerk lezen? Dat kan hier!