'Het is midden in de nacht als ik word opgeroepen voor een bevalling, maar als ik aankom, is de baby al geboren. Ik kijk naar de moeder die het kerngezonde jongetje in haar armen houdt. Haar man zit er verdwaasd naast.
Ik weet niet wat het is, maar ik krijg een beetje een vreemd gevoel. Deze mensen hebben net hun tweede kind in hun armen gesloten, maar toch is de stemming verre van feestelijk. Ik zou de sfeer zelfs als bedrukt omschrijven. Ik ruim op en laat weten dat ik morgenochtend terugkom. Met een onbestemd gevoel verlaat ik het huis.
Lees ook: De bevalling: wat kun je verwachten?
Ernstig ziek
De volgende ochtend ontdek ik de reden voor de bedrukte sfeer. Het oudste kind, een jongetje van 2, is ernstig ziek. Tijdens de tweede zwangerschap hebben zijn ouders het verwoestende nieuws gekregen dat hun zoon leukemie heeft.
Al maandenlang draait hun leven om angst en ziekenhuisbezoeken. De kraamvrouw heeft het zwaar en haar man, zo vertelt ze me, kan niet met de situatie omgaan. Hij is ontzettend depressief. Ik merk het ook. Hij loopt wel rond, maar is volkomen afwezig.
Lees ook: Een post-partumdepressie: hoe ga je daar als partner mee om?
Oerkracht
Al op de eerste dag krijg ik zo veel bewondering voor de kraamvrouw. Het lijkt of er een oerkracht in haar zit. Ze moet sterk zijn voor haar zoon, die helemaal niet begrijpt dat waarom hij zich slecht voelt. Maar net zo goed moet ze haar kracht gebruiken om er te zijn voor haar baby, en voor haar man.
Het jongetje moet om de twee dagen naar het ziekenhuis voor een chemo. De eerste keer in de kraamweek gaat er een oom mee, de tweede keer gaat de moeder zelf ook. Normaal gesproken zou ik een kraamvrouw op dag vijf van de kraamweek nergens naartoe laten gaan, maar ik snap zo goed dat ze zelf mee wil. Dus blijf ik met de baby thuis terwijl zij bij haar zieke zoon is.
Lees ook: De kraamweek: wat kun je verwachten?
Halve pannenkoek
,,Als je terugkomt, bak ik pannenkoeken voor je", beloof ik het jochie, want hij heeft me verteld dat hij daar zo dol op is. Helemaal blij vertrekt hij, maar als hij thuiskomt, eet hij maar een halve pannenkoek. Voor de andere helft is hij te moe en te ziek. Ik help eerst zijn uitgeputte moeder naar haar slaapkamer en dan leg ik het jongetje in bed.
,,Je moet handschoenen dragen als hem aanraakt", heeft zijn moeder gezegd. ,,De chemo zit in zijn lichaam en dat moet je niet aan je handen krijgen." Op een bepaald moment hoor ik het jongetje huilen. Als ik ga kijken, blijkt dat hij zijn bed onder heeft gespuugd. Mijn hart breekt. Hij is zo ziek en zo verdrietig. Vlug haal ik hem uit bed en trek zijn vuile pyjama uit, mijn handschoenen keurig aan.
Maar als ik hem bij me op schoot zet om hem te troosten, voel ik aan alles: ik kan dit niet. Het is zo onnatuurlijk om met plastic handschoenen aan een kind te troosten. Die chemo zal me even worst wezen, ik doe mijn handschoenen uit. Daarna trek ik het jochie tegen me aan en aai hem over zijn bol tot hij rustig wordt.
Lees ook: Zo ga je om met een verdrietig kind
Afsluiten
Het gezin krijgt verlengde kraamzorg en na tien dagen sluit ik de zorg af. Wanneer alles goed verloopt, ben je als kraamverzorgende op een gegeven moment misbaar. Dat is ook goed. Maar bij dit gezin voel ik zo veel dankbaarheid dat ik hier mocht werken en echt iets kon betekenen.
Ik kan dan ook niet vertrekken zonder mijn telefoonnummer achter te laten, wat tegen de regels is. ,,Ik zou het fijn vinden om nog eens te horen hoe het gaat", zeg ik. ,,Maar voel je alsjeblieft niet verplicht."
Helemaal gezond
Het duurt anderhalf jaar tot ik een appje krijg. De eerste seconden valt het kwartje niet, maar dan herken ik de moeder op de profielfoto. De chemotherapie is goed aangeslagen, schrijft ze en meteen lopen de tranen over mijn wangen. Het gaat beter met hem en gelukkig ook met haar man. Het jaar erop volgt opnieuw een berichtje. Hij is helemaal gezond.'
Meer uit de rubriek Kraamwerk lezen? Dat kan hier!