'Rubie hapte in het ziekenhuis goed aan en sabbelde tevreden aan mijn borsten.
Afvallen
Maar toen ze de volgende dag werd gewogen, bleek ze te zijn afgevallen. De dag erna weer, met negen procent zelfs. Daar schrok ik van – ze leek tijdens alle voedingen prima te drinken, maar blijkbaar kreeg ze amper melk binnen.
Lees ook: Welk gewicht past bij jouw baby
Flesjes leegslurpen
Terwijl we startten met kunstvoeding en ik begon te kolven, bleef ik Rubie tussendoor aanleggen. Daarvoor en daarna wogen we haar. Steeds dronk ze wel iets, maar lang niet genoeg. De flesjes met gekolfde melk slurpte ze daarentegen zo op.
Verkort tongriempje
De kraamverzorgende vermoedde dat Rubie een verkort tongriempje had. Later werd dat door een lactatiekundige bevestigd. Het verklaarde waarom Rubie niet krachtig en langdurig aan mijn borst kon zuigen. Althans, dat dachten we. Maar toen Rubie aan haar tongriempje was behandeld, werd de situatie niet beter. Bij elke voeding bleef ze krijsen.
Lees ook: Verkort tongriempje: doorknippen of niet?
Alle moeite voor niets
Ik had met haar te doen en voelde zo veel teleurstelling – al die moeite voor niks. Na mijn heftige bevalling, die door een ruggenprik en vacuümpomp niet natuurlijk was verlopen zoals ik had gehoopt, was ik erop gebrand dat de borstvoeding wél ging lukken. Ik had melk, Rubie dronk uit de fles – waarom lukte het ons dan niet samen?
Nakolven, bijvoeden
Ondertussen kreeg ze steeds meer honger. Het kolven ging goed, maar ik kon haar niet bijbenen. Ze dronk een liter per dag. Elk uur legde ik haar aan, gevolgd door nakolven en bijvoeden. Maar dan nóg was ze niet verzadigd en moesten we haar kunstvoeding geven.
Lees ook: Checklist borstvoeding en kunstvoeding: dit heb je nodig
Kunstvoeding als toetje
In de derde week besloot ik Rubie niet meer aan te leggen en ook niet nóg vaker te kolven. Het brak me op. Ik kon amper van haar genieten. Al snel voelde ik een enorme rust over me heen komen. Rubie raakte ook niet meer gefrustreerd aan mijn borst en dronk haar flesjes gekolfde melk kalm leeg. En bleef ze hongerig, dan gaf ik haar als toetje wat kunstvoeding.
Stress weg, productie omhoog
Omdat ik minder gestrest was, steeg mijn productie. Tegelijkertijd ging ik veel water drinken, mijn borsten masseren en lecithine slikken; een voedingssupplement om verstopte melkkanaaltjes tegen te gaan. Ik had het idee dat mijn borsten daardoor leger waren, mijn melk vetter en Rubie leek ook meer verzadigd.
Op eigen kracht
Na een tijdje voedde ik haar met uitsluitend mijn melk. Dat voelde fantastisch: eindelijk lukte het op eigen kracht. Ik kolf nu zes keer per dag. Dat kost veel tijd en soms krijgt Rubie precies op zo'n moment trek. Had ik je nu maar aan mijn borst kunnen leggen, denk ik dan. Ik vind het jammer dat dat ons niet is gelukt, maar ben voorlopig allang blij dat we in een ritme zitten.
Vriend, geen vijand
Rubie heeft nu minder honger, dus in de vriezer ligt een voorraad gekolfde melk. Toch staat er ook nog een pak kunstvoeding in de kast en gaat de poedertoren standaard mee als we een dagje weggaan. Als onderweg blijkt dat mijn melk toch niet genoeg is, maak ik een fles kunstvoeding. Kunstvoeding is niet meer mijn vijand, maar een vriend.'
Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine. Tekst: Tessa Heselhaus. Fotografie: Kim Krijnen.
Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.