Moeders zijn nog steeds de belangrijkste leesopvoeders binnen het gezin. Maar liefst 71 procent van de moeders geeft aan dat zij de belangrijkste rol spelen in de leesopvoeding thuis, tegenover 27 procent van de vaders die dat over zichzelf zeggen. Dit is met name zichtbaar in de leeftijdsfase van 0 tot 6 jaar, wanneer kinderen zelf nog niet kunnen lezen.
Van alle moeders met kinderen tussen de 0 en 12 jaar, leest 70 procent bijna elke dag voor. Bij vaders ligt dit percentage op 55 procent.
Ook naar de bibliotheek of boekhandel
Moeders investeren daarnaast meer tijd in andere leesactiviteiten zoals samen praten over boeken, en het bezoeken van bibliotheken of boekhandels. Dat verschil zou deels voort kunnen komen uit hun eigen ervaringen als kind. Zo geeft 39 procent van de moeders aan dat ze zelf vroeger veel werden voorgelezen, terwijl dit voor slechts 25 procent van de vaders geldt.
Lees ook: Dit zijn de leukste voorleesboeken voor een baby, peuter en kleuter
Vaders vinden lezen minder leuk
Een opvallende uitkomst van het onderzoek is dat vaders over het algemeen iets minder enthousiast lijken over voorlezen. Terwijl 79 procent van de moeders het belangrijk vindt dat hun kind wordt voorgelezen, is dit bij 68 procent van de vaders het geval.
Ook ervaren vaders wat minder plezier tijdens het voorlezen: slechts 36 procent van hen vindt voorlezen echt leuk, tegenover 48 procent van de moeders. Maar ook vaders hechten waarde aan leesopvoeding, aangezien negen op de tien ouders aangeven dat dit belangrijk is voor de ontwikkeling van hun kind.
Voorlezen neemt af met de leeftijd
Wat veel ouders herkennen, is dat het voorlezen afneemt naarmate kinderen ouder worden. Zo leest 59 procent van de ouders dagelijks voor aan kinderen van 0 tot 6 jaar, maar zodra kinderen 6 of 7 jaar zijn, zakt dit percentage naar 36 procent. Bij kinderen tussen de 8 en 12 jaar is dit zelfs nog maar 13 procent.
Drempels bij de leesopvoeding
Hoewel ouders de leesopvoeding belangrijk vinden, ervaren ze ook drempels. Vooral bij ouders met kinderen tussen de 6 en 12 jaar zijn er obstakels, zoals de aantrekkingskracht van schermen (38 procent), concurrerende activiteiten (25 procent) en het gebrek aan leesinteresse van hun kind (25 procent). Bij jongere kinderen (0 tot 6 jaar) spelen schermen ook een rol (25 procent), maar komt een gebrek aan leesinteresse bijna niet voor.
Lees ook: De leukste kinderboeken van vroeger (die je nu zélf kunt voorlezen)
De tips van kinderen via Kidsweek
Toch geeft 41 procent van alle ouders aan dat ze graag meer tijd zouden willen besteden aan de leesopvoeding. Ze voelen zich verantwoordelijk voor de leesontwikkeling van hun kinderen, maar hoe kun je dat nu het beste aanpakken?
Om daar antwoord op te vinden, heeft kinderkrant Kidsweek ruim tweehonderd kinderen tussen de 6 en 12 jaar gevraagd hoe lezen volgens hen nog leuker kan worden. Veel kinderen vinden lezen al leuk en ze hebben ook suggesties.
Zo denken ze dat meer keuze in boeken helpt, net als samen lezen met ouders of vrienden. Ook een kleine beloning kan een motivatie zijn. Daarbij zijn een cadeautje (26 procent), later naar bed mogen (12 procent), een uitje (11 procent) en meer schermtijd (9 procent) favoriet.
87 procent wil voorgelezen worden
Niet alleen zelf lezen blijft populair, maar ook voorgelezen worden. Vooral kinderen tussen de 6 en 9 jaar genieten nog van een voorleesmoment – maar liefst 87 procent wil nog graag worden voorgelezen. Zelfs bij kinderen tussen de 10 en 12 jaar is dit nog het geval: 70 procent van hen vindt voorgelezen worden fijn.