
Column Jan Versteegh: ‘Om half vijf ’s ochtends sta ik de boom op te tuigen’
Jan gaat met zijn oudste dochter een kerstboom uitzoeken. En als de boom eenmaal in huis staat, kan zijn dochter niet wachten om ‘m op te tuigen.
Het was tijd om de kerstboom weer in huis te halen.
Naar de bouwmarkt
Dat klinkt alsof de boom al een jaar voor het raam naar binnen had staan kijken tot ze weer naar binnen mocht (is een kerstboom een zij?), maar feitelijk kwam het erop neer dat ik met dochter 1 richting de bouwmarkt vertrok om er een te kopen. Dit was het tweede jaar in de hopelijk lang durende traditie dat zij met me meegaat om een boom uit te zoeken.
Grondige inspectie
Aangekomen op de druilerige parkeerplaats waar de bomen stonden te wachten op een nieuwe eigenaar, onderwierp madame alle bomen aan een grondige inspectie. Ze liep met een gezicht dat het midden hield tussen vastberaden en boswachter tussen allerlei volwassen bomenkopers door en liep gedecideerd naar de bomen tussen de 150 en 175 centimeter lang. ‘Deze zijn precies lang genoeg, papa.’
Kritische keuring
Bij de bomen staan een aantal mannen die steeds een boom pakken, naar hun vrouw kijken in de hoop haar goedkeuring te vinden, maar na een kort schudden van het hoofd de arme boom weer terugleggen. En weer een nieuwe boom pakken. Wanneer wordt een mens kritisch op de vorm van zijn kerstboom? Ik pak ook een boom en vraag mijn boswachter van vier wat ze vindt: ‘Mooi.’ En deze lieverd? ‘Mooi.’
Allemaal mooi
Dan, om te testen of er ook een ander antwoord mogelijk is, pak ik een onooglijke boom met een enorme dikke buik en lelijke top. Wat vind je van deze boom? ‘Mooi papa.’ Zo komen we niet echt verder he schat? ‘Ik vind gewoon alle kerstbomen heel mooi. En ze ruiken lekker.’ Ik hoop dat haar moeder me later ook nog mooi vindt. Als ik ook een dikke buik en een kale top heb.
Nachtje wachten
We zoeken een boom uit, uiteraard naar volle tevredenheid van de positieve opzichter, laten hem in een netje stoppen en vertrekken richting huis. We laten de boom een nachtje leeg staan, zodat de takken wat uit kunnen zakken. Tenminste, dat was de bedoeling.
Wakker is wakker
Om 04:16 exact staat dochter 1 naast mijn bed. Ze kan niet meer slapen. Ik zeg dat ze het maar even aan mama moet vragen. ‘Dat zei mama ook al over jou,’ Helaas, truc mislukt. Ik herken het maar al te goed. Als ik wakker ben, ben ik ook wakker en dan is de dag gewoon begonnen. Helaas was ik nu heerlijk in slaap.
Half vijf
We vertrekken samen naar beneden en voor het eerst in mijn leven sta ik om half vijf in de ochtend de boom op te tuigen. Een mens moet wat. Tegen de tijd dat de rest van de goegemeente het tijd vindt om aan de dag te beginnen, plaatsen wij net de kerstster in de top. En, wat vind je?
‘Mooi papa, heel erg mooi.’