
Fait accompli
Danny Koks (36) is vader van Sarah (2) en schrijft maandelijks een column voor Ouders van Nu. Deze keer vertelt hij waar alle mannen volgens hem naar kijken bij de echo van hun zoon: het klokkenspel.
Bipsomvang
Wat vrouwen met hun kont hebben, hebben mannen met hun piemel. Maar dan net andersom. Jullie vragen je af: is-ie niet te groot? Wij vragen ons af: is-ie niet te klein? Wij gaan er ook anders mee om dan jullie. Vrouwen bespreken hun bipsomvang uitgebreid met andere vrouwen. Vriendinnen, zussen, collega’s, moeders, de buurvrouw, de meiden van de yogaklas, allemaal hebben ze wel eens hun licht laten schijnen op jouw vraag: is mijn kont te groot? Mocht iemand het in haar hoofd hebben gehaald om daar ‘ja’ op te zeggen, dan rollen jullie ter plekke een weldoortimmerd plan van aanpak uit. Dieetshakes, minstens drie weken. Vijftig squats, drie keer per dag, dertig dagen lang. Geen chocola meer!Een doodlopende weg
Mannen doen dat niet. In heel de geschiedenis van de man is er nog nooit één man tijdens het douchen na een voetbalwedstrijd op de linksbuiten afgestapt met de vraag: ‘Eerlijk zeggen, vind jij ’m te iel?’ Hoogstens vraag je dat een keer aan je broer, verder aan niemand. Nu heb ik de pech dat ik een broer heb die kan wedijveren met Dirk Diggler uit Boogie Nights. Ik kan ook wel wedijveren met Dirk Diggler, maar dan toch eerder in een wedstrijdje tafelvoetbal of gehaktballen eten. Daarom rij ik ook in een grotere auto dan mijn broer. Maar dat terzijde. De reden is simpel. Mannen kunnen niet sleutelen aan hun gereedschap. Het is geen biceps die je even lekker kunt aansterken in de sportschool. En hoewel er vast ergens een malloot rondloopt die ’m heeft geprobeerd op te rekken met wat loodgewichtjes, hebben de meeste mannen genoeg kaas van biologie gegeten om te snappen dat dat een doodlopende weg is. Een piemel is een fait accompli. Bij je geboorte krijg je wat je krijgt en daar moet je het de rest van je leven mee doen.Ferme knaap
Daarom gebeurt er ook iets geks als mannen op de echo zien dat ze een zoon krijgen. Dan hebben ze nog maar oog voor één ding. Het klokkenspel. Of de aanstaande vader nu automonteur is of kernfysicus, allemaal ontpoppen ze zich ter plekke als een expert op het gebied van de menselijke celdeling. Maakt niet uit dat ze zich blind staren op een foetus die amper groter is dan een middelvinger, ineens kunnen ze mijlenver in de toekomst kijken en zien dat hun ferme knaap is uitgerust met een ferme knaap. Net als papa. Want zo ijdel zijn mannen dan ook wel weer.
Fait accompli
Als Annemarie en ik in het ziekenhuis ‘Gefeliciteerd, het is een jongen!’ te horen krijgen, doe ik precies hetzelfde. Later, als we terug naar huis gaan, heb ik er geen enkele moeite mee om de autosleutels aan Annemarie te geven. Dat gebeurt me anders nooit. Maar nu zit ik als een blij ei op de passagiersstoel. Met de echofoto’s pal voor mijn neus. Een wiel is rond, een ijsbeer is wit, en dit wordt een flinke knul. Dat is een fait accompli. Glunderend draai ik me om naar Annemarie: ‘Zullen we heel even langs mijn broer rijden?’