Blog

'Geen kanen, geen kak en geen gekut meer. Beloofd.'

‘Geen kanen, geen kak en geen gekut meer. Beloofd.’ Ouders van Nu Redactie
Ouders van Nu Redactie
Leestijd 2 minuten
Lees verder onder de advertentie

Het begon met kut. Of eigenlijk zei ze 'kuh' en daarna lachend nog een 'kuh'. Vlak daarvoor had ik keihard 'Nee, kut!' geroepen toen ik haar luier aan het verschonen was en ze weer eens met haar hand ging meevoelen. Om vervolgens met diezelfde hand haar wang te aaien. Of ik moest lachen na 'kuh'? Tuurlijk. Opvoedkundig niet handig, maar ik ging helemaal stuk toen ze het zei. Even later zei ik tegen Sven: 'Ik moet echt beter op mijn vocabulaire letten, hoor.' Want het is natuurlijk niet de taal die ik mijn kind wil meegeven. En de fase waarin ze álles napraat is inmiddels aangebroken.

Slang

Ik denk zelf totaal niet na over wat ik eruitkiep. Het is niet dat ik standaard grofgebekt ben, maar een beetje kleedkamertaal is aan mij wel besteed. Zie het als een uiting van emoties, enthousiasme soms. Fakking lekker, als iets heel lekker is. Kakken, in plaats van poepen, rolt er ook nog weleens uit. Aan chips eten doen we niet, we kánen hier in huis. 'Kom Kae, we gaan even pit kijken!' en dan loopt ze naar de afstandsbediening voor een sessie BabyTV. Ze snapt mijn slang.

Kut, shit, dombo

Ook schelden doe ik vrij regelmatig. Kut, ja, dat rolt geregeld mijn mond uit. Shit ook trouwens. En meer van dat soort uitingen waar je even lekker wat gewicht in kunt leggen. Meestal in situaties waarin ik gehaast of lichtelijk verhit ben. Of als ik kwaad ben of me over iets opwindt: 'Da's zooo kut hè?' In de auto is (of ik moet eigenlijk zeggen: was) het hetzelfde verhaal: 'Doe even normaal, man!' 'Idioot, rij door, dombo!' Die onbeantwoorde gesprekken met mijn medeweggebruikers zijn veel minder geworden sinds Kae er is. Vooral omdat ik dus niet wil dat ze zo'n gestresste moeder achter het stuur heeft. Nu rij ik met haar achterin automatisch een stuk rustiger en relaxter, en heb ik sowieso al minder van dat soort uitspattingen. Ook op het veld kon mijn woordkeus explosieve vormen aannemen. Alleen hield ik me daar in, omdat voor zoiets een kaart staat.

Lees verder onder de advertentie

Aan de bak

'Ik moet echt beter op mijn vocabulaire letten, hoor', zei ik dus. Of nee, eerlijk gezegd zei ik dat helemaal niet tegen Sven na die hand in de kak en 'kuh' van Kae. Helaas. Wat ik wel zei: 'Ik moet echt kappen met kut zeggen als ze erbij is, niet dat ze denkt dat dat normaal is.' Aan de bak dus. Geen kanen, geen kak en geen gekut meer. Beloofd.

Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine.