
Missie Babyvet (1): Mijn lijf en ik zijn uit elkaar gegroeid
Jasper (36) lijdt aan dezelfde kwaal als de meeste jonge ouders: chronisch tijdsgebrek. Hij vierde het (nieuwe) leven, maar vergat te sporten. Nu hoopt hij met personal trainer Robbert Miedema zijn ‘oude’ lijf terug te krijgen en anderen te motiveren. In deze eerste column: hoe het 10 kilo uit de hand heeft kunnen lopen.
Ik heb niet zo’n goed contact met mijn lijf. Mijn hoofd vertrouw ik, koester ik zelfs. Het ordent, speelt en creëert. Mijn hoofd is een fijne plek om te zijn. En, als je erin gelooft dat het hart de plek is waar emoties huizen, dan is dat deel van mij ook redelijk op orde. Ik ben empatisch, meestal gelukkig (werkelijk) en ik kan liefde geven en ontvangen.
Alleen dat malle lijf van mij.
Uit elkaar gegroeid
Mijn lijf en ik zijn ergens in ons leven uit elkaar gegroeid. Zoiets gaat niet ineens, als bij een ruzie, maar geleidelijk. Mijn lijf veranderde zonder dat ik het echt merkte, zoals dat je het gras niet kan zien groeien. Zo voelde ik niet echt dat ik van een twintiger van 85 kilo naar een gezellige papa van 113 (au!) kilo ben uitgegroeid.
Het riekt naar acceptatie
Het besef komt met momenten. Dat je eens voorovergebogen je schoenen wilt strikken, een oude broek denkt aan te schieten of een oude bekende tegenkomt. Het begint met kleine opmerkingen. Tot je een patroon ontdekt. En het was klaar toen ik besefte dat ik de grapjes tegenwoordig zelf maar maak. Dat riekt mij teveel naar acceptatie.
Mijn vrouw houdt van mij. Wij vullen elkaar aan. Zij leeft bewust, ik fladder. Zij mediteert, ik stuiter. Zij is voor matigen, ik ben gulzig. Zij doet boodschappen, ik vreet ‘s nachts alle verstopplekken leeg.
‘Ik wil oud met je worden’
Sinds 2 jaar is er veel veranderd in mijn leven. Jon en ik zijn getrouwd, we hebben samen een dochter en we hebben een huis. We zijn een systeem, samen. Ik de kostwinner, Jon de stabiliteit thuis voor Jade (11) en Moos (2). Maar voor we Moos kregen keek Jon mij indringend aan. ‘Ik wil oud met jou worden,’ waren haar simpele woorden. En die woorden kwamen binnen. Van de een op de andere dag ging ik van een echte roker naar een ‘non-smoking area’, van bijna 2 pakjes per dag, naar nul. Geen dag last van gehad, geen moment chagrijnig geweest, geen enkele spijt van gehad.
Vergeef me dat ik mezelf even op de borst klop (zonder kuchen), maar ik zeg het louter om een punt te maken. Namelijk dat ik ruggengraat en doorzettingsvermogen heb. Eigenwaarde zelfs.
Maar niet met mijn lijf.
Hoezo tempel?
Een lijf, hoor je weleens zeggen, dat is je tempel. Niet voor mij. Het is meer een fiets die dingen van A naar B brengt. En natuurlijk blijft je fiets beter als je die elke nacht binnen zet.
Elke zondag de banden oppompt en de bouten af en toe terug vastzet. Hem simpelweg wat liefde geeft. Zo werkt dat bij mij niet. Ik vergeet werkelijk de pijnlijke splinter in mijn voet nog. Maar mijn fiets vervang ik over een jaar of 6 voor een nieuwer glimmend model. Met mijn eigen lijf gaat dat niet. Zegt mijn hoofd. Zegt mijn hart. Zegt mijn vrouw.
Eens doorgaan bij de pijn
En nu? Via mijn hoofd mijn lijf in. Dat is wat ik bedacht heb. Ik ga columns schrijven, zo eerlijk als ik kan. Over hoe ik het komende jaar het contact met mijn lijf ga vinden. Niet zozeer mijn spieren ga voelen, maar ga voelen wanneer ik genoeg gegeten heb. Dat ik eens doorga bij goede pijn en juist stop bij slechte. En hoe logisch dat misschien ook klinken mag, dat doe ik nu niet. De spierpijn van een crunch maakt dat ik het wel best vind. Terwijl de pijn die een mogelijke hernia, maagzweer of striae op mijn buik met zich meebrengt, daar wen ik aan. Werkelijk waar.
Ik verbaas me over mezelf. Ik hoop echt dat andere mensen dit ook hebben. Net als de vertekening van het zelfbeeld. Ik voel me namelijk eigenlijk best goed, terwijl ik weet dat ik te zwaar ben. Vind doorgaans zelfs dat ik er goed uitzie. Voor de spiegel en in mijn eigen hoofd. Alleen op de meeste foto’s gaat er dan iets mis. Het aantal ‘verkeerde kanten’ neemt toe.
‘Your ass is mine
Ik leg mijn leven van later in de handen van Robbert Miedema. Een leeftijdsgenoot die een totaal ander levenspad heeft bewandeld. Robbert was beroepsmilitair. Wat heet: hij was onderofficier bij de verkenners en sniper. Hij is uitgezonden geweest naar Afghanistan. Robbert maakte dingen mee die niemand mee wil maken. Maar zo zag hij ook wat het mensenlijf aankan en waar de geest toe in staat is. Tegenwoordig is hij personal trainer. En trotse papa van twee. Hij appte me eergisteren. ‘Leuk om je laatste column te lezen. Ultra papa ben je. Maar woensdag: you’re ass is mine’.
Wordt vervolgd…
Barbecueën, de favoriete hobby van Jasper
MEER LEZEN?