5 hardnekkige fabels over voeding tijdens de zwangerschap

Fabel 1: eet voor twee

Een hardnekkig advies dat niet klopt. Tijdens je zwangerschap is het echt niet nodig om (veel) meer te eten. Het kan zijn dat je in het derde trimester iets meer trek krijgt, maar meer dan een extra boterham met kaas en een paar plakjes avocado heb je niet nodig. Er gaat tegen die tijd wel meer energie naar je kind, maar je verbruikt meestal ook minder calorieën omdat je – terecht – vaker met de benen omhoog zit. Toch zin in wat extra's? Kies dan voor fruit, groente of een bakje yoghurt met wat muesli: zuivel is een bron van calcium en calcium ondersteunt de botten. Zo kies je dus voor een extraatje waar je lichaam echt wat aan heeft.

Fabel 2: verdampte alcohol is oké

Een Italiaanse pasta met witte wijn die uren heeft geprutteld, of een kaasfondue met kirsch die een avond boven het waxinelichtje heeft staan dampen: misschien denk je dat daar de alcohol wel uit is verdwenen. Dit klopt niet. Alcohol verdampt inderdaad boven een warmtebron, maar er blijft altijd een restje achter. Aangezien het advies luidt dat alcohol een no go is tijdens de zwangerschap, laat je dit soort gerechten tijdens die negen maanden beter staan. Tip: vervang alcohol tijdens het koken met bijvoorbeeld fond, bouillon of appelsap.

Fabel 3: mijd rauwe groente

Gekookte of gebakken groenten zijn zo goed verhit, dat je zeker weet dat eventueel aanwezige slechte bacteriën door het koken of bakken onschadelijk zijn gemaakt. Omdat dit proces bij rauwe groenten ontbreekt, hoor je misschien weleens dat je rauwe groente tijdens je zwangerschap moet laten staan. Dat is echt niet nodig. Als je groente goed wast, kun je ze met een gerust hart snacken. Ze zijn juist heel goed voor je. Wel is het belangrijk dat het echt vers is: eet die gesneden cherrytomaatjes of bonensalade nog dezelfde dag op en leg het niet in de koelkast neer. Eet je buiten de deur, waar je niet ziet hoe de rauwkost wordt bereid of hoe vers die daadwerkelijk is? Dan kun je het voor de zekerheid beter overslaan.

Fabel 4: eet zo min mogelijk vet

Dit klopt niet. Verzadigde vetten kunnen deel uitmaken van een gebalanceerd dieet. Denk aan: avocado's, noten, 100% pindakaas, vette vis, melk of yoghurt. Bij het kiezen van melk en yoghurt kun je de voorkeur geven aan halfvolle of magere varianten, zoals die van Arla biologisch, voor een gevarieerd voedingspatroon. Tip: maak met een bakje yoghurt een lekkere bowl met havermout, vers fruit – ook even goed wassen – en noten. Ook lekker: een zelfgemaakte bananenshake. Mix 350 milliliter Arla biologisch halfvolle melk met een halve rijpe banaan en twee ijsblokjes voor een heerlijk glas bananen shake.

Fabel 5: de craving verraadt het geslacht van je baby

Nee, ook dit statement is niet juist. Ze zeggen weleens dat zwangere vrouwen die veel zin hebben in zoet of een craving hebben voor melkproducten een dochter krijgen. Hartige trek zou duiden op de komst van een zoon. Maar wat blijkt: die verschillende groepen krijgen even vaak jongens als meisjes. Dus snak je tijdens je zwangerschap geregeld naar een glas koude melk of een bakje chips? Dan zul je toch gewoon de (pret)echo, genderrevealparty óf natuurlijk de geboorte van je kind moeten afwachten om te weten wat je krijgt.