
‘Ik keek naar mijn buik: wat was er gebeurd met mijn baby?’
Nynke (34) woonde tijdens haar derde zwangerschap in Kenia toen het in de 35ste week opeens misging. ‘Ik schreeuwde het uit van verdriet. Waarom hoorden de artsen de hartslag niet? Wat is er met mijn baby?’
‘Marc en ik waren nog maar net samen toen zijn vader ziek werd en hij het familiebedrijf in Kenia overnam. Ik verhuisde met hem mee naar een compound-villa in Nairobi. Opeens woonden we in een huis met personeel; een kok, chauffeur, schoonmaakster en tuinmannen. Het land was prachtig, maar het lukte me niet om mijn draai te vinden. Het verschil tussen rijk en arm is er zo oneerlijk groot. Ik voelde me schuldig over het luxeleven dat wij leidden en had last van heimwee.
Zwanger!
Maar tot onze blijdschap bleek ik, een week na onze verhuizing, zwanger. Ik voelde me misselijk en ziek, wilde het liefst naar huis. Florine werd uiteindelijk geboren in Nederland, omdat ik tijdens de bevalling en kraamweek mijn familie om me heen wilde hebben. Ook Berend werd in Nederland geboren. Toen ik zes maanden na zijn geboorte zwanger raakte van onze derde, besloot ik Kenia een kans te geven. Ik had inmiddels meer vriendinnen in de buurt en werd op een fijne manier beziggehouden door de kinderen.
Lees ook: Soms gaat het anders: ‘Door het gemist, donderde ik van mijn roze wolk’
De echo
Mijn zwangerschap verliep zoals het hoorde. Ik was moe en had een kort lontje, maar verder voelde ik me opgewekt en gezond. In Nairobi moet je flink wat geld neerleggen voor een echo, maar dan heb je ook de beste van de beste. Ik stond onder controle van een gynaecoloog, dat is daar gebruikelijk, en had alle vertrouwen in de bevalling. Marc en ik genoten ontzettend van Florine en Berend. We konden niet wachten om nog een derde te krijgen. Toen ik 35 weken zwanger was, vertrok ik vrolijk naar een controle in het ziekenhuis. In het ziekenhuis zette de gynaecoloog het echoapparaat op mijn buik.
Gitzwarte dag
“Laten we luisteren naar het hartje,” zei ze. Ik zag dat ze zich concentreerde op mijn buik en onrustig begon te draaien op haar stoel. “Ik hoor helemaal niets,” mompelde ze verbaasd. Ik was inmiddels gewend dat apparaten in Kenia voortdurend stukgaan. Het zal dus wel weer aan de apparatuur liggen, dacht ik. Maar ik zag dat de gynaecoloog zich zorgen maakte. Ze riep een collega en ik kreeg een spoedecho in een ander deel van het ziekenhuis. ‘Is alles goed?” vroeg ik angstig. Ze overlegden met elkaar in het Swahili, dus ik kon er niets van verstaan. Nadat ik bleef aandringen, richtte de gynaecoloog zich tot mij. “Er is geen hartslag.” Ik had niet eens de tijd gehad om dat vreselijke nieuws tot me te laten doordringen, toen ze vroeg: “Hoe wil je voor de echo betalen: pin of cash?”
Niks gemerkt
Ik schreeuwde het uit van verdriet. De gynaecoloog bracht me naar een kamertje en zei dat ik daar mijn man kon bellen. Ze raadde aan om niet te zeggen dat de baby dood was, omdat hij nog moest autorijden. Ze deed de deur achter zich dicht en nadat ik Marc had gebeld, zat ik wanhopig te wachten. Ik keek naar mijn buik. Wat was er in hemelsnaam gebeurd met mijn baby? Ik voelde inderdaad geen bewegingen meer.
Toen Marc hoorde dat onze baby was overleden, probeerde hij voor mij rustig en pragmatisch te blijven. Hij nam me mee naar huis, waar ik mijn spullen moest pakken voor de bevalling. Daarna moesten we terug naar het ziekenhuis, waar de bevalling zou worden ingeleid. Ik kon niet meer helder nadenken. Was dit mijn schuld? Had ik de baby kunnen redden? Ik was anders altijd super-intuïtief, maar nu had ik niets geks gevoeld of gedroomd.
Helemaal alleen
Terug in het ziekenhuis werden we in een verloskamer gezet. Intussen had ik voorweeën. Wij belden de anesthesist, want ik wilde een ruggenprik. Mijn psychische pijn was al groot genoeg. Ik trok het niet om ook nog een heftige bevalling in te gaan. Alsof ik het al aanvoelde, smeekte ik de gynaecoloog en de verpleging meerdere keren of er alsjeblieft genoeg mensen bij mijn bevalling konden blijven. Ik had support nodig en voelde dat ik dit niet alleen met Marc kon. Iedereen stelde me gerust en beloofde dat ze zouden blijven, maar na een tijdje waren zowel de gynaecoloog als de verpleging verdwenen.
In de war
De ruggenprik werkte niet. Alleen mijn linkerbeen was verdoofd, waardoor ik alle weeën voelde. Ik had vreselijk veel pijn en een uur lang was ik ervan overtuigd dat ik doodging. Marc probeerde de verpleging te bellen en schreeuwde zelfs om hulp op de gang, maar niemand kwam. Op het moment dat ik wilde opgeven en bijna flauwviel, werd Reinder geboren. Ik gaf over in een emmertje en Marc was spierwit. We zagen dat onze zoon helemaal volgroeid was. Hij had alleen een onnatuurlijk grauwe kleur. Ik kon me er niet toe zetten hem vast te houden. Hij rook naar mijn levende kinderen toen ze net waren geboren en daar raakte ik vreselijk van in de war. Voor mij was zijn lijfje enkel het omhulsel van mijn overleden baby. Zijn ziel voelde ik op een andere plek bij mij in de buurt.
Lees ook: De voor- en nadelen van een ruggenprik tijdens de bevalling
Ongeluk
Nadat Marc weer om hulp riep en een verpleger zag dat de baby er inmiddels was, stroomde de kamer vol met medisch personeel. De sfeer sloeg volledig om. Iedereen was zorgzaam en lief voor mij en er werd een lakentje over Reinder gelegd. Alles werd netjes en secuur afgerond en schoongemaakt. Marc en ik begrepen er niets van. We moesten ons scheel betalen om in dit academische ziekenhuis te mogen bevallen, en vervolgens waren we aan ons lot overgelaten.
Later hoorden we van vrienden uit Kenia dat mensen bijgelovig zijn als het gaat om doodgeboren baby’s. Een overleden baby aanraken terwijl hij nog in de buik van de moeder zit, brengt ongeluk. Dat verklaarde waarom iedereen plotseling weg was op het belangrijkste moment. Het heeft lang geduurd voordat ik daar oké mee was, want mijn bevalling was hierdoor niet alleen traumatisch, maar ook gewoon heel gevaarlijk. Ons verdriet was loodzwaar. Maar de hartverwarmende reacties uit onze omgeving waren een troost. We werden overspoeld met kaartjes en iedereen wilde helpen.
Nonchalante actie
We hadden Reinder moeten achterlaten in het ziekenhuis zodat hij gecremeerd kon worden. We wachtten op een telefoontje en vroegen ons af wanneer we zijn urn konden ophalen. De volgende middag zat ik in de tuin, toen onze chauffeur mij een pakketje bracht. Hij had het voor de deur gevonden. Marc had fitnessapparatuur besteld, dus ik ging ervan uit dat het voor hem was. Maar toen we het pakket later openmaakten, bleek het Reinder in zijn kistje. Dat voelde als de zoveelste nonchalante actie.
Schuldgevoel
Ik ben uiteindelijk in therapie gegaan om de dood van Reinder te verwerken. Ik kreeg EMDR en een specifieke training, waardoor ik van mijn schuldgevoel afkwam. Ik bleef het mezelf verwijten dat ik niets had gevoeld. Aan het einde van mijn therapie werd Florine op een nacht wakker. Ze huilde en riep: “Mama, waarom heb je baby Reinder dood laten gaan!” Kennelijk had zij het ook nodig om haar onbegrip te uiten.
Sterk voorgevoel
Drie maanden na de bevalling raakte ik weer zwanger en ik werd uitgebreid in de gaten gehouden door een nieuwe gynaecoloog. In het begin was ik bang dat er weer iets zou misgaan met mijn baby, maar toen het trappelen in mijn buik begon, werd ik gerustgesteld. Ik was zesendertig weken zwanger toen ik samen met de gynaecoloog besloot om de baby eerder te laten halen. We wisten nog steeds niet waarom Reinder zo laat in de zwangerschap was overleden en ik had een sterk voorgevoel dat er weer iets zou misgaan als we niet zouden ingrijpen.
Geen dag later
Toen Zeeger werd geboren, was ik geschokt om te zien hoeveel hij op Reinder leek. Gelukkig was onze jongen gezond, maar de gynaecoloog vertelde dat we geen dag later hadden moeten zijn. Mijn placenta had losgelaten en er zaten geen voedingsstoffen meer in voor Zeeger. Ik krijg nog steeds de kriebels als ik daaraan denk. Marc en ik genieten ontzettend van onze kinderen. Voor mijn gevoel is Reinder er altijd bij. Dat maakt ook dat ik hem niet meer mis. Ik ben vooral dankbaar dat ik even zijn moeder heb mogen zijn.’
Dit artikel is eerder verschenen in de rubriek ‘Soms gaat het anders’ in Ouders van nu Magazine – Auteur: Albertine Otten, Beeld: Shutterstock
Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.