
'Ik was een gelukkige moeder, maar wel een die zich schaamde'
Uren en uren moet Esther (32) persen voordat haar dochter Noor uiteindelijk met de vacuümpomp wordt geboren. Tijdens haar herstel merkt ze dat ze haar urine en ontlasting soms niet kan ophouden. Ze schaamt zich dood en het gaat maar niet over... 'Op een gegeven moment was ik de hele dag zo krampachtig bezig met niet in mijn broek plassen, dat ik zelfs een voeding van Noor ben vergeten. Dat was de druppel.'
‘Als ik Noor uit de box til, moet lachen of net iets te snel loop, is het raak. Dan verlies ik urine, maar soms is het nog erger. Dan voel ik een windje opkomen dat ik met geen mogelijkheid kan onderdrukken. En dan komt er ook nog weleens iets mee ja. Ik schaam me kapot, vind het vies en vervelend.
Geen controle
Het overkwam me laatst nog, toen ik met Noor in de kinderwagen door de stad liep en bij een koffietentje naar binnen ging. Ik vroeg om een koffie, moest niezen en floep. Te gênant voor woorden, maar ik heb er geen controle over. Ik glimlachte toen maar vriendelijk naar het meisje achter de bar in de hoop dat ze niks gehoord zou hebben. Of dat ze, als ze wel iets zou ruiken, zou denken dat het mijn baby was die een vieze luier had.
Wc-alert
Mijn zwangerschap verliep vlekkeloos. Ik voelde me goed en fit. Had weinig last van kwaaltjes en genoot van de zwangerschap. Ter voorbereiding op de bevalling, koos ik voor zwangerschapsyoga. Met een leuke groep vrouwen die net als ik ook allemaal zwanger waren van hun eerste kind, leerden we puffen, deden we aan meditatie en probeerden we te voelen waar onze bekkenbodemspieren zaten. De docente vertelde dat het belangrijk was om straks na de bevalling je bekkenbodemspieren te trainen om verzakkingen en urineverlies tegen te gaan. Jaja, zo’n vaart zal het heus niet lopen, dacht ik nog.
Vals alarm
Ik doorliep mijn zwangerschap tot dan fluitend, daarna zou het ook wel goedkomen. Vriendinnen die al moeder waren, hadden weleens verteld dat ze echt niet meer droog op de trampoline konden staan. Nu spring ik niet dagelijks op zo’n ding, dus dat leek me niet zo’n ramp. Toegegeven, naarmate mijn buik dikker werd en mijn baby langzaam indaalde, werd plassen wel meer een dingetje. Twintig keer per dag rende ik naar de wc, omdat ik voelde dat ik heel nodig moest, maar dan kwamen er maar een paar druppeltjes uit. En met 38 weken dacht ik heel even dat mijn vliezen waren gebroken, totdat ik – op aanraden van de verloskundige – aan mijn onderbroek rook. Inderdaad, vals alarm.
Keihard persen
Met 41 weken en drie dagen ben ik bevallen van onze dochter Noor. De weeën kwamen langzaam op gang en toen ik uiteindelijk volledige ontsluiting had, kreeg ik geen persdrang. Ik heb een uur lang geperst, zonder dat ik voelde waarheen ik moest persen. Een ramp. Ik probeerde zo goed mogelijk naar de aanwijzingen van de verloskundige te luisteren: een grote hap lucht nemen, kin op mijn borst en naar beneden persen, persen, persen. Maar ik kreeg het niet voor elkaar. Zelfs niet toen ze er een spiegel bij pakte om letterlijk te laten zien welke kant mijn kracht op moest. Ik vond het zó moeilijk en raakte in paniek. Het lukte me gewoon niet en ik werd steeds vermoeider.
Na dat uur kreeg ik een infuus met wee-opwekkers. Toen kwamen de persweeën die ik nodig had. Maar ik kreeg mijn kind er maar niet uit, hoe hard ik ook mijn best deed. Ik heb zó hard geperst. Met het infuus in mijn arm heb ik nog anderhalf uur lang geperst, maar omdat de hartslag van Noor daalde, is ze uiteindelijk met hulp van de vacuümpomp geboren. Waarschijnlijk heeft dit vele en lange persen ervoor gezorgd dat ik nu bekkenproblemen heb en mijn urine en ontlasting soms niet kan ophouden. De zenuwen van mijn bekkenbodem zijn overrekt of beschadigd en mijn urinebuis is naar beneden gedrukt.
Lees ook: Alles wat je moet weten over persen tijdens de bevalling
Slagveld
Eenmaal thuis viel het herstel me zwaarder dan gedacht. Mijn onderlichaam voelde pijnlijk en zwaar. Ook het gevoel was minder. Het voelde een soort van verdoofd. Ik durfde niet te kijken, want ik had het idee dat het down under een groot slagveld was. Ging dat ooit nog goed komen? Plassen deed ik alleen onder de douche, omdat het anders te veel prikte in de hechtingen die ik had.
Gaat vanzelf over
In het ziekenhuis had ik een formulier gekregen met oefeningen voor mijn bekkenbodemspieren, maar ik was zo druk met borstvoeding, flesjes uitkoken en de slaapjes van mijn baby, dat ik die vergat. Bovendien, hoe belangrijk konden die oefeningen nou echt zijn? Ik nam het niet zo serieus. Maar na een tijdje merkte ik dat ik ongewild urine verloor. Als ik Noor uit haar wiegje tilde, bijvoorbeeld. Mijn onderbroek was aan het einde van de dag vaak wel heel erg nat. In het begin deed ik er nog luchtig over, totdat ik merkte dat ik van de vrouwen uit mijn zwangerschapsyogaklasje geen bijval kreeg toen ik mijn probleem aankaartte. Tijdens het afsluitende gesprek met de verloskundige, zes weken na de bevalling, durfde ik er niks over te zeggen. Stiekem hoopte ik dat mijn incontinentieprobleem vanzelf over zou gaan.
Niet lachen!
Toen ik voor de derde keer op een dag een schone onderbroek aantrok, besefte ik: dit is niet oké. Ik pakte het formulier met de oefeningen van het ziekenhuis erbij en deed ze braaf, dagelijks. Tijdens elke maaltijd spande en ontspande ik mijn bekkenbodemspieren. Ik kwam in een soort vicieuze cirkel: hoe fanatieker ik trainde, hoe erger de klachten werden. Nu weet ik dat ik mijn bekkenbodemspieren juist te veel belast heb, waardoor de oefeningen alleen maar averechts werkten. Mijn wereld werd kleiner. Ik durfde niet meer met iemand af te spreken, want stel je voor dat ik bij een vriendin op de bank zat en moest lachen of niezen? En dat mijn ongelukje voor haar zichtbaar zou zijn? Of dat ik een windje zou laten? Dat was mijn grootste nachtmerrie. Nee, ik bleef liever binnen of ging alleen een klein blokje om met Noor. Je kon me uittekenen in mijn oude zwarte zwangerschapsjeans. Een veilige kleur, mocht het misgaan.
De spontane Esther die ik altijd was, verdween naar de achtergrond. Mijn zelfrespect en -vertrouwen waren ver te zoeken. En naarmate mijn verlof ten einde liep, maakte ik me steeds drukker. Hoe zou dat straks op mijn werk moeten? Steeds als ik een nat maandverband verwisselde zakte de moed me dieper in de schoenen. Vriendinnen begonnen te vragen of er iets met me aan de hand was. Ze merkten dat ik niet lekker in mijn vel zat, dat ik ze ontweek. Eentje opperde zelfs om naar de huisarts te gaan om een mogelijke postnatale depressie te bespreken. Dat wuifde ik snel lachend weg. Ik was een dolgelukkige moeder, maar wel eentje die zich enorm schaamde.
Lees ook: Soms gaat het anders: ‘Door het gemis, donderde ik van mijn roze wolk’
De druppel
Op een gegeven moment was ik de hele dag zo krampachtig bezig met niet in mijn broek plassen, dat ik zelfs een voeding van Noor ben vergeten. Dat was de druppel. Ik besloot dat het zo niet langer kon en belde huilend mijn huisarts. Die luisterde vol begrip naar mijn verhaal en verwees me meteen door naar een fantastische bekkenbodemtherapeut. Al bijna twee maanden ga ik nu elke week met haar de slag. We doen veel oefeningen voor mijn bekkenbodem, maar ook ademhalings- en ontspanningsoefeningen. Ik leer hoe ik mijn bekkenbodem kan aan- en ontspannen, we werken aan mijn houding en ik krijg tips voor het dagelijks leven thuis. Als ik bijvoorbeeld een trap oploop of Noor uit haar bedje til, en op dat moment mijn bekkenbodem actief ondersteun, blijf ik droog.
Ik durf het bijna niet hardop te zeggen, maar het gaat beter. Ruim een half jaar na de geboorte van Noor heb ik een stuk minder ongelukjes. Ik ben er nog niet, maar ik heb er wel vertrouwen in dat het goed komt. Langzaamaan begeef ik me weer tussen de mensen en ben ik niet meer bang voor de slappe lach. Sterker nog, toen mijn vriend en Noor vorige week kiekeboe speelden, trok Noor zo’n grappig gezichtje dat ik het hardst lachte van allemaal.’
Voel je nattigheid?
Stress urine-incontinentie na de bevalling heeft niks met stress te maken, maar met inspanning. Een op de drie jonge moeders heeft last van deze vorm van urineverlies. Plassen op de wc lukt goed, maar tussendoor is er urineverlies bij niezen, hoesten, lachen, tillen, sporten of opstaan. Het urineverlies is een gevolg van verhoogde druk in de buikholte door het aanspannen van de buikspieren. Stressincontinentie ontstaat als de bekkenbodemspieren verzwakt of uitgerekt zijn, zoals vaak na een bevalling het geval is. Bekkenbodemspieren zorgen voor het openen en sluiten van je blaas en endeldarm en ondersteunen de blaas, baarmoeder en darmen. Bij vrouwen met stress urine-incontinentie werken deze niet goed. Een eerste bevalling, een zware bevalling (bijvoorbeeld na lang persen of een kunstverlossing), een ruptuur, een baby van 3700 gram of meer of gewichtstoename van twaalf kilo of meer kunnen allemaal oorzaken zijn. Oefeningen bij een bekkenbodemtherapeut, het dragen van een pessarium en soms een operatie (bij verzakking) kunnen helpen. Meer info? mijnbekkenbodem.nl of bekkenbodemonline.nl
Dit artikel is eerder verschenen in de rubriek ‘Soms gaat het anders’ in Ouders van nu Magazine – Auteur: Philippine Dankelman, Beeld: Shutterstock
Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.