Mijn man en ik zitten aan tafel. Het avondeten is net achter de rug, en we proberen een gesprek te voeren. Gewoon, een paar zinnen zonder onderbreking. 'Mama! Kijk!!', roept onze jongste ineens met de urgentie van een brandalarm.
Ik draai me om. Hij kromt zijn rug naar achteren en kijkt triomfantelijk omhoog. 'Wauw, echt geweldig!', zeg ik, en ik applaudisseer er ook nog bij.
Hetzelfde kunstje
Ik draai terug naar Jasper. Poging twee. 'Mamaaaa!! KIJK! KIJK!', klinkt het weer, even dwingend als daarvoor. En jawel, precies hetzelfde kunstje.
'Ja, echt hé, schat! Wat leuk!', zeg ik, terwijl ik Jasper aankijk met een blik die smeekt: 'Jouw beurt nu'. Jasper zucht, neemt het applaus over en roept driemaal 'Wauw!' en 'Leuk!' terwijl onze zoon zijn act blijft herhalen met de onvermoeibaarheid van een straatartiest.
Lees ook: Gentle parenting: goed idee of onhaalbaar? 'Je moet er veel tijd en geduld voor hebben'
Wat ik kan!
Het is een tafereel dat me aan vroeger doet denken. Onze oudste had rond haar tweede jaar steevast haar eigen mantra: 'Zie hier! Zie hier!', riep ze als ze haar kunstje ging doen. Nummer twee koos vol overtuiging voor: 'Wat ik kan! Wat ik kan!' En nu is de jongste aan de beurt met zijn 'Kijk! Kijk!'.
Als je nu denkt dat ik drie kleine Einsteins heb rondlopen die op hun tweede radslagen maken, eigenhandig een tomatensoep bereiden of al woordjes lezen, dan heb je het mis. Wat zij ons laten zien, vol overgave en herhaling, zijn kleine, onbenullige kunstjes: hun rug naar achter buigen, op hun knieën vallen, van de bank glijden of een sok op hun hoofd leggen.
Lees ook: Het leukste STEM-speelgoed per leeftijd
Duurt niet lang
Bij de eerste voelde alles nog nieuw en verrassend. Onze verwondering over elke beweging - het was genoeg om een staande ovatie uit te lokken. Maar bij de tweede en zeker bij de derde is die spontane extase wat afgezwakt. Niet omdat we niet meer willen, maar omdat de chaos om ons heen nogal is toegenomen.
Toch blijven we klappen. Niet omdat het moet, maar omdat we het willen. Voor hém is dit bijzonder. Zijn simpele kunstjes zijn misschien niet spectaculair, maar wel onbetaalbaar. En terwijl hij nóg een keer trots zijn rug kromt, besef ik: het duurt waarschijnlijk niet lang meer voordat hij zonder een blik opzij, en met een grote koptelefoon op, naar boven loopt, ongeïnteresseerd in ons en ons applaus.
Dus roep ik nog maar eens: 'Wauw, echt goed, liefje!' En ik meen het écht.
Meer columns van Lauren lezen? Dat kan hier.