Waarschijnlijk heb je jezelf er weleens op betrapt dat je een toiletbezoek hebt aangekondigd met: 'Mama gaat even naar de wc'. Dat veel ouders automatisch in de derde persoon praten tegen hun jonge kind is geen toeval, zegt Paula Fikkert, hoogleraar taalverwerving aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. 'Kleine kinderen praten zelf ook zo. De snelle wisseling van de betekenis van de voornaamwoorden tijdens een gesprek is voor het jonge brein veel te moeilijk.'
Lees ook: Alles over spraakontwikkeling bij peuters en kleuters
Een échte tweede natuur
Het is voor een klein kind enorm moeilijk als de aanduiding van 'ik' en 'jij' steeds wisselt. 'Om dat te snappen moeten kinderen begrijpen dat je vanuit een ander perspectief de wereld anders bekijkt. Mijn ik is jouw jij. Dat besef begint rond het derde levensjaar en is redelijk gevestigd rond de vijfde verjaardag,' zegt Paula tegen het NRC. Let maar eens op, kleine kinderen praten zelf ook op deze manier: 'Sophie ook sap'. Als ouder voel je aan dat in de ik- en jij-vorm praten te lastig is, en daarom noem je de naam van je kind en jezelf mama of papa.
Vermijd babywoorden
Toch is het voor de spraakontwikkeling van een klein kind belangrijk om niet alleen maar in 'kindertaal' te spreken. Door babywoorden te gebruiken – 'toet-toet' in plaats van auto – beperk je zijn woordenschat. Dat je kind zelf wel 'toet-toet' zegt, is niet erg. Wat je kunt doen om zijn spraakontwikkeling te stimuleren, is de zinnen van je kind tijdens het praten 'verbreden'. Dat houdt in dat je je kind niet corrigeert, maar zijn antwoord wel in de juiste woorden herhaalt en eventueel uitbreidt. Zegt je kind bijvoorbeeld: 'Ikke papa toe met toet-toet', herhaal dan: 'Jij gaat naar papa toe met de auto'. Dat is voor je kind erg leerzaam, op een positieve manier.
Lees ook: Praten met je peuter: zo voer je een goed gesprek
Bron: nrc.nl – Beeld: Shutterstock