Het American Institutes for Research (AIR) heeft veertig jaar lang onderzocht hoe het zit met genderstereotypen van kinderen met betrekking tot schoolvakken. Voor de studie is data gebruikt van 145.000 kinderen in de leeftijd van 4 tot 17 jaar uit 33 landen.
Thuis voor het eerst gehoord
Een van de conclusies luidt dat kinderen al op 6-jarige leeftijd denken dat jongens beter zijn in informatica en techniek dan meisjes. Ook wordt al op jonge leeftijd aangenomen dat taal (lezen en schrijven) een vak is waar vooral meiden goed in zijn.
Volgens David Miller, hoofdonderzoeker bij AIR, laat dit zien dat jonge kinderen al vóórdat ze op school te maken krijgen met deze vakken thuis en op andere plekken bepaalde stereotypen ontwikkelen.
Lees ook: Het leukste STEM-speelgoed per leeftijd
Hulp gevraagd van ouders en opvang
De vooroordelen die meisjes hebben als het gaat om de bètavakken en techniek, worden alleen maar sterker als ze ouder worden. Volgens Miller kan dit ervoor zorgen dat zij daarom minder snel geneigd zijn om later de technische kant op te gaan terwijl hun talent daar misschien wel ligt en dat is natuurlijk zonde. De oplossing volgens Miller: ouders, opvoeders maar bijvoorbeeld ook de kinderopvang moeten actief meehelpen om stereotypen de wereld uit te helpen.
Hoe zit het eigenlijk met de stereotyperingen voor andere bètavakken? Opvallend genoeg wordt wiskunde op alle leeftijden veel minder aan gender gekoppeld. Jongens en meisjes zijn hier even goed in, zo geloven de kinderen. Maar in natuurkunde zouden jongens beter zijn dan meisjes en voor biologie zou juist het tegenovergestelde het geval zijn.
Lees ook: Vooroordelen op de basisschool: witte meisjes krijgen het vaakst complimenten in rapport
Slimmer
Dat kinderen al op jonge leeftijd onderscheid maken op basis van gender, bleek ook uit een Amerikaans onderzoek uit 2017. Die studie liet zien dat meisjes al vanaf 6 jaar geneigd zijn te geloven dat jongens vaker 'echt heel slim' zijn en zijzelf minder.
Bron: Scientas, APA PsycNet
