
Zwanger zijn: geweldig of niets aan? Priscilla en Saskia doen hun verhaal
En dan ben je zwanger. Priscilla (33) zit op de grootste roze wolk die er te vinden is. In tegenstelling tot Saskia (36), die er (in haar eigen woorden) 'negen maanden lang geen reet aan vindt'.
Priscilla:
‘Vroeger zei je verkapt dat je ‘in blijde verwachting van het moederschap’ was. Die term mag dan ontzettend negentiende-eeuws zijn, hij was anno 2014 nog heel erg van toepassing op mij. Want ik was negen maanden lang niet meer dan een blij ei op pootjes. Ik vond het fantastisch om zwanger te zijn en was letterlijk een en al verwachting.Premature nesteldrang
Het begon al bij de test. Terwijl mijn man Sjoerd nog drie keer checkte of er wel echt een plusje in beeld stond, pakte ik mijn telefoon om een to-dolijst te maken. Want dat ‘mocht’ nu eindelijk. Ik vond het zó tof dat er een baby in mijn buik groeide – iets wat ik eigenlijk al een jaar dolgraag wilde – dat ik het liefst diezelfde avond de babykamer had ingericht. Want dat kon maar alvast geregeld zijn, toch?
Ik denk dat die premature nesteldrang te maken had met mijn beste vriendinnen: die waren het jaar ervoor stuk voor stuk bevallen en dus had ik met ze meegeleefd, -geshopt en gezien wat er allemaal te koop was. En nu wilde ik twee dingen: een echo, om te zien of het echt-echt-echt zo was dat er een baby aankwam én zo snel mogelijk naar de grootste babywinkel in de regio om een karrenvracht babyspullen in te slaan en alles wat te koop was te bekijken en aan te raken. Ik had zo’n zin om alle soorten maxicosi’s te voelen, met kinderwagens te testrijden en veel te dure wikkeldekens te kopen; Efteling-voorpret is er niks bij.
Lees ook: Alles over nesteldrang
Doe mij zo’n buik
Toch viel dat bezoek aan de babywinkel tegen. Sterker nog: ik zat na afloop brullend in de auto. De reden? Hormonen. Ik schaam me terwijl ik dit typ, maar toen ik al die hoogzwangere vrouwen om me heen zag in die winkel, bekroop me een onstopbare, onredelijke woede: ik wilde óók zo’n prominente buik. Het was toch oneerlijk dat niemand nog aan mij kon zien dat ik ook zwanger was?
Uiteraard kwam die buik vanzelf rond een week of zestien. En dat vond ik geweldig. Mijn buik is normaal gesproken namelijk mijn ‘risicozone’: alles wat ik te veel eet, verzamelt zich rond mijn middel. Nu kon ik ongegeneerd een maand of zes met mijn buik naar voren staan en was-ie weliswaar bol, maar ook strakker dan strak. Vriendinnen vertelden dat ze zo’n moeite hadden leuke kleding te vinden tijdens hun zwangerschap. Herkende ik niet. Asos had een goede klant aan de andere kant van de zee, want ik kocht me lens aan positiejurken. Hoe strakker, hoe beter. Zoals Eva Jinek eerder al opmerkte: ‘If you have it, flaunt it.’ En ik ging ervoor.
Lees ook: Zwangerschapskleding, wat heb je nodig?
Geen klachten
Ik moet toegeven: dat ik door die negen maanden huppelde, heeft ook te maken met geluk. Ik had namelijk haast geen kwalen. Sommige vriendinnen zag ik maandenlang van diepgroen naar vaalwit kleuren van misselijkheid. Ik at nog een extra boterham in de vroege ochtend, poetste zonder problemen mijn tanden en bakte zonder blikken of blozen een homp vlees. Want last van vieze geuren? Nee hoor. Misselijkheid? Geen seconde.
Een vriendin zei: ‘Weet je wat ik echt irritant vond aan zwanger zijn? Dat mensen hun horrorbevallingsverhalen ongevraagd met je delen.’ Ten eerste: dat deed niemand bij mij. Ten tweede: dus zocht ik ze zelf op. Ik keek elke avond naar One born every minute op TLC en vond het heerlijk. Al die vrouwen, al die buiken, al die baby’s. Ik wilde alle mogelijke bevallingen hebben gezien. Dan was ik tenminste voorbereid.
Nog een veelgehoorde ‘klacht’ over zwanger zijn: dealen met een veranderend lijf. Verrassend, maar ook daar had ik geen last van. Sterker nog: ik blééf in de spiegel kijken naar mijn buik en maakte trouw elke week groeifoto’s. Mijn gewicht was voor het eerst in mijn leven geen issue en toen mijn borsten ook vrolijk besloten mee te doen aan de groeispurt concludeerde ik tevreden voor de spiegel: ik ben nu net zo’n prehistorisch vruchtbaarheidsbeeldje.
Blij door hormonen
Als ik nu terugkijk op die negen maanden, realiseer ik me dat ik wellicht hormonaal high was. Schijnbaar worden sommige vrouwen down door de hormonencocktail, maar doet die bij mij het omgekeerde. Maar die blijheid werd ook zeker ingegeven door trots. Want ik heb me nog nooit zo trots gevoeld als tijdens mijn zwangerschap. Trots omdat mijn man en ik dit samen zouden gaan doen, ouders worden, trots dat ik een klein jongetje op de wereld mocht zetten en trots op mijn lijf, omdat ik op de twaalfwekenecho zag dat dat in een paar weken haast ongemerkt een perfect ruggengraatje had gebouwd. Ik vond het bijna jammer dat mijn zoon Fedde ‘al’ met zevenendertig weken kwam.’
Ter inspiratie: 105x oer-Hollandse babynamen
Saskia:
‘Twee streepjes. Ze stonden er echt. Vertwijfeld vertelde ik mijn man Bart het ‘blijde’ nieuws. En ging daarna een was opvouwen in een poging deze schok te verwerken. Voor de duidelijkheid: een zwangerschap lag in onze planning. Na jaren getwijfel en stoerdoenerij van mijn kant (‘Een kind? Nee hoor, niks voor mij’) hadden we toch besloten ervoor te gaan. Van vriendinnen wist ik dat je zo een halfjaar verder kon zijn. Als je geluk had. Leek me prima, want dan had ik mooi de tijd om aan het hele idee van zwanger worden te wennen. Niet dus. Ik was een overduidelijk geval van pats-boem-zwanger.
Lees ook: Snel zwanger worden, de beste tips
Kokhalzend hardlopen
Heel veel tijd om deze verrassing samen te omarmen, hadden Bart en ik niet. Want een dag na de zwangerschapstest vertrokken we voor een familieweekend naar Terschelling. Een jaarlijkse traditie waarbij een deel van het gezin meedoet aan een halve marathon en we de middagen en avonden vullen met bier hijsen in het café en wijn slempen in het vakantiehuis. Voor mij op z’n zachtst gezegd een uitdaging, want klaar om mijn ouders, broer en zus te vertellen over de aanstaande familie-uitbreiding was ik nog lang niet. En dus rende ik, kokhalzend en wel, eenentwintig kilometer over het eiland. Alsof er niets aan de hand was. Tijdens de borrel in onze stamkroeg ging ik zowat over m’n nek toen de schaal met charcuterie op tafel werd gezet en tollend van vermoeidheid zat ik de avonden in het vakantiehuis uit, mijn wijn wegmoffelend in het glas van Bart.
Lees ook: Misselijkheid tijdens de zwangerschap
Geen baby buik
De misselijkheid bleek een blijvertje. Bourgondiër is een voor mij in het leven geroepen term, maar nu kreeg ik letterlijk geen hap meer door m’n keel. De eerste dertig weken althans. Daarna verdween het totale gebrek aan eetlust om plaats te maken voor aanvallen van brandend maagzuur. Klein lichtpuntje in deze fysieke misère: de kilo’s vlogen eraf, ik ben nog nooit zo slank geweest. Een bolle buik? Daar was lange tijd geen sprake van. Mijn poging om elke week een foto van mijn buik te maken (want dat was ‘zo leuk voor later’) staakte ik dan ook al snel. Er was, afgezien van een tamelijk chagrijnig gezicht, lachwekkend weinig op te zien.
Ander imago
Misschien dat dat er ook wel voor zorgde dat ik zo lang in denial bleef. Zolang ik er zelf niet over begon, was er niemand die doorhad dat ik zwanger was. Hooguit werd opgemerkt dat ik er afgepeigerd uitzag. En ergens vond ik dat ook wel fijn. Want heel eerlijk: zwanger zijn paste gewoon niet zo bij m’n image. Jarenlang had ik, uit angst voor het onbekende, zorgvuldig gebouwd aan een extreem onverschillige houding wat kinderen betreft. ‘Ik ben een leuke tante,’ was mijn standaardrepliek als iemand vroeg of ik ooit moeder wilde worden. Een van mijn andere grijsgedraaide oneliners: ‘Een kind? Bart en ik hebben nu al geen tijd voor elkaar.’ En dus kon ik het niet maken om nu ineens de blije zwangere uit te hangen, ik was het cynische anti-kind-type, geen opgetogen oermoeder.
Maar het kind (een meisje, bleek bij de twintigwekenecho) ging er toch echt komen. Niet dat ik me daardoor aangespoord voelde om actie te ondernemen. Vriendinnen overlaadden me met praktische boeken, maar lezen deed ik ze niet. Na een eenmalige googlesessie aan het begin van de zwangerschap was me duidelijk dat ik maar beter zo min mogelijk kon weten over wat er daar binnen gebeurde en vooral: wat er allemaal mis kon gaan. De baby groeide, dat was het enige wat telde. Het advies van de verloskundige om ‘vooral te genieten’ negeerde ik vakkundig en de informatieavond in het ziekenhuis over bevallen en borstvoeding liet ik aan me voorbijgaan. Het enige wat ik wilde, was weer mezelf zijn. Een gezellige, energieke en creatieve lekkerbek in plaats van een mopperende, moeie en misselijke moeke in wording.
Acceptatie
Pas toen ik met verlof ging, begon het acceptatieproces. Ik richtte de babykamer in met bij elkaar gescharrelde ouwe meuk – het toffe vintage ledikant bleek later totaal onpraktisch, maar tegendraads als ik was, weigerde ik ‘zo’n burgerlijke matching meubelset’ aan te schaffen. Ik bestelde een kinderwagen, vulde de kast met piepkleine kleertjes en schreef me last minute in voor een bevalcursus. Het meisje in mijn buik trappelde zich een ongeluk terwijl we op de bank lagen en ons overgaven aan de intense vermoeidheid.
Bart en ik bedachten haar naam. Mijn moeder ontwierp het perfecte geboortekaartje. Mijn vader maakte in de laatste week nog snel een paar foto’s van mijn buik. Veertig weken plus vijf dagen. Zo lang vond onze dochter het nodig om binnenboord te blijven. En toen was ze er ineens. Fien. Klein en prachtig. Ze verloste me van mijn zwangerschap, mijn misselijkheid en mijn slechte humeur. Pas een paar seconden oud en nu al maakte ze me zielsgelukkig.’
Handig! Checklist babynaam uitkiezen
Genieten of niet?
Hoeveel je geniet van zwanger zijn, hangt van zoveel factoren af. Hormonale veranderingen kunnen je stemming bepalen en daar reageert de ene vrouw gevoeliger op dan de andere. Je privésituatie speelt mee, maar ook karakter. Voor iemand die graag de controle wil, kan het bijvoorbeeld moeilijk te accepteren zijn dat haar lijf een eigen plan trekt. Daarbij vinden veel vrouwen het lastig om de rust te nemen die een zwangerschap van je kan vragen. Een drukke baan, sociale gezelligheid én zwanger zijn is soms gewoon te veel, vooral als je je fysiek niet
top voelt. Vaak over je grenzen gaan, of de innerlijke strijd die grenzen stellen kan opleveren, helpt niet voor het roze-wolk-gevoel. Goed voor jezelf zorgen wel. En relativeren. Hier en daar een roze wolkje of randje is ook mooi. (bron: heybabycoaching.nl)
Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine – Tekst: Priscilla Borgers en Saskia Borst, Beeld: Shutterstock