Tot nu toe werd voor het looptempo van baby's vaak gekeken naar voeding, oefening of culturele gewoontes. In sommige landen worden baby's bijvoorbeeld veel aangemoedigd om te staan en te bewegen, wat invloed heeft op hoe snel ze leren lopen. Maar nu blijkt dat het allemaal begint in het brein van een baby.
Lees ook: Leren lopen: de eerste stapjes van je baby
Lopen zit deels in de genen
Onderzoekers van de Universiteit van Surrey (Groot-Brittannië) analyseerden data van meer dan 70.000 baby's, zo is te lezen op de site van wetenschappelijk tijdschrift Nature. Zo'n 25 procent van de verschillen in de timing van die eerste stapjes blijkt genetisch bepaald. De genen die hiervoor verantwoordelijk zijn, sturen vooral processen aan in de hersenen.
Ze beïnvloeden onder andere de grootte van bepaalde motorische gebieden en hoe de hersenschors zich ontwikkelt. En dat heeft dus weer effect op hoe snel – of juist rustig aan – een kind leert bewegen.
Ontwikkeling van brein
Dezelfde genen die ervoor zorgen dat kinderen wat later gaan lopen, hangen ook samen met andere eigenschappen. Denk aan een kleinere kans op ADHD en een grotere kans dat een kind later langer in het onderwijs blijft. Kortom: het gaat niet alleen om spierkracht, maar ook om hoe het brein zich ontwikkelt. En dat gebeurt bij elk kind in z'n eigen tempo.
Lees ook: Zo verloopt de motorische ontwikkeling van je peuter
Geen paniek als jouw kind wat later is met lopen
De meeste kinderen gaan ergens tussen de 8 en 24 maanden los lopen. Dat is een brede range – en deze studie laat zien dat dat helemaal oké is. Je kunt de ontwikkeling van je kind ondersteunen met gezonde voeding, ruimte om te bewegen en een veilige omgeving. Maar sommige dingen zijn nu eenmaal genetisch.
Bron: Nature