Wat is de Wet kinderopvang?
De Wet kinderopvang verplicht een kinderdagverblijf of gastouderbureau te zorgen voor de veiligheid en gezondheid van de kinderen. Ook zijn kinderdagverblijven en gastouderbureaus verplicht een pedagogisch beleid te hebben, die tot uitvoering te brengen én ouders erover te informeren.
De GGD controleert het kwaliteitsniveau via regelmatige inspecties en houdt de gemeente hierover op de hoogte. Kinderopvangcentra, peuterspeelzalen en gastouderbureaus die aan alle eisen voldoen, worden in een register bij de gemeente opgenomen. Als je je kind naar een geregistreerde kinderopvangorganisatie brengt, vergoedt de overheid een deel van de kosten via de kinderopvangtoeslag.
Lees ook: Waar let je op bij het kiezen van de juiste gastouder?
Waarom bestaat de Wet kinderopvang?
De kinderopvang werkt met wettelijk opgestelde (en verplichte) basisdoelen om de ontwikkeling van het kind te stimuleren (zie verderop in dit artikel). Dit helpt onder andere om een kind voor te bereiden op het basisonderwijs. Ook moet een kind zich veilig voelen. Om die reden is er wet- en regelgeving vanuit de Rijksoverheid waar een kinderopvang aan moet voldoen.
Wat is de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK)?
De Wet kinderopvang bestaat al sinds 2005. In 2018 is daar de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) aan toegevoegd. Daarin staan kwaliteitseisen waaraan kinderopvangorganisaties moeten voldoen, ingedeeld in vier pijlers van de Wet IKK:
De ontwikkeling van het kind staat centraal
Veiligheid en gezondheid
Stabiliteit en meer ruimte voor pedagogisch maatwerk
Kinderopvang is een vak
Bij deze vier pijlers horen in totaal 21 maatregelen om de kwaliteit te verbeteren.
4 pedagogische basisdoelen voor de kinderopvang
Er zijn vier wettelijk verplichte pedagogische basisdoelen vanuit de Wet kinderopvang waar een kinderopvang aan moet werken:
Het bieden van emotionele veiligheid;
Het bevorderen van de persoonlijke competentie;
Het bevorderen van de sociale competentie;
De socialisatie van kinderen door overdracht van algemeen aanvaarde normen en waarden.
Deze doelen worden in het pedagogisch beleidsplan concreet uitgewerkt en zijn zichtbaar in de praktijk. Dan staan in elk van de vier thema's in de Wet IKK kwaliteitseisen. Dit zijn belangrijke eisen waar de kinderopvang aan moet voldoen:
1. De ontwikkeling van het kind staat centraal
De kinderopvang moet de ontwikkeling van het kind volgen én stimuleren. Bijvoorbeeld met speelruimte en activiteiten die kinderen uitdagen om nieuwe vaardigheden te leren.
Ieder kind krijgt bij de kinderopvang een mentor die zijn ontwikkeling bijhoudt en bespreekt met de ouders.
2. Veiligheid en gezondheid
Tijdens de openingstijden moet er altijd één volwassene met een kinder-EHBO-diploma aanwezig zijn op de kinderopvang.
Elke kinderopvangorganisatie moet een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid hebben. Doel is om kinderen tegen grote risico's te beschermen en hen te leren omgaan met kleine risico's. De achterwachtregeling en het vier-ogenprincipe zijn ook onderdeel van het veiligheids- en gezondheidsbeleid.
3. Stabiliteit en meer ruimte voor pedagogisch maatwerk
Sinds 1 juli 2024 is er op de BSO geen exact aantal kinderen per medewerker. Er is gekozen voor een rekensom, waardoor het dus kan verschillen: minimaal aantal in te zetten beroepskrachten = (aanwezige aantal kinderen 4 t/m 6 jaar x 0,1) + (aanwezige aantal kinderen vanaf 7 jaar x 0,083). Naar boven afronden vanaf 0,18.
Er is altijd minimaal één vast gezicht van het kind op de groep aanwezig.
Er is een vaste-gezichten-criterium voor baby's. Aan een kind worden twee vaste pedagogisch medewerkers toegewezen. Op de dagen dat het kind komt, is altijd minimaal één van deze twee pedagogisch medewerkers werkzaam.
Als de omvang van de stamgroep vraagt om inzet van meer dan twee pedagogisch medewerkers, dan mogen maximaal drie vaste pedagogisch medewerkers aan het kind worden toegewezen.
4. Kinderopvang is een vak
Elke kinderopvang moet een pedagogisch coach in dienst hebben of inhuren die de andere pedagogisch medewerkers coacht.
Alle pedagogisch medewerkers krijgen elk jaar coaching. De kinderopvang moet een opleidingsplan hebben voor opleiding en ontwikkeling van de medewerkers.
Tot 1 juli 2026 geldt dat maximaal de helft van de medewerkers op de kinderopvang beroepskracht-in-opleiding mag zijn. Maximaal een derde van de medewerkers mag stagiair zijn.
Kinderopvanglocaties die werken met Voorschoolse Educatie (VE) voor peuters van 2,5 tot 4 jaar, moeten een VE-beleidsmedewerker in huis hebben. Deze medewerker ontwikkelt en implementeert het VE-beleid en coacht pedagogisch medewerkers die met VE werken.
Meer weten? Hoe verloopt het intakegesprek, wanneer gaat je baby wennen en hoe gaat het eraan toe op een kinderdagverblijf? Je leest hier meer over kinderopvang.
Tip: Zo kies je de juiste buitenschoolse opvang voor je kind
5. Vaste stamgroepruimtes voor dagopvang
Het uitgangspunt van de wet is opvang van het kind in één stam- of basisgroep. Daarop is het Besluit kwaliteit kinderopvang de uitzondering gemaakt met de regel dat een kind met vooraf gegeven toestemming van de ouder voor een –overeengekomen – periode in één andere dan de eigen stam- of basisgroep opgevangen kan worden.
Die periode kan een dagdeel, dag, een periodiek moment of bepaalde dagen zijn, mits vooraf duidelijk is wanneer dit plaatsvindt en waarmee de ouder van het kind dus instemt. Het blijft daarmee voor ouder en kind duidelijk wanneer en in welke stam– of basisgroep het kind wordt of zal worden opgevangen. De opvang moet dan ook plaatsvinden in die specifieke andere stamgroep.
Aanpassingen Wet IKK door personeelstekorten
Vanwege de personeelstekorten en de hoge werkdruk in de kinderopvang zijn er in 2023 aanpassingen gedaan in de Wet IKK. Het gaat onder andere om de volgende punten:
3-uursregeling: de 3-uursregeling is in juli 2023 ingevoerd en houdt in dat de kinderopvang drie uur per dag mag afwijken van de beroepskracht-kind-ratio. Het maximum aantal kinderen per begeleider geldt die uren niet. De kinderopvang moet in het pedagogisch beleid opnemen hoe ze de 3-uursregeling in praktijk brengen.
Uitzondering vaste-gezichten-criterium: sinds 1 juli 2023 mag een kinderopvang tijdelijk (maximaal vier aaneengesloten weken) afwijken van het vaste-gezichten-criterium. Als een vast gezicht ziek is of met vakantie/verlof, en niet vervangen kan worden door een ander vast gezicht, mag de kinderopvang een andere beroepskracht inzetten. Ook dit moet worden opgenomen in het pedagogisch beleid.
Kinderopvangtoeslag
In de Wet kinderopvang staat dat de kosten voor kinderopvang worden betaald door werkgevers, werknemers en de overheid. Dit betekent dat ouders kinderopvangtoeslag kunnen krijgen: een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang. De overheid en de werkgevers betalen deze toeslag.
De kinderopvangtoeslag is bedoeld voor ouders die werken, een studie of traject volgen om aan het werk te gaan of een verplichte inburgeringscursus volgen, en die gebruikmaken van geregistreerde kinderopvang.
Lees ook: Wat betekent de verplichte Werkgeversbijdrage Kinderopvang voor jou?
Om kinderopvangtoeslag te krijgen, moet je een contract voor kinderopvang hebben met een geregistreerd kinderopvangcentrum of gastouderbureau. Jij betaalt de rekeningen die deze organisatie stuurt, maar een deel van de kosten krijg je terug via de Belastingdienst. De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van:
Hoeveel kinderen je hebt die naar de kinderopvang gaan.
Het tarief van de kinderopvang en het maximum uurtarief dat de overheid vergoedt.
Het aantal uren kinderopvang per kind.
Het door de Belastingdienst vastgestelde verzamelinkomen van jou en je toeslagpartner.
Op de website van de Belastingdienst kun je berekenen op hoeveel kinderopvangtoeslag je recht hebt. Hier lees je meer over het aanvragen van kinderopvangtoeslag.
Controle van de Wet kinderopvang
Volgens de Wet kinderopvang en de Wet IKK moeten alle kinderopvangcentra minimaal één keer per jaar door de GGD worden gecontroleerd. De GGD checkt of de kinderopvang voldoet aan alle kwaliteitseisen op het gebied van personeel en organisatie, accommodatie, veiligheid, hygiëne en gezondheid.
Daarnaast houdt de GGD toezicht op de pedagogische kwaliteit en ouderbetrokkenheid. De GGD stelt inspectierapporten op, die voor zowel de opvang als voor de ouders bedoeld zijn.
Als een kinderopvang niet aan de eisen voldoet, moet de gemeente daartegen optreden. De gemeente kan waarschuwingen uitdelen en boetes opleggen.
Je kunt dus de jaarlijkse inspectierapporten bekijken, zodat je weet of de kinderopvang waar je kind naartoe gaat aan alle eisen voldoet.
Lees ook: Welke soorten kinderopvang zijn er?
Bronnen: Rijksoverheid.nl, Boink.nl