'Een deel van deze kinderen krijgt thuisonderwijs. Een groot deel van hen krijgt echter helemaal geen onderwijs. Hierdoor staan verschillende kinderrechten onder druk', schrijft Kalverboer in een brief aan de minister.
De grootste groep thuiszitters zijn kinderen met ernstige fysieke of psychische beperkingen en problemen. Daarnaast signaleert Kalverboer een toename in het aantal vrijstellingen van de leerplicht op basis van geloofs- of levensovertuiging. Ook daar is ze niet gerust op. Ze waarschuwt dat er 'geen of weinig zicht' is op de kwaliteit van het thuisonderwijs dat deze kinderen krijgen.
Lees ook: Welke soorten basisscholen zijn er, en wat houden ze in?
Gedragsproblemen, pesten en discriminatie
Thuiszitters vormen een diverse groep. Bij de een spelen complexe gedragsproblemen, bij de ander fysieke beperkingen. Ook hoogbegaafdheid, pesten, discriminatie, problemen thuis en 'verschillen in inzicht' tussen school en ouders zijn factoren.
Uit cijfers van gemeenten blijkt dat het doel van passend onderwijs voor alle kinderen de afgelopen jaren alleen maar verder uit zicht is geraakt. In het schooljaar 2014-2015, toen de huidige wet over passend onderwijs net was ingegaan, gingen 5077 kinderen niet naar school door een beperking. In 2021-2022 was dit aantal met bijna de helft gestegen, tot 7389.
Het aantal vrijstellingen om levensbeschouwelijke redenen is in dezelfde periode bijna verdrievoudigd. Volgens de meest recente cijfers ging het om 1771 kinderen. Naast mensen die geen school in de buurt kunnen vinden die bij hun religie past, gaat het soms om 'mensen die zichzelf als autonoom zien'. Zij willen meestal zo min mogelijk met de overheid en instituties te maken hebben.
Lees ook: Andrea geeft haar kinderen thuisonderwijs: 'Ze bepalen zelf wat ze willen doen'
Weinig sociale contacten
Kalverboer maakt zich zorgen over het welzijn van kinderen die niet naar school gaan. Uit onderzoeken blijkt dat ze weinig sociale contacten hebben en hun leven een laag rapportcijfer geven, schrijft Kalverboer. Een 4,5 is het gemiddelde.
De Kinderombudsman ziet dat allerlei initiatieven bestaan om thuiszitters te helpen. Die hebben echter 'nog niet tot het gewenste resultaat geleid', schrijft ze. Kalverboer vindt dat de minister moet onderzoeken 'welke initiatieven werkelijk succesvol zijn'. Verder vindt de kinderombudsman dat Paul 'direct concrete acties' moet ondernemen. De minister moet volgens haar bijvoorbeeld afspraken maken over extra ondersteuning in klassen.