Wat zijn zwembandjes?
Zwembandjes worden ook wel zwemvleugels genoemd. Ze zijn bedoeld voor kinderen die nog niet kunnen zwemmen. De bandjes zijn opblaasbaar of bestaan uit schuimrubber. Doordat kinderen ze om hun bovenarmen dragen, blijven ze drijven en kunnen ze hun hoofd boven water houden. Zwembandjes hebben vaak felle kleuren, zodat je kind goed zichtbaar is in het water.
Welke leeftijd zwembandjes?
Er zijn geen officiële leeftijdsadviezen voor het gebruik van zwembandjes. Je kunt ongeveer aanhouden dat je zwembandjes kunt gebruiken vanaf het moment dat je kind gaat lopen, dus grofweg tussen de 1 en 1,5 jaar. Daarvóór gebruik je vaak een zwemzitje of zwemtrainer. Het wordt aangeraden om de zwembandjes te gebruiken tot je kind goed en zelfstandig kan zwemmen. De meeste kinderen beginnen met zwemles wanneer ze tussen de 4,5 en 6 jaar oud zijn en zijn tussen de 1 en 2 jaar bezig om hun diploma('s) te halen.
Lees ook: Zwembandjes: welke kies je?
Verdrinking een van de meestvoorkomende doodsoorzaken
Verdrinking is een van de meestvoorkomende doodsoorzaken bij kinderen van 1 tot 5 jaar. Jonge kinderen zien geen gevaar en zijn in een oogwenk verdwenen. Ze kunnen al verdrinken in een klein laagje water en daar maken ze vrijwel geen geluid bij. Zwembandjes zijn in principe veilig. Toch moet je niet denken dat je even weg kunt lopen als je kind in het water dobbert. Ook al heeft je kind zwembandjes om, je kunt hem nooit alleen in het water laten. Er kan altijd iets gebeuren, zoals het lek gaan van (een van) de opblaasbare bandjes. Ga altijd samen met je kind het water in zolang hij nog geen zwemdiploma heeft.
Lees ook: Verdrinking bij kind: zo verklein je de kans
Zwembandjes niet altijd veilig
Je kind kan zich heel veilig voelen met zwembandjes om, maar ze bieden geen totale garantie.
-
Voorover vallen
Als je kind zwembandjes draagt, kan hij alsnog voorover vallen. Als je kind voorover valt en hij daarbij met zijn gezicht in het water komt, is het moeilijk voor hem om zelfstandig weer overeind te komen. Dit geldt vooral voor ondiep water zoals pierenbadjes. Je kind kan zijn voeten daar moeilijk op de bodem zetten als hij eenmaal voorover is gekukeld en heeft daardoor moeite met opstaan. In dieper water is dat anders: daar zorgen zwembandjes ervoor dat je kind verticaal in het water blijft hangen. -
Afdrijven
Ben je met je kind op het strand en staat er een harde wind? Doe dan geen zwembadjes bij hem om. Dat geldt ook voor aflandige wind, waarin de wind richting zee staat. Hierdoor kan je kind afdrijven. Laat de zwembandjes ook af als je samen met je kind in open water met stroming zwemt. -
Overmoedig
Je kind voelt zich misschien een stuk veiliger met zwembandjes om, maar ze bieden geen garantie tegen verdrinking. Je kind kan overmoedig raken en zonder waarschuwing in (diep) water springen. -
Afglijden of lek raken
Zwembandjes kunnen van (dunne) armen afglijden als ze niet goed zijn opgeblazen of ze kunnen lek raken. Blijf daarom altijd in de buurt van je kind als jullie op een plek met water zijn.
Lees ook: Secondary drowning: bijna verdronken
Bron: Veiligheid.nl