
Onderzoek wijst uit: hersenen het creatiefst als we baby zijn
Ooit werd gedacht dat een pasgeboren baby met een zo goed als leeg hoofd in de wieg ligt. Maar daar blijkt niets van te kloppen. De meeste hersenverbindingen ontstaan namelijk al in de baarmoeder. 'Creatieve, onconventionele oplossingen verzinnen is als baby veel makkelijker dan op latere leeftijd.'
‘De manier waarop een baby de wereld waarneemt, is voor een volwassene maar moeilijk voor te stellen. Want hoewel we allemaal ooit baby zijn geweest, kunnen we ons zo goed als niets van deze periode herinneren’, schrijven Michiel van Elk en Sabine Hunnius in het boek ‘Het babybrein’. In dit in 2018 verschenen boek wordt beschreven hoe neurowetenschappelijk onderzoek nieuwe inzichten geeft in de ontwikkeling van het babybrein.
Video: Zo ontwikkelt het brein van een baby zich
Bepalend
Een van die bevindingen is dat de tijd tussen conceptie en de tweede verjaardag bepalender is dan andere periodes in ons leven. Dán worden de hersenen gevormd en wordt de basis gelegd voor gezondheid en welzijn op latere leeftijd. Hierdoor neemt een brein in het eerste levensjaar enorm in volume toe. Want waar het brein van een pasgeboren baby nog 400 gram weegt, weegt het op de eerste verjaardag al 1 kilo. En dat terwijl een volgroeid brein ongeveer 1,4 kilo weegt.
Creatief
Opvallend genoeg hebben we op latere leeftijd veel van de hersenverbindingen die in de baarmoeder ontstaan zijn niet meer nodig. Geschat wordt dat we in onze kindertijd zo’n 20 miljard hersenverbindingen per dag verliezen. In hun boek geven Van Elk en Hunnius antwoord op de vraag waarom we die dan wel aanmaken. ‘Op deze manier kunnen de hersenen zich bijzonder goed aan de uitdagingen van de omgeving aanpassen.’ Oftewel, baby’s zijn superslim. Ze gebruiken alleen wat ze nodig hebben, zijn creatief, open en flexibel. ‘Nieuwe dingen leren en creatieve, onconventionele oplossingen verzinnen is dan nog veel makkelijker dan op oudere leeftijd.’
Sociale dieren
Stimulatie is cruciaal bij de ontwikkeling van kinderen. Een kind dat vertrouwen heeft in zijn omgeving, pikt sneller iets op dan een kind in een overvol weeshuis of een kansarme omgeving. De meeste ouders doen dat intuïtief goed: ze praten op hogere toon tegen hun baby, met veel variatie in toonhoogte, gebruiken simpele zinnen met veel herhalingen en articuleren overdreven, net wat baby’s nodig hebben om de taal te leren en handelingen aan te leren.
Maar het meeste nog leren kinderen van soortgenoten; andere kinderen in de crèche bijvoorbeeld. ‘Het laat eens te meer zien dat we sociale dieren zijn die zich graag verbonden voelen met anderen’, concluderen Michiel van Elk en Sabine Hunnius. ‘Dat geldt zeker ook voor baby’s en peuters: ze beleven plezier aan het kijken naar anderen, aan samenwerken en helpen.’
Herinneringen
Maar is het dan niet vreemd dat we geen herinneringen hebben aan die vroege jaren? Dat heeft volgens Van Elk en Hunnius alles met taal te maken. Als kinderen 3 jaar oud zijn, beginnen ze zinnetjes te maken, praten ze over wat ze hebben meegemaakt, en herhalen ze dat tegen iedereen die het horen wil. En laten onze vroegste herinneringen nou precies teruggaan naar dát moment.
Bron: Het Babybrein – Beeld: GettyImages