Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 

Hoe weet je of je (nog) een kind wilt?

De een droomt al haar hele leven van het moederschap, de ander weet zeker dat ze geen kind wil. Maar wat als het je niet lukt een keuze te maken? Journalist Jantine Jongebloed (35) twijfelde zo erg dat ze er een boek over schreef.

Advertentie

Beren op de weg

Wanneer Jantine Jongebloed (35) op haar dertigste trouwt met de man van haar leven, krijgt ze van haar vriendinnen een doosje met briefjes dat ze pas na vier jaar mag openmaken. Als ze het doosje in 2021 opent, komt de ene na de andere voorspellende boodschap tevoorschijn. Haar vriendinnen gaan er niet alleen van uit dat ze nog steeds gelukkig getrouwd is, maar ook dat ze inmiddels wel minstens één kind zal hebben – waarschijnlijk zelfs twee. Het eerste klopt, maar kinderen heeft ze niet. De reden: ze twijfelt. Op papier staat niets in haar leven het moederschap in de weg. Ze is nog steeds gelukkig getrouwd, heeft genoeg werk als freelance journalist en een huis waar best plek is voor een baby. Maar bij het idee van een kind ziet ze vooral heel veel beren op de weg: slapeloze nachten, nooit meer spontaan een weekend weg kunnen en te weinig tijd voor zichzelf en elkaar. Toch voelt ze ook geen duidelijke ‘nee’. Vanaf haar drieëndertigste verjaardag slaat de stress toe. ‘Ik had het onderwerp kinderwens al een jaar of twee weggestopt, maar opeens drong het besef tot me door dat ik die beslissing niet eeuwig kon uitstellen.’

Lees ook: Als hij geen kinderen wil, maar jij wél 

Soms wil je een kind

Om een antwoord te vinden op de vraag of ze een kind wil, besluit ze er een boek over te schrijven. Omdat zij zelf twijfelt, maar ook omdat ze veel leeftijdsgenoten ziet worstelen met dezelfde vraag. Soms wil ik een kind gaat over Jongebloeds eigen zoektocht, maar ook over de vraag hoe je besluit of je een ouder wilt worden. ‘In Amsterdam, waar ik woon, heeft de helft van mijn vrienden en kennissen een kind. Zo’n dertig procent wil het niet. En de rest, onder wie ik dus, twijfelt.’ En dat terwijl Jongebloed en de meeste van haar klasgenoten op de middelbare school er altijd van uitgingen dat ze kinderen zouden krijgen. Bij Jongebloed sloeg de twijfel pas rond haar dertigste toe. ‘Ik realiseerde me dat ik niet weet of ik bereid ben mijn autonomie en onafhankelijkheid op te geven voor een kind. Als freelance journalist heb ik een heel vrij bestaan. Ik kan zomaar een maand vanuit Parijs gaan werken als ik daar zin in heb.’

Bang voor spijt

Toch is ze ook bang om spijt te krijgen als besluit zich niet voort te planten. ‘Dat ik straks zestig ben en me realiseer dat ik iets heel wezenlijks heb gemist in mijn leven.’ In eerste instantie keek ze alleen naar de gevolgen voor haar leven op korte termijn. ‘Op een gegeven moment ging ik nadenken over wat het betekent om een kinderloze zestiger te zijn.’ Ze refereert aan haar opa. ‘Die geeft met kerst altijd een soort speech en dan zegt hij tegen mijn oma: “We begonnen met z’n tweeën. En kijk eens wat we nu allemaal hebben.” Daarmee bedoelt hij hun drie kinderen, de kleinkinderen en inmiddels ook de achterkleinkinderen. Als ik daaraan denk, voelt dat als rijkdom en iets wat ik ook zou kunnen nastreven. Terwijl, als ik aan de kortere termijn denk, de zorg voor een kind vooral beperkend voelt.’

Lees ook: 16x waarom je beter nú kunt opgroeien dan toen jij werd geboren

Geen biologisch instinct

Eeuwenlang hoefden vrouwen zich niet bezig te houden met de vraag of ze wel of geen kinderen wilden. Eenmaal getrouwd en seksueel actief kwamen die er in de meeste gevallen automatisch. Pas toen in de jaren zestig de voorbehoedsmiddelen op de markt kwamen, werd het een keuze om wel of niet zwanger te worden. Daarmee ontstond ook een nieuw dilemma. Want hoe weet je eigenlijk of je wel of geen kind wilt? Uitdrukkingen als ‘rammelende eierstokken’ doen vermoeden dat vrouwen vanaf een bepaalde leeftijd een natuurlijke drang voelen om baby’s te baren. En ook de maatschappij lijkt ervan uit te gaan dat iedere vrouw in principe moeder wil worden. Bewust kinderloze vrouwen moeten vaak uitleggen waarom ze zich niet hebben voortgeplant, terwijl moeders zelden wordt gevraagd waarom ze hun kroost op de wereld hebben gezet. Maar volgens gedragsbioloog Patrick van Veen bestaat er helemaal geen biologisch instinct dat ons aanzet tot voorplanten. ‘Mensen hebben een aangeboren seksueel instinct. Dat betekent dat kinderen die opgroeien in een omgeving waar geen seksualiteit aanwezig is in de puberteit toch een seksdrive ontwikkelen,’ legt hij uit. ‘De natuur heeft het zo geregeld dat van seks baby’s kunnen komen.’ Maar het idee dat het ook de bedoeling is dat je kinderen krijgt, lijkt aangeleerd. ‘Mensen groeien op in groepen. Daar zijn nou eenmaal baby’s. Hierdoor krijgen we het idee dat het belangrijk is om kinderen te krijgen. Vervolgens gaan we daar ook zelf naar leven.’

Advertentie

Lees ook: Stoppen met de pil om zwanger te worden 

Schattigheidsfactor

Maar als een kinderwens niet iets is waar we mee geboren worden, hoe verklaar je dan dat de een niets liever wil dan moeder worden en een ander juist helemaal niet? ‘Dat heeft te maken met verschillende factoren,’ zegt Van Veen. ‘Baby’s zien er schattig uit – net als puppy’s of kittens. Dat heeft een functie. Doordat ze er zo lief uitzien, dragen we zorg voor ze en gaan we voorzichtig met ze om op het moment dat ze er eenmaal zijn. Maar die schattigheid kan er ook voor zorgen dat we denken zelf een baby te willen. Sommige mensen zijn vatbaarder voor die schattigheidsfactor dan anderen. Kinderen maken bovendien deel uit van het ideaalplaatje dat veel mensen hebben van hun leven. Sommige mensen hebben heel sterke ideaalplaatjes in hun hoofd, anderen een stuk minder.’

Afwijken van de norm

Jongebloed wil graag weten hoe intrinsiek haar eigen kinderwens is. Aan het begin van het boek schrijft ze: ‘Ik ben niet al twijfelend begonnen. Ooit wilde ik een kind. Maar ergens verloor ik mijn standvastigheid.’ En even verderop in het boek: ‘Ik denk dat ik een leven zonder kind – tot een paar jaar geleden – gewoonweg nooit als optie heb gezien.’ Dat is volgens Van Veen niet zo gek. ‘Mensen hebben heel sterk de neiging om elkaar allerlei groepsnormen en -verwachtingen op te leggen. Kinderen krijgen is daar een onderdeel van. Het is nu eenmaal iets wat je doet. Mensen die daar niet voor kiezen, wijken af van de norm en zullen dit altijd moeten uitleggen.’

Spijtmoeders

Wat de keuze om wel of geen kind te krijgen zo ontzettend ingewikkeld maakt, is de onomkeerbaarheid ervan. Zeker vrouwen hebben te maken met een biologische deadline; boven een bepaalde leeftijd zit een baby er vaak gewoon niet meer in. En als je eenmaal besluit om wel voor een kind te gaan, zit je er voor de rest van je leven aan vast. Spijt hebben dat je een kind hebt gekregen, is misschien wel een van de grootste taboes die er zijn. In het boek Regretting motherhood maakt de Israëlische sociologe Orna Donath dit taboe bespreekbaar. Ze interviewde daarvoor 23 vrouwen die allemaal kinderen hebben gekregen en hier stuk voor stuk spijt van hebben. Ze voelen zich beperkt door het moederschap en vinden leven met die beperkingen onverdraaglijk. Voor hen wegen de kleine kinderhandjes om hun nek, de eerste lach en de diepe liefde waar iedereen het altijd over heeft, niet op tegen de nadelen van het ouderschap. Ze houden van hun kinderen, maar als ze de tijd terug konden draaien, waren ze nooit moeder geworden. Dat deze vrouwen toch kinderen hebben gekregen, had grotendeels te maken met de sociale en culturele normen waarmee ze waren opgegroeid. ‘Iedereen om me heen kreeg kinderen,’ vertelt een vrouw in het boek. ‘Ieder-een had een kind aan de borst. Er waren wandel-wagens, baby’s, luiers. Het was de norm. En die was niet zomaar heilig, die was superheilig.’

Lees ook: Wat is de beste leeftijd om zwanger te worden?

Mentale last

Ook Elsa (40) had nooit het idee dat moederschap een roeping was. Maar haar vriendinnen werden zwanger en haar vriend wilde vader worden. Uiteindelijk ging ze daarom ook voor de bijl. Nu haar zoontje vier is, heeft ze nog steeds spijt van die beslissing. ‘Ik ervaar het ouderschap als heel zwaar en dan met name het feit dat er continu een beroep op me wordt gedaan. Als ik niet bij hem ben, ben ik nog steeds bezig met alles wat ik voor hem moet doen. Dat voelt als een mentale last.’ Hoewel ze veel van haar zoon houdt, zou ze achteraf een andere keuze hebben gemaakt. ‘Dan was ik er nooit aan begonnen.’

Advertentie

Openhartig over ouderschap

In Nederland lijkt er langzamerhand meer ruimte te ontstaan om tegen het heilige huisje van het ouderschap aan te trappen. Jongebloed: ‘Ik zie op sociale media steeds meer ouders openhartig zijn over de mindere kanten van het ouderschap. Praten over hoe zwaar het soms ook kan zijn, wordt volgens mij steeds gangbaarder.’ Dat maakt het overigens ook lastiger om een beslissing te nemen. ‘Bij de negatieve kanten van het ouderschap – de vermoeidheid, de verantwoordelijkheid – kan ik me iets voorstellen. Maar de positieve kanten, zoals die hele diepe liefde, een stuk minder. Het mooie aan het ouderschap blijft veel abstracter. Maar ook al is dat abstract, het is wel iets waar ik ook naar verlang, dwars door de terughoudendheid heen.’

Lees ook: Zo leuk is het ouderschap

De twijfels waar Jongebloed mee kampt, kunnen ook opspelen bij de keuze voor een tweede of derde kind. ‘Een vriendin van mij met twee kinderen las mijn manuscript en zei dat ze mijn twijfels herkende maar dan met betrekking op de keuze voor een derde. Ook zij is bang om de vrijheid die ze nu nog heeft te verliezen een fijne en gebalanceerde gezinssituatie kapot te maken.’

Kinderwenscoach

Om antwoord te krijgen op haar vraag of ze moeder wil worden, neemt Jongebloed een kinderwenscoach in de hand. Tijdens een sessie vraagt de coach of ze vader zou willen zijn. Jongebloed schrijft: ‘Mijn pasklare antwoord, die overweldigende intuïtieve ja vanuit mijn onderbuik, legt de vinger op de zere plek. Hij poert erin, in de wond van modern moederschap. Als ik een man was, wist ik het wel, als ik een vrouw had die het gros kon dragen. Die kon baren, voeden, meevoelen, altijd het kind op de eerste plaats en dan pas verder praten. Dat ik vanaf de zijlijn hooguit wat hoefde aan te moedigen. Kon bijmoederen. Want hoe je het ook wendt of keert, ik denk dat het ouderschap voor vrouwen intensiever is dan voor mannen. Alleen al door het feit dat je negen maanden lang zwanger bent, bevalt en daarna misschien borstvoeding geeft.’ Ze vervolgt: ‘We zijn als vrouwen al decennialang aan het strijden voor onze onafhankelijkheid en vrijheid. Moeder worden wringt daar wat mij betreft op de een of andere manier mee. Alsof je die bevochten onafhankelijkheid in een keer uit handen geeft.’ Dat ze twijfelt over het ouderschap heeft ook te maken met zelfkennis. ‘Ik ben een typische introvert die veel tijd alleen nodig heeft om op te laden. Dat lijkt me heel lastig in combinatie met een kind. Ik denk dat mijn moeder en haar generatiegenoten niet echt nadachten over of kinderen wel bij hun persoonlijkheid pasten. Mijn generatie is veel meer met persoonlijke ontwikkeling bezig.’

Of ze na het onderzoek en schrijven een beslissing heeft genomen, lees je in haar boek. Eén ding weet ze wel: ‘Wat mijn besluit ook mag zijn, het zal in elk geval gepaard gaan met een vorm van rouw. Omdat ik in allebei de scenario’s afscheid zal moeten nemen van bepaalde dingen die onlosmakelijk met mijn keuze verbonden zijn.

‘Soms wil ik een kind’ van Jantine Jongebloed verscheen afgelopen week bij De Bezige Bij.

Tekst: Hagar Jobse – Afbeelding: GettyImages

Redactioneel – Offer – Eindelijk een goede nachtrust

Numsy

Eindelijk een goede nachtrust

White Noise producten
Bekijk hier