Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 
Britt Stubbe borstkanker

'Het is nog geen borstkanker, ze kunnen heus nog iets doen'

Een harde plek in haar borst. Britt maakt zich er eerst niet zo druk om - maar de plek gaat niet weg. Dus gaat ze voor haar vakantie nog even naar de huisarts. Als ze gewoon mag gaan kamperen, zal er toch wel niet zoveel aan de hand zijn?

Advertentie

Harde plek

Kalkjes. De arts in het echocentrum ziet ze op de echo van mijn linkerborst. Ik ben hier omdat mijn huisarts me heeft doorverwezen. Nerveus had ik in haar wachtkamer gezeten. Na een auto-ongeluk deed mijn borst pijn. Toen ik mijn borst vastpakte, stuitte ik totaal onverwacht op een hard stuk weefsel. Ik schrok, maar stelde mezelf gerust. Dit kon van alles zijn. Ik had immers een enorme knal gehad van de airbag, die eerder stenen leek te bevatten dan lucht. Op internet googelde ik mezelf rustig. Dat kwam vaker voor na een ongeluk, een harde plek in de borst. Even goed in de gaten houden of het snel verdween.

Voorstadium

Het ging niet weg. Het werd harder, het werd duidelijker. En daarom zit ik hier nu met ontblote borsten naar een echo te staren. Ik hou mezelf vast als ik haar stem hoor: ‘Kalkjes kunnen duiden op een voorstadium. Je moet een afspraak maken voor een biopt.’ Ik vraag of ik nog wel op vakantie kan. De arts zegt dat die paar dagen niet uitmaken. Niet uitmaken waarvoor? denk ik. Maar ik knik alleen maar. Ik voel me kwetsbaar en wil hier weg. Ze heeft niet gezegd dat er niks aan de hand is, maar ook niet dat ik misschien borstkanker heb. Ze had het over voorstadium. En dan is het dus nog geen kanker. Dan kunnen ze heus nog iets doen. Ik haal diep adem, trek mijn beha over mijn klamme huid en denk: we gaan op vakantie.

Geschreven door

Britt Stubbe

Kamperen

Twee dagen later stap ik in de auto, samen met mijn vijfjarige dochter en de man op wie ik vijf maanden daarvoor vreselijk verliefd ben geworden. Laten we hem M. noemen. Door hem weet ik dat niet iedere allerleukste man bang is voor kinderen die niet uit eigen zaad zijn ontsproten. Na twee maanden verkering vraagt hij zelfs of Jula en ik zin hebben om met hem te gaan kamperen deze zomer. Ik wijt dit nog aan de typische naïviteit van een kinderloze man, maar hij houdt voet bij stuk. Hij wil dit met ons. Ik ben zo blij dat hij niet bang is voor een ons, dat ik mijn huiver voor kamperen opzij zet.

Ik voel me sterk

Ik vervloek de eerste keer slapen op een luchtbed. Maar na een paar nachten voel ik mijn rug minder stram worden. En na een paar wandelingen door donkere bossen en langs kraakheldere rivieren heb ik mijn door mijn dochter zelfgemaakte wandelstok al haast niet meer nodig. Ik voel de kracht terugstromen in mijn lichaam. Ik ben gewend veel energie te hebben, alleen dit jaar zit het niet mee. Begin dit jaar was er een evenwichtsstoornis, daarna het auto-ongeluk en een maand later kon ik niet meer slapen van de pijn. Een hernia, concludeerde de huisarts.

Maar hier voel ik me weer sterk. Zie ik Jula ook nog eens elke dag voetballen met M., hij leert haar dat ze met de zijkant van haar voet moet schoppen. En ’s avonds roosteren we zompige zoete spekjes boven een kampvuurtje. Jula en ik weten allebei niet hoe dat is, een gezin zijn dat bestaat uit meer dan twee leden. We zijn van het begin af aan met zijn tweetjes thuis, maar we krijgen hier met M. op de camping een idee. En ik geloof dat het ons allebei bevalt.

Advertentie

Na tien dagen kamperen arriveren we weer in Amsterdam-Oost, waar we allebei een huis hebben. Jula vindt het jammer dat M. vanavond thuis slaapt, al is het ook fijn dat ze een nacht tegen mij mag aanliggen in mijn bed. Omdat de vakantie voorbij is, een zachte overgang naar het alledaagse leven.

Het komt goed, dat moet gewoon

De volgende dag zit ik in het ziekenhuis voor een aantal biopten in mijn linkerborst. Opnieuw een mammografie, weer wordt die pijnlijke plek in mijn linkerborst geplet tussen twee doorzichtige platen. Terwijl ik op een harde tafel lig snijdt een arts stukjes weefsel uit mijn borst, die in een uitsparing hangt. Ik bal mijn vuist en denk aan de vakantie. Aan mijn vriend die in het ijskoude bosmeertje zwemt, mijn klappertandende dochter op zijn rug. Het helpt, ik ontspan en daardoor gaat de tijd sneller. En op die tafel wil ik dat tijd vliegt als nooit tevoren.

Ik trek die avond het verbandje los in de veronderstelling dat het goed komt. Dat dit snijden eenmalig was. Dat ik maandag hoor dat er niks ernstigs aan de hand is. Want al mijn vrienden hebben het gezegd: ‘Als er echt iets mis kan zijn, hadden ze je echt niet op vakantie laten gaan.’ En al weet ik niet helemaal zeker of dit klopt, het doet me goed mijn vrienden te geloven. M. geeft een zachte kus op de plek waar de dikke naald naar binnen ging. Ik weet gewoon dat het goed komt. Het moet gewoon.

Over een week vertelt Britt over de uitslag van de biopsie.

Redactioneel – Offer – Peuterbedden

Peuterbedden

Tussenstap van ledikant naar groot bed
Bekijk ze hier