Hebben we dat nodig, lieverd?
We gaan voor het eerst met z'n vieren op vakantie. Naar Frankrijk, de plek waar we waarschijnlijk de komende achttien zomers te vinden zijn. Al weken kijk ik uit naar het moment dat we de Franse grens passeren en ik via de achteruitkijkspiegel mijn twee meisjes op de achterbank zie zitten. Echt als gezin, met mijn cluppie, op vakantie.
Ter voorbereiding ben ik inmiddels zelfs de trotse bezitter van een heuse stationwagen. Er moet voor twee kleine kinderen zo veel rotzooi mee voor twee weken de hort op, dat je haast wel verplicht wordt om een grote bak te gaan rijden. Natuurlijk heeft papa er wel voor gezorgd dat de auto pijlsnel is. Hebben we dat nodig, lieverd? Ja, dat hebben we absoluut nodig.
Geen vuiltje aan de lucht
Goed, we gaan dus op vakantie. Allereerst moet er worden gepakt. Nou ben ik zelf van de school: een zwembroek, slippers en oud T-shirt en ik ben helemaal klaar voor la douce France. Mijn vrouw is gelukkig wereldkampioen inpakken. In de tijd waarin Usain Bolt de honderd meter sprint, heeft zij voor het hele gezin, mij incluis, alles ingepakt wat we de komende veertien dagen nodig gaan hebben. Niets te veel en niets te weinig. En het fijne is: ze heeft er ook nog eens de grootste lol in.
Daarna ben ik verantwoordelijk voor het passen en meten van alle spullen in de auto. Hier verwacht ik geen problemen, ik mag graag geloven dat ik beschik over een goede dosis ruimtelijk inzicht. Kortom, daar gaat geen vuiltje aan de lucht zijn.
Ruzie over het inpakken
Dat ging vroeger bij mijn ouders wel anders. Mijn vader begon altijd met het inpakken van de auto. Zelden verliep dat volgens plan, al ontbrak dat plan ook altijd. Hierna kwam mijn moeder helpen en voordat je het wist was er ruzie. Alles paste er namelijk wel in, maar mijn vader wilde graag nog wat kunnen zien door de achterruit. Kortom, alles er weer uit en met verse irritatie verder.
In stilte vertrokken we dan altijd richting de zon. Totdat we, we woonden in het pittoreske Waddinxveen, bij de Van Brienenoordbrug in Rotterdam kwamen. Dan legde mijn vader zijn hand op mijn moeders been, keek haar aan en zei: 'Hè.' Hierna kreeg hij van mijn moeder een kop oploskoffie en was alles weer goed. Wij haalden opgelucht adem op de achterbank en konden beginnen aan onze vertrouwde ruzie om de cassettebandjes. Ja mensen, zo lang is dat geleden.
Bon voyage
En nu sta ik dus aan de vooravond van mijn eerste met-de-auto-naar-Frankrijk-gezinsvakantie. De planning is zonder ruzie, en ik heb met Kind 1 en Kind 2 de stilzwijgende afspraak gemaakt dat er de hele reis, in elk geval in de auto, niet gehuild gaat worden. Bon voyage!