'Jaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa!' juichen Sven en ik met hoge stemmetjes. We applaudisseren alsof ons leven ervan afhangt. Als iemand ons nu zou zien, zou-ie denken dat we niet alles op een rijtje hebben. Maar we zijn thuis, niemand ziet ons en onze dochter heeft zojuist een wereldprestatie verricht. Ze is, hou je vast, omgerold! Ze kan het, dus toch.
Stapjes en ontwikkelingsfases
Toen ik net bevallen was, had ik geen idee over stapjes en ontwikkelingsfases, überhaupt had ik geen idee, maar gelukkig waren er apps die me op weg hielpen. Zo ontdekte ik ook de wereld van 'alles wat je baby moet kunnen'. Zoals haar hoofdje optillen als ze op haar buik ligt. Om daarna vervolgens te kunnen omrollen. Zo niet Kae. Nee, die lag het liefst op haar rug, lekker te chillen. Verdere actie? Geen. Dat hadden ze ook door bij het consultatiebureau. Ze zeiden: 'De volgende keer moet Kae haar hoofd wel langer omhoog kunnen houden hoor.' Ik schoot in de stress. Ze is vier maanden, loopt ze dan nu al achter? Stel je voor dat ze geen goede spierspanning heeft? Het advies: trainen. Vijf keer, vijf minuten per dag, op haar buik. Ik wist meteen: dat gaat 'm niet worden. Want zodra je Kae op haar buik legt, gaat ze heel hard huilen.
Stapje voor stapje: lees hier alles over de ontwikkeling van je baby in het eerste jaar
Ik trok het niet
Fanatiek als ik ben, stond ik de volgende dag toch met een stopwatch in mijn hand naast Kae, die op haar buik op het kleed lag. Alsof ze zo zou beginnen aan een Olympische race. De eerste twee minuten kwamen we door. Maar daarna: krijsen, krijsen. Ik trok het niet, haar gehuil voelde ik fysiek in mijn eigen lichaam. Sven maakte zich totaal niet druk over de hoofd-omhooghoud-kwaliteiten van onze dochter. Hij vond het zielig. 'Laat haar gewoon met rust. Ze gaat het vanzelf doen.' Ik ben gekke Henkie niet, dacht ik toen ook, wat een opgave. Vijf keer vijf minuten per dag! Ik kapte er al snel mee.
Het gekke is dat ze op een dag gewoon uit zichzelf haar hoofd omhoog kon houden. Vervolgens stoomde Kae nog even door, want niet lang daarna zitten Sven en ik dus op de bank. Verderop ligt Kae. Ze zwoegt, kreunt en hup, daar gaat ze. Ze. Rolt. Om! Best netjes, voor een zes maanden oude baby.
'Speelt ze ook met haar handen?' vragen ze een paar weken later bij het consultatiebureau. Ik kijk naar beneden en spontaan begint onze dochter met haar vingers te spelen, alsof ze doorheeft dat ze NU moet presteren. Kae gaat inmiddels de hele kamer door, ze rolt namelijk ook weer terug. En nu wil ze graag naar voren, maar ze weet nog niet hoe. En ik? Ik laat me niet meer gek maken. Onze trage drol kiest overduidelijk haar eigen moment.